Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een stukje partijgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een stukje partijgeschiedenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

SGP, AR, CHU

Nu de SGP de oudste politieke partij in ons goede vaderland is en zo zoetjesaan een respektabele leeftijd bereikt, is het onze dure plicht om haar geschiedenis intensief te bestuderen. Vooral de jongeren onder ons zullen daar goed aan doen.

HET GPV

Wie zich in de oudere geschriften van onze partij verdiept stuit al heel spoedig op het verschijnsel dat dé principiële strijd van het begin vooral werd gestreden met de anti-revolutionaire partij. Deze strijd is ook nu nog heel goed te volgen, niet in de laatste plaats omdat bij vergelijking van de destijdse beginselprograms de verschillen heel duidelijk in het oog springen. Niet alleen de verschillen trouwens, ook de overeenkomsten. Stijl, woordgebruik en ter sprake gebrachte onderwerpen in het AR-program van ± 1920 zijn zodanig, dat wij meteen herkennen waar het om gaat. Wat dat aangaat maakt het GPV het ons beduidend moeilijker. Als wij b.v. in de „Richtlijnen voor een Nationaal Gereformeerde Politiek" lezen over de „Universele Wet van God", de „harmonische ontplooiing van de hele aarde" en „onze beste nationale tradities", dan vragen wij ons steeds af: „Wat bedoelen onze vrienden van het GPV daar nu toch mee? " Om het ons gemakkelijk te maken, b.v. tijdens de beantwoording van de vragen tijdens een spreekbeurt, zeggen we dan: „Uiteindelijk hebben GPV en RPF hetzelfde standpunt als de oude AR." En dan hebben we een arsenaal vol verweer.

DE KERK

Bestudering van het oude AR-program heeft ook het voordeel dat wij dóór krijgen waarom bepaalde dingen in ons Program van Beginselen juist zó gezegd worden, zo ze daar nog altijd staan. Waarom staat er b.v. in artikel 5 van ons program:

„Uit wetgeving en bestuur verwijdere de overheid alles, wat de prediking van het Evangelie belemmert of krenkt"? Wel, omdat het AR-program in zijn artikel IV had:

„De overheid is als dienaresse Gods gehouden tot verheerlijking van Gods naam en behoort diensvolgens uit bestuur en wetgeving alles te verwijderen, wat de vrije invloed van het Evangelie op ons volksleven belemmert."

De lezer, die woord voor woord vergelijkt en weegt, proeft enerzijds de overeenkomst, anderzijds het verschil. Het is al precies zo met het vervolg van ons artikel 5.

Waarom staat daar bij ons:

„De overheid bescherme de kerk van Christus en behandele haar naar eigen rechten, waarin de kerk wel is onderscheiden van elke vereniging."?

Omdat het AR-program zegt:

„De overheid behoort zichzelf, als daartoe in volstrekte zin onbevoegd, te onthouden van elke rechtstreekse bemoeiing met de godsdienstige ontwikkeling der natie en voorts alle kerken of godsdienstige verenigingen en alle burgers, onverschillig welke hun belijdenis aangaande de eeuwige dingen zij, te behandelen op voet van gelijkheid."

Tegen de achtergrond van dit antirevolutionaire beginsel krijgt het staatkundig-gereformeerde duidelij k reliëf.

ORANJE

Ook in het beginselprogram van de toenmalige CHU zien wij gedachten, die analoog zijn aan die, welke zich in de SGP ontwikkelden. B.v. in artikel 7 van het Program van Beginselen van die partij, vastgesteld 9 juli 1918:

„Het doel van de Christelijk- Historische Unie is, de door haar beleden beginselen tot erkenning - niet om de regeermacht in handen van met zekere Christelijke beginselen instemmende personen - te brengen.

Het is dus niet zozeer te doen om majoriteit (de meerderheid der kiesgerechtigden) als wel om autoriteit (gezag van het woord Gods); niet om het succes van de partij, maar om de macht van het beginsel."¹)

Heel mooi is ook om de artikelen 3 en 19 van de SGP en 11 en VI van de AR tegen elkaar te leggen:

„De overheid regeert bij de gratie Gods. Zij ontleent dus haar gezag niet en kan dat ook nimmer ontlenen aan het volk.'

Welke regeringsvorm overigens ook goed moge zijn, voor ons land is het constitutioneel koningschap, opgedragen aan het Huis van Oranje, de van God gegevene." en:

„Noch in de volkswil, noch in de wet, maar alleen in God vindt zij (=de ARP) de bron van het souvereine gezag, en verwerpt mitsdien enerzijds het beginsel van volks-souvereiniteit; terwijl zij anderzijds de souvereiniteit van Oranje eert, als onder de leiding Gods in onze geschiedenis geworteld: door de mannen van 1813 in de Nederlandse staat tot ontwikkeling gebracht; en door de grondwet als zodanig bevestigd.

Op zichzelf geen enkele staatsvorm de enig bruikbare keurende, erkent zij het aan de grondwet gebonden koningschap, gelijk het zich ten onzent geleidelijk uit de Republiek der 16e eeuw heeft ontwikkeld, als de voor ons meest geschikte regeringsvorm."

Al citerend heb ik de sch-tjes en de verbuigings-n-en weggelaten, maar zou ik die ook nog overgenomen hebben, dan zou zeker menige lezer, die Abraham de Geweldige een beetje kent, hem in de stijl herkend hebben. Vergelijk ondertussen het „onder de leiding Gods in onze geschiedenis geworteld" en het „de voor ons meest geschikte regeringsvorm" van de AR met het „de van God gegevene" van de SGP. De „mannen van 1813" worden in ons Program niet expliciet genoemd; wel impliciet in de woorden „opgedragen aan het Huis van Oranje"?

KIESRECHT

De verleiding is groot om dit verhaal nog verder uit te spinnen. Er moet echter voor de liefhebbers onder ons ook nog wat om zelfstandig te onderzoeken overblijven.

Daarom eindig ik met alleen nog onze artikelen 11 en 12 te leggen tegen het AR-artikel XI:

„Haar ambt oefent de overheid uit onder medewerking van het volk. Die medewerking wordt verkregen door het kiesrecht zoveel mogelijk aan alle kringen van ons volk toe te kennen. De Staatkundig Gereformeerde Partij staat een organisch kiesrecht voor, dat rekening houdt met het gezin als cel der samenleving. Vrouwenkiesrecht echter strijdt met de roeping der vrouw en stemdwang met de vrijheid der burgers."

„Opdat de Staten-Generaal in de natie wortelen en het volk niet slechts in naam vertegenwoordigen, zal het kiesrecht organisch zijn in te richten en wel met toepassing van het gezinshoofdenkiesrecht en van de evenredige vertegenwoordiging voor de Tweede Kamer; en daarnaast van het recht der verschillende maatschappelijke groepen, om zich door eigen gemachtigden in een andere Kamer te doen vertegenwoordigen. Krachtens beginsel verwerpt de partij stemdwang en wraakt zij een staatkundig vrouwenkiesrecht. Het kiesrecht der weduwen volgt vanzelf uit het kiesrecht der gezinshoofden."

Voorlichtingssecretaris.

' Zie voor het z.g. majoriteitsprincipe (en over het totstandkomen van ons Program van Beginselen) ook De Banier no. 12 van 9 juni 1983, rubriek Allerhande.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 1984

De Banier | 16 Pagina's

Een stukje partijgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 1984

De Banier | 16 Pagina's