Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kiesverenigingen tussen 1918 en 1929

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kiesverenigingen tussen 1918 en 1929

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELEIDELIJKE GROEI

De SGP groeide na haar oprichting in 1918 langzaam maar gestadig. Enkele cijfers mogen dit illustreren: in 1918 werden bij de Tweede Kamerverkiezingen 5.179 stemmen op de SGP uitgebracht; in 1922 26.744, waardoor ds. Kersten in de Kamer kwam. Een jaar later bij de verkiezingen voor de provinciale staten stemden 32.252 mensen op de partij, waardoor de SGP acht vertegenwoordigers in de diverse statenvergaderingen kreeg. Zeeland stond bovenaan met 3 afgevaardigden. In 1925 kwam Ds. Zandt in de Kamer. Er waren toen 62.472 stemmen op de partij uitgebracht. Tenslotte werd in 1929 ir. C. N. van Dis aan beide predikanten toegevoegd. Hij had tot 1937 zitting in de Kamer. In dat jaar verloor de SGP namelijk haar derde zetel. Na de Tweede Wereldoorlog heeft hij nog vele jaren namens de SGP in de Tweede en Eerste Kamer zitting gehad.

Deze slechts langzame groei was voor de partijleiding niet teleurstellend. Ds. Kersten bracht op 7 november 1929 zijn mening hierover op de volgende wijze onder woorden:

„Langzaam, maar gestadig wortelt de geplante partij in de volksovertuiging in. (...) Ik beken oprecht, dat die langzame groei door ons meer begeerd wordt dan een plotseling opkomen met een twee- of driedubbel aantal afgevaardigden. De Staatkundig Gereformeerde Partij worde niet een wonderboom, die in één nacht werd en weder in één nacht verging."

De groei van de partij was ook te zien aan het aantal kiesverenigingen dat werd opgericht. Zoals bekend waren bij de oprichtingsvergadering op 24 april 1918 acht kiesverenigingen vertegenwoordigd en wel van Middelburg, Aagtekerke, Krabbendijke, Yerseke. Waarde, Hoedekenskerke, 's- Gravenpolder en Nisse. Het partijblad De Banier, dat in april 1921 aanvankelijk als maandblad verscheen, geeft informatie over de plaatsen waar een kiesvereniging werd opgericht. Verenigingen echter die opgericht werden tussen 1918 en het verschijnen van De Banier in 1921 worden wel genoemd — het is de vraag of ze alle worden genoemd - maar de datum van oprichting weten we niet; in ieder geval niet uit het partijblad.

Volgens de mededelingen van de partijpenningmeester in De Banier waren in die tussenliggende tijd verenigingen opgericht te Goes, Berkenwoude, Giessendam, Meliskerke, Veenendaal, Genemuiden, Kampen, Bodegraven, Zeist, Domburg, Gouda, Terneuzen, Axel, Nieuwdorp, Oostkapelle, Borssele. Herkingen, Rijssen, Sliedrecht, Teuge, Westkapelle, Wierden, Benthuizen, St.-Annaland. Wanneer we bij deze 24 kiesverenigingen de acht tellen die naar Middelburg afgevaardigden hadden gezonden, dan komen we aan het aantal van 32. In juli 1921 was een kiesvereniging opgericht in Werkendam; in september 1921 te Vlaardingen; in juni 1922 te Urk en Leiden. Dit brengt het totaal aantal kiesverenigingen medio 1922 op 36. Wellicht waren er meer, maar deze worden in ieder geval in De Banier genoemd.

Hieronder volgt een lijst van plaatsen waar volgens De Banier kiesverenigingen zijn opgericht. De lijst eindigt bij april 1929 om de eenvoudige reden dat de Banieren na dit jaar nog niet zijn doorgenomen. Vóór de naam van de plaats daarop staat de datum waarop De Banier verscheen waarin het bericht stond; is de precieze oprichtingsdatum ook bekend, dan is die tussen haakjes er achter vermeld.

17 juli 1922: Dirksland en Wageningen. 14 oktober 1922: Middelharnis- Sommelsdijk, Delft (2-8-22), Neder- Hardinxveld (26-8-22). 30 november 1922: Rotterdam (10-11- 22) 7 december 1922: Hillegom (1-12-22) 21 december 1922: Ridderkerk, 't Zandt, Murmerwoude, Nijverdal. 4 januari 1923: Lisse, Driebergen, Meerkerk, Zwolle, Alphen (4-1-23). 1 februari 1923: Doetinchem, Rhenen. 15 februari 1923: Poortvliet. 1 maart 1923: Opheusden, Ederveen, Vlissingen, Culemborg-Beusekom. 15 maart 1923: Tholen, Harderwijk, Stolwijk, Oud-Vossemeer, 's-Gravenzande, Aalst, De Bih. 28 maart 1923: Charlois, Lemmer, Nieuwerkerk (Z), Arnhem, Den Haag, Overschie.

19 april 1923: Ooltgensplaat, Haarlem, Utrecht, Ouderkerk aan de IJssel, Schiedam, Maarssen, Woerden. 17 mei 1923: Overberg, Veenwouden.

7 juni 1923: Oud-Beierland, Amsterdam. 21 juni 1923: Zwijndrecht. 5 juli 1923: Maassluis. 26 juli 1923: Aalsmeer. 2 augustus 1923: Hilligersberg (24-7- 23). 13 september 1923: Dordrecht. 13 september 1923: Boskoop (13-10- 23). 28 februari 1924: Sassenheim. 6 maart 1924: Waddinxveen (26-1- 24). 13 maart 1924: Oostburg (28-2-24). 20 maart 1924: Wolfertsdijk (15-2- 24). 7 november 1924: Hilversum (29-10- 24). 1 januari 1925: Monster (14-11-24). 22 januari 1925: IJsselstein (2-1-25). 2 april 1925: Maartensdijk (19-2-25), Capelle a/d IJssel, IJmuiden 24-3-25), Zaandam (13-2-25). 17 april 1925: Houten. 7 mei 1925: Zoetermeer/Zegwaard. 4 juni 1925: Rilland (3-4-25), Ter Aar (16-4-25). 25 juni 1925: Apeldoorn Geldermalsen (9-6-25), Zierikzee. 9 juli 1925: Lisserbroek. 23 juli 1925: Lunteren (28-5-25). 30 juli 1925: Schiedam (1-7-25). 6 augustus 1925: Barneveld. 21 januari 1926: Breukelen en Huizen. 4 maart 1926: Waarde en Nieuwerbrug (26-2-26). 1 april 1926: Bussum en Gouderak (2-3-26). 8 april 1926: Amersfoort (30-3-26). 4 november 1926: Alblasserdam (8- 10-26). 9 december 1926: Rijssen (23-11-26) „weder opgericht". 3 februari 1927: Oosterland (21-1-27). 24 februari 1927: Melissant. 3 maart 1927: Zwaagwesteinde. 10 maart 1927: Voorschoten. 14 april 1927: St. Laurens, Staphorst, Nieuwe Tonge, Lekkerkerk. 28 april 1927: Enkhuizen (10-3-27). 5 mei 1927: Dinteloord, Vrijhoeve- Capelle. 26 mei 1927: Kamerik. 4 augustus 1927: Oude Tonge. 22 maart 1928: Arnemuiden. 5 april 1928: Zutphen. 12 april 1928: Nieuw en St. Joosland. 15 november 1928: Nieuw-Vennep. 24 januari 1929: Nunspeet. 31 januari 1929: Groot-Ammers. 21 februari 1929: Leersum/ Amerongen. 28 februari 1928: Kortgene; Woerden heropgericht. Bestaande kiesvereniging had zich losgemaakt van de SGP, de nieuw opgerichte sloot zich erbij aan.

Scherpenzeel,

drs. W. Fieret.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1984

De Banier | 24 Pagina's

De kiesverenigingen tussen 1918 en 1929

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1984

De Banier | 24 Pagina's