Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeentebestuur (44)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeentebestuur (44)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door C. den Uil, Hendrik Ido Ambacht

Bij de bespreking van de gemeentewet volgen nu een aantal bepalingen, opgenomen in de artikelen 184 t/m 191, die betrekking hebben op het schorsen en vernietigen van besluiten van gemeentebesturen.

Schorsing en vernietiging van besluiten vallen onder het zogenaamde repressieve toezicht van de Kroon. In onze gedecentraliseerde eenheidsstaat mag de vrijheid van de gemeentebesturen niet zo ver gaan, dat — nationaal gezien - de eenheid in het bestuur in het gedrang zou komen. Vandaar dat de wet de mogelijkheid tot schorsen en vernietigen van gemeentelijke besluiten opent. Het is duidelijk dat hiervan een spaarzaam en voorzichtig gebruik zal moeten worden gemaakt. Ter voorkoming van willekeur bij het gebruik van het vernietigingsrecht is voorgeschreven dat de Raad van State over het betreffende ontwerp van het te nemen Koninklijk Besluit moet worden gehoord. De strekking van het vernietigingsrecht is overigens puur afwerend. De Kroon kan immers, speciaal op het terrein van het gemeentelijk zelfbeschikkingsrecht (de autonomie), niets in de gemeente regelen in de plaats van het gemeentebestuur.

Artikel 184 luidt als volgt:

„De besluiten van de raad en van burgemeester en wethouders worden terstond aan Gedeputeerde Staten, wanneer deze daartoe aanvraag doen, medegedeeld."

De genoemde mededeling vindt dus alleen plaats als Gedeputeerde Staten daarom vragen. De bedoeling van deze bepaling zal duidelijk zijn. Zij stelt Gedeputeerde Staten in de gelegenheid ook kennis te nemen van besluiten, die niet aan hun goedkeuring zijn onderworpen, opdat zij kunnen beoordelen of er voor hen aanleiding besteet een bepaald besluit voor schorsing of vernietiging voor te dragen. Daartoe zijn zij namelijk verplicht als zo'n besluit hun als strijdig met de wet of het algemeen belang voorkomt. Ten aanzien van enkele besluiten is in de wet verplichte mededeling voorgeschre­ ven (o.a. het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad, de instructies voor secretaris en ontvanger, de straf verordeningen). Artikel 185 luidt:

„De besluiten van de raad en van burgemeester en wethouders kunnen, voor zover zij met de wet of het algemeen belang strijden, door Ons worden geschorst of vernietigd.

De besluiten der gemeentebesturen, bedoeld in artikel 228, eerste lid, alsmede die betreffende het onderhands verhuren, verpachten of in gebruik geven van gemeenteeigendommen en het treffen van dadingen of het opdragen van een bestaand geschil aan scheidslieden, kunnen niet worden geschorst of vernietigd, indien drie maanden zijn verstreken nadat zij zijn goedgekeurd of, indien zij geen goedkeuring behoeven, nadat zij zijn genomen zonder dat een dier middelen is toegepast en kunnen, zo zij geschorst zijn geweest, niet worden vernietigd, indien binnen de voor de schorsing bepaalde tijd de vernietiging niet is uitgesproken."

Zoals uit de tekst, strekt het schorsingsen vernietigingsrecht zich niet uit tot besluiten van de burgemeester. Deze uitzondering wordt tegenwoordig niet rneer zo gemotiveerd geacht en zal vroeg of laat wel worden opgeheven. Anderzijds zijn er ook nog andere besluiten, die door het schorsings- en vernietigingsrecht kunnen worden getroffen, namelijk besluiten van commissies met bestuursbevoegdheden en besluiten van ambtenaren, steunend op delegatie krachtens artikel 211.

Er wordt dus gesproken over strijd met de wet of met het algemeen belang. Strijd met de wet zal doorgaans positiever kunnen worden aangetoond dan strijd met het algemeen belang. Beoordeling van strijd met de wet zal vrij objectief kunnen plaats vinden, terwijl bij het aantonen van strijd met het algemeen belang meer van subjectief inzicht sprake zal zijn.

Strijd met de wet moet naar veler mening worden opgevat als strijd met een formele (rijks)wet. Ook dient als strijd met de wet te worden opgevat strijd van een gemeentelijke verordening met een algemene maatregel van bestuur, een ministeriële verordening of een provinciale verordening. De gemeentewet bepaalt namelijk dat de plaatselijke verordeningen niet mogen treden in hetgeen van algemeen rijksof provinciaal belang is. Doen zij dit toch, dan is er strijd met de wet, namelijk met de gemeentewet.

Onder strijd met het algemeen belang wordt verstaan strijd met belangen van hogere orde dan die van het belang, dat het besluit beoogt te dienen.

In strijd met het algemeen belang kunnen dan ook worden geacht te zijn:

a. besluiten (geen verordeningen), die in strijd zijn met een algemene maatregel van bestuur, een ministeriële verordening of een provinciale verordening;

b. besluiten in strijd met een eigen plaatselijke verordening;

c. besluiten in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur;

d. besluiten in strijd met belangen van hoger overheden (b.v. economisch beleid);

e. besluiten in strijd met het eigen gemeentebelang (b.v. verkoop of ongedaan maken van zaken met historische waarde; zo werden in de loop der jaren vernietigd besluiten van de gemeente Veere tot verkoop van een fraaie, zeer oude beker en tot verandering van het historisch marktplein).

Er zijn gevallen genoeg aan te wijzen, waarbij strijd zowel met de wet als met het algemeen belang aanwezig is. Een voorbeeld hiervan is een besluit tot het verlenen van een bouwvergunning in strijd met de gemeentelijke bouwverordening en daarom ook in strijd met de Woningwet.

Het vernietigingsrecht bestrijkt zowel het terrein van de gemeentelijke autonomie als dat van het gemeentelijk zelfbestuur (het medebewind). Ook zogenaamde negatieve besluiten (besluiten om iets niet te doen) vallen er in beginsel onder. Zo werd jaren geleden vernietigd een besluit van een gemeentebestuur om op Koninginnedag niet van de openbare gebouwen te vlaggen.

Vernietiging kan ook plaats vinden als tegen het besluit beroep openstaat of als een besluit reeds is goedgekeurd. De tekst van de wet laat ook gedeeltelijke vernietiging toe. Er zal dan wel nauw moeten worden gelet op het eventuele verband tussen de vernietigde en de gehandhaafde bepalingen, zodat door de vernietiging geen nietbedoelde toestanden in het leven worden geroepen.

Wat de schorsing betreft blijkt uit de wetstekst niet of schorsing geheel zelfstandig kan worden toegepast, dus los van vernietiging. In de praktijk wordt schorsing uitsluitend gehanteerd om te kunnen onderzoeken of strijd met wet of algemeen belang aanwezig is, dus als voorloper van een eventuele vernietiging. De werking van de geschorste bepalingen worden namelijk onmiddellijk gestuit. De schorsing geldt voor een bepaalde termijn, die ook na een mogelijke verlenging, niet langer mag duren dan een jaar. Niet altijd behoeft aan een vernietigingsbesluit een schorsingsbesluit vooraf te gaan. Dat hangt van de omstandigheden af.

Een beperking van het vernietigingsrecht vinden we in het tweede Hd van het thans besproken artikel 185 (zie de tekst hierboven vermeld). De bedoeling van deze bepaling is de noodzakelijke rechtszekerheid te scheppen, zowel voor het gemeentebestuur als voor de partij, waarmede een overeenkomst wordt gesloten, wanneer het besluiten betreft van privaatrechtelijke aard. Het zou een kwalijke zaak zijn, wanneer een overeenkomst definitief zou zijn afgewikkeld en het daaraan ten grondslag liggende besluit zou dan later alsnog worden vernietigd.

Tenslotte nog dit. De grondwet spreekt, na de jongste wijziging van 1983, terzake niet meer van strijd met de wet, doch van strijd met het recht. Zodra ook de gemeentewet op dit punt zal zijn gewijzigd, zal er een einde zijn gekomen aan de toch nu en dan gevoerde strijd over de vraag of het woord wet in formele zin dan wel in materiële zin moet worden opgevat. Het begrip recht omvat namelijk niet alleen formele rijkswetten maar ook alle andere geldende algemene regelen en verordeningen. Zo zal bijvoorbeeld strijd met een provinciale of eigen gemeentelijke verordening niet langer strijd met het algemeen belang (zie bovengenoemde opsomming) worden genoemd, maar strijd met het recht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 1983

De Banier | 24 Pagina's

Gemeentebestuur (44)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 1983

De Banier | 24 Pagina's