Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lubbers’ karwei is nog niet af

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lubbers’ karwei is nog niet af

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het tweede kabinet Lubbers is gestruikeld over de financiering van het milieubeleid voor de volgende kabinetsperiode. Het verschil van mening betrof slechts enkele honderden miljoenen guldens, hetgeen - macro-economisch gezien - niet veel is in vergelijking met het totaal van de overheidsuitgaven, alleen al in 1989 zo'n slordige 188 miljard. De oorzaken lagen dan ook dieper. Laten we die oorzaken voor wat ze zijn, veel belangrijker is de vraag wat de economisch-politieke gevolgen zijn van de val van het kabinet.

RESULTATEN

De verkiezingen van 1986 hadden voor het CDA als motto: „Laat Lubbers zijn karwei afmaken". Dat was ook nodig, want eerst eind 1983 was de voor onze economie ongunstige trend omgebogen. Het financieringstekort en de collectieve lastendruk vertoonden voor het eerst sinds jaren een dalende tendens. Het probleem was echter dat de daling van deze grootheden nog niet substantieel genoeg was om een aanmerkelijk economisch herstel in gang te zetten. De werkloosheid bleek uiterst hardnekkig te zijn. In 1986 kreeg het kabinet een nieuwe tegenslag. Als gevolg van de dalende olieprijs werd de schatkist geconfronteerd met sterk tegenvallende aardgasbaten. Daardoor liep het financieringstekort, ondanks extra bezuinigingen op de rijksbegroting, op van 6, 5 naar 7, 5% van het nationaal inkomen. De rek raakte er uit. De daling van de collectieve lastendruk stagneerde.

Ondertussen leefde de wereldeconomie weer op. Ook ons land heeft daar een graantje van mee kunnen pikken. De gedaalde lastendruk gecombineerd met loonmatiging vertaalde zich in een stijgende opbrengst van de exportsector. De situatie is thans zo dat voor 1990 zelfs een lastenverlichting ter grootte van zo'n 4, 5 miljard is aangekondigd. Terecht heeft minister Ruding steeds gewezen op de noodzaak van een verdere sanering vr.n het staatshuishoudboekje. Weliswaar is de ergste druk van de ketel, maar dat betekent niet dat de tijd nu weer rijp is geworden om leuke dingen te doen voor de kiezers, d.w.z. minder te bezuinigen. In 1988 moest de overheid voor elke gulden die in de schatkist terecht kwam maar liefst 13 cent betalen aan rente over de staatsschuld. De resultaten van de twee kabinetten Lubbers zijn economisch gezien gunstig te noemen. De economie staat weer in de rails. Het karwei is echter nog niet af. De omvang van de staatsschuld en de daaraan verbonden rentelasten vormen nog immer een te zware belasting voor onze nationale economie. Daarenboven staat ons land in de jaren '90 hoe dan ook voor de noodzaak tot extra financiële inspanningen om de milieuproblematiek aan te pakken.

OPNIEUW POTVERTEREN?

Het ligt voor de hand dat na de verkiezingen van september eerst een poging zal worden ondernomen een kabinet van CDA en PvdA te formeren. De socialisten hebben tijdens de algemene beschouwingen van vorig jaar reeds duidelijk gemaakt dat zij de overheids­ uitgaven voor het milieubeleid willen laten stijgen, zonder dat er elders op de begroting aanvullend wordt bezuinigd. De conclusie is duidelijk: de collectieve lastendruk zal weer gaan stijgen en de staatsschuld zal weer op gaan lopen. Hiermee tonen de socialisten aan dat zij, ondanks hun nieuwe realisme, hun oude stokpaardje nog steeds niet voorgoed op stal hebben gezet. Zo blijkt maar weer dat de lessen uit het verleden doorgaans slecht ter harte worden genomen.

Voor 's lands economie is het te hopen dat het CDA voldoende tegengas zal kunnen geven om de PvdA van een hernieuwd potverteren af te houden. Wil ons land op de internationale markten kunnen blijven concurreren, dan is een voortzetting van het beleid van loonmatiging en sanering van de overheidsuitgaven onontbeerlijk. Wordt een andere weg ingeslagen, dan zal de kiezer uiteindelijk de rekening gepresenteerd krijgen. Het is maar dat u het weet.

drs. F. W. den Boef

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1989

De Banier | 20 Pagina's

Lubbers’ karwei is nog niet af

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1989

De Banier | 20 Pagina's