Geen dageraad
door Ds. J. W. Verwey, Ridderkerk.
„Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben." Jesaja8:20.
Op welk een indringende wijze heeft Jesaja de oordelen Gods tegen Syrië en Israël gepredikt. De Assyriërs zullen in Gods hand gebruikt worden om de Syriërs maar ook om Zijn volk Israël vanwege haar zonden te bezoeken. Maar zoals altijd werd die boodschap op tweeërlei wijze aangehoord en ontvangen. Velen legden deze naast zich neer en weigerden gehoor te geven aan deze prediking en oproep tot bekering. Anderen verootmoedigden zich door Goddelijke genade voor de Heere. Voor hen die zich als vrucht daarvan het oordeel waardig keurden en onder een oordelend God mochten buigen, was er een troostprediking.
„Maar het land dat beangstigd was, zal niet gans verduisterd worden; gelijk als Hij in de eerste tijd verachtelijk gemaakt heeft naar het land van Zebulon aan, en naar het land van Naftali aan, alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk gemaakt, naar de weg zeewaarts aan gelegen over de Jordaan, aan Galiléa der heidenen, " (Jesaja 8:23)
„Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen." (Jesaja 9:1) Maar tot degenen die in ongehoorzaamheid op de weg der zonde voortgingen, had de profeet een indringende afwijzing maar ook een vermaning. Deze had niet alleen toen betekenis, maar ook vandaag. In de eerste plaats gaat Jesaja getuigen, dat het tevergeefs is om heil bij mensen te zoeken. Als de boodschap van de waarheid Gods ons niet aan staat, dan zoeken wij het ergens anders. Het Evangelie is niet naar de mens, maar vóór de mens. De boodschap die de Heere Zijn getrouwe knechten laat brengen, toen en vandaag, is niet vleiend, maar zondeontdekkend, schuldaanwijzend en niet verzwijgend wat ons wacht als wij ons niet bekeren. Wat doen wij, als wij die boodschap niet aannemen als Gods Woord? Dan zoeken wij een andere uitlegger; nee, geen getrouwe gezant van de hemel, maar een gezant van de duivel.
Hoor maar wat zij in Jesaja's dagen deden: „Wanneer zij dan tot ulieden zeggen zullen: „Vraagt de waarzeggers en duivelskunstenaars, die daar piepen en binnensmonds mompelen; zo zegt: Zal niet een volk zijn God vragen?
Zal men voor de levenden de doden vragen? " (Jesaja 8:19)
Gaat het toch ergens anders vragen, het hoeft toch allemaal niet zo zwaar, zo somber, altijd over die ellende. Er zijn gelukkig nog andere boodschappers; die kun je veel beter horen. Daar hoefje de zonde niet los te laten en met de wereld niet te breken. Zeker, ze wijzen je ook wel op de zonde, maar dat een zondaar recht en grondig van zijn zonde en schuld overtuigd moet worden, dat verzwijgen zij.
Zij weten er wel raad op hoe het onheil afgewend kan worden en het volk van zijn vijanden verlost kan worden.
Hoor hoe Jesaja dat aan de grond afsnijdt! „Zal niet een volk zijnen God vragen? Zal men voor de levenden de doden vragen? " Zoals Saul zijn toevlucht nam tot de tovenares te Endor om Samuel te vragen! Hoe dwaas!
Daarom besluit hij deze indringende vermaning: , , Tot de wet en de getuigenis!"
Terug naar de vijf boeken van Mozes en de profeten. Dat is het onfeilbare en betrouwbare Woord Gods, waarin de Heere getuigt dat die Hem versmaden, licht geacht zullen worden. Maar die op Hem vertrouwen, zullen niet beschaamd worden.
„Zo zij niet spreken naar dit woord."
Dat wil niet alleen zeggen spreken, maar ook horen. Dus het ongehoorzaam zijn, het tegenstaan van Gods Woord. Het beter willen weten dan de Heere. Hoor wat de Heere daarvan zegt: , , Het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben." Letterlijk betekent het dit: De dag zal nooit aanbreken, maar het zal eeuwig nacht blijven. Zij wachten op licht, maar er komt geen licht. Het wordt van de nacht eeuwige duisternis. De Heere zal de vijanden van Zijn Woord het rechte verstand van de verborgenheden Gods en van Zijn genade onthouden, maar hen bezoeken met allerlei geestelijke en tijdelijke straffen, om ze straks voor eeuwig te straffen. Hoe komt dat openbaar in ons volksleven.
Op woensdag 14 september hebt u kunnen lezen in het R.D.: „Getuigenis en beroep op de Schrift taboe bij C.D.A." Kort gezegd kwam het hierop neer: Gods Woord heeft geen zeggenschap meer in het dagelijkse leven. Maatschappelijk en politiek kunnen wij met de Bijbel niet uit de voeten. Het Woord van God zegt: „Land, land, land, hoort des Heeren Woord." Zoiets kan gewoon niet! zo sprak men op een C.D.A.-conferentie voor pastores. De C van C.D.A. kan men wel laten vallen! Dan blijft er D.A. over: Doorgaande Afval!
Maar er zullen er zijn die zeggen: had u anders verwacht? Neen. Wij schrijven dit niet om met stenen te gooien, maar het is voor ons allen een baken in zee! Het zegt ons dat God een waarmaker van Zijn Woord is. , , Zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben."
Maar het zet ons ook stil bij de vraag: Wat heb ik persoonlijk met de boodschap van zonde, schuld en genade gedaan? Is in mijn leven waar geworden door de zaligmakende bediening van de Heilige Geest: Ik heb Uw rede gehoord en voor Uw oordeel gevreesd? Zodat wij door dat wonder van Hem, Die vrijwillig gebogen heeft onder het recht Gods, onder een oordelend God leerden bukken en erkennen, dat wij gezondigd hebben en daarom Gods gramschap dubbel waardig zijn.
Hebben wij uit die donkerheid en duisternis leren roepen om dat Licht waar alleen het leven en de zaligheid in gelegen is? Zijn wij het waardig geworden dat de eeuwige nacht zou aanbreken, om uit genade te ervaren dat de duisternis verbroken wordt en het Licht in onze zielen opgaat? In eigen waarneming geen dageraad. Toch dageraad door Hem, Die in de nacht van onze verlorenheid het licht, dat nooit verduistert, aan het licht bracht.
Voor elk, die in het duister dwaalt, Verstrekt deêz zon een helder licht. Dat hem in schauw des doods bestraalt, Op 't vredepad zijn voeten richt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1984
De Banier | 24 Pagina's