Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buiten onze grenzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiten onze grenzen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERANDERINGEN IN ALGERIJE

Eind vorig jaar braken in Algerije hevige onlusten uit. De groeiende ontevredenheid over de sterke prijsstijgingen, de schaarste aan levensmiddelen en de grote werkloosheid ontlaadde zich in het plunderen van regeringsgebouwen en winkels. Sinds 1962, het jaar waarin Algerije uiteindelijk z'n onafhankelijkheid verkreeg, had men in Algiers niet meer zo'n uitbarsting van geweld meegemaakt. De regering kondigde de staat van beleg af en wist door het inzetten van politie en leger de rust te doen wederkeren.

In een televisietoespraak kondigde president Chadli aan dat een groot aantal politieke hervormingen zou worden doorgevoerd. De voorgestelde hen'ormingen zouden via een referendum ter goedkeuring aan het Algerijnse volk worden voorgelegd. De regering hield woord en op 23 februari 1989 konden de Algerijnen zich in een referendum uitspreken over een nieuwe grondwet. De nieuwe grondwet werd met 74% van de uitgebrachte stemmen goedgekeurd, en dat bij een opkomst van bijna 79%! Hoewel Algerije ook onder deze nieuwe grondwet een éénpartijstaat zal blijven, zijn er toch heel wat „democratische correcties" in deze grondwet aangebracht. Hiermee lijkt een kader te zijn gegeven waarbinnen Algerije z'n problemen kan oplossen.

Toch zullen die problemen niet in een handomdraai zijn op te lossen. Veelzeggend was bijvoorbeeld dat ten tijde van het referendum twee islamitische predikers besloten een „Front islamique de salut" op te richten. Volgens één van hen leed het geen twijel dat het uur van de verandering was aangebroken en dat men nu „het volk bij de hand moest nemen en, zo Allah het wil, de islamitische staat verwezenlijken". Deze uitspraak toont ons de groeiende invloed van het islamitisch fundamentalisme, waarmee ook Algerije de laatste jaren te maken heeft gekregen. Daarnaast hebben de problemen in Algerije alles te maken met het koloniale verleden.

MOEIZAME ONAFHANKELIJKHEID

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Frankrijk te maken met het Algerijnse nationalisme en het streven naar onafhankelijkheid. Door het Franse „koloniale model" zou de weg naar de onafhankelijkheid een moeizame weg vol geweld blijken te zijn. Frankrijk voerde in de konoliën namelijk een strak bewind waarbij het bestuur direkt door de Franse ambtenaren werd uitgeoefend. Daarbij werd de Franse taal en cultuur toonaangevend voor de maatschappelijke elite en de intellectuelen. Daarnaast vestigden zich in Algerije sinds 1830 ruim een miljoen Franse kolonisten die Algerije in feite niet als een kolonie, maar als een integraal deel van Frankrijk beschouwden. Het zal duidelijk zijn dat op deze manier geen „inheemse bestuurstraditie" ontstond en dat door de sterke „verfransing" en het grote aantal „Franse Algerijnen" het onafhankelijkheidsproces wel traumatisch moest gaan verlopen. De problemen in Algerije brachten Frankrijk dan ook op de rand van een burgeroorlog toen president De GauUe in 1961 werd geconfronteerd met een militaire staatsgreep.

Toch konden deze dramatische gebeurtenissen de zelfstandigheid voor Algerije niet tegenhouden. In 1962 werd Algerije onafhankelijk en werd de jarenlange strijd tussen het Algerijnse bevrijdingsfront FLN en het Franse leger gestaakt.

Als „sterke man" kwam in Algerije de FLN-leider Ben Bella naar voren. Belangrijk was dat hij ook de steun van het leger had. Al bij de eerste verkiezingen van 1962 kon alleen worden gestemd op kandidaten van de FLN, een „beweging" die als de drijvende kracht achter de onafhankelijkheid toen grote populariteit genoot. Premier Bella volgde een linkse koers met het doel „socialisering" van de samenleving. Daarbij omgaf hij zich met keur van buitenlandse adviseurs, meest uit marxistische hoek. Econo­ misch stond de regering van Bella voor grote problemen. De economie was voornamelijk in handen geweest van de „Franse Algerijnen", die na de onafhankelijkheid met honderdduizenden naar Frankrijk terug gingen. In de buitenlandse politiek koos de Algerijnse regering voor aansluiting bij de pan-arabische beweging van de Egyptische president Nasser.

STAATSGREEP BOUMEDIENNE

In 1965 werd Ben Bella via een militaire staatsgreep aan de kant gezet. De minister van defensie, kolonel Boumedienne, nam de macht over. De geheel door militairen beheerste Revolutionaire Raad werd het hoogste gezagsorgaan. In de jaren hierna zou Boumedienne erin slagen steeds meer macht naar zich toe te trekken. In de grondwet werd vastgelegd dat de hoogste macht berustte bij de president.

Ook op economisch gebied koos de nieuwe regering voor een andere koers. Alle nadruk kwam te liggen op de zware industrie. Daarbij probeerde ze haar greep op de economie te versterken door o.a. de olie- en gaswinning te nationaliseren. Door de sterke stijging van de olieprijzen na 1973 kreeg Algerije de middelen om de opbouw van de economie te betalen.

De buitenlandse politiek van Boumedienne kenmerkte zich door een grote solidariteit met alle mogelijke „bevrijdingsbewegingen". In de hoofdstad Algiers waren aile organisaties, van de Amerikaanse „Black Panters" tot het Zuidafrikaanse „ANC", wel vertegenwoordigd. Deze politieke koers van Algerije leidde tot conflicten en tijdelijke verbrekingen van diplomatieke contacten met Westerse landen als de Verenigde Staten en Engeland. Met Frankrijk bleef een bijzondere „band" bestaan, alleen al vanwege het feit dat bijna een miljoen Algerijnen in Frankrijk werkte. Verder ging het grootste deel van de export nog altijd naar Frankrijk en werkten veel Franse leerkrachten in het Algerijnse onderwijs.

Van de beoogde "arabisering" van de samenleving kwam dan ook niet veel terecht. Voorlopig bleef kennis van de Franse taal de sleutel om toegang te krijgen tot de betere banen!

GROEIENDE PROBLEMEN

In 1978 overleed Boumedienne en schoven de militairen kolonel Chadli naar voren als zijn opvolger. Hij verlegde de koers wat meer naar rechts. Zo draaide hij een aantal socialistische maatregelen terug en ruimde hij een weer wat grotere plaats in voor de vrije-markt-sector. Deze wat liberalere koers leidde ook tot de vrijlating van een aantal politieke gevangenen. Ook op het gebied van de buitenlandse politiek werden de bakens wat verzet. De bemiddelende rol van Algerije in1981 bij het gijzelingsdrama in Teheran leidde tot een verbetering van de betrekkingen met de Verenigde Staten. Vice-president Bush bracht in 1982 een bezoek aan Algiers en in 1985 bezocht president Chadli Washington. Chadli's buitenlandse politiek was er vooral op gericht om tot een betere verstandhouding te komen met de Noordafrikaanse buurlanden. Wat dit betreft betekende de Arabische topconferentie te Algiers vorig jaar voor hem een groot succes. Na afloop van de conferentie vond een informele ontmoeting plaats tussen de staatshoofden van Libië, Tunesië, Algerije, Marokko en Mauritanië. Dat was voor het eerst sinds deze landen zelfstandig waren geworden! Een diplomatieke doorbraak als we beseffen hoe groot de tegenstellingen zijn tussen kolonel Kadhafi van Libië en koning Hassan van Marokko, vanwege Hassans contacten met Israël, en tussen Algerije en Marokko over de voormalige Spaanse Sahara, waar Algerije de bevrijdingsbeweging Pohsario steunt.

Ondertussen waren er economisch gezien zware tijden aangebroken voor Algerije. De abrupte daling van de olieprijzen in 1985 bezorgde het land, dat voor 95% afhankelijk is van de export van olie en gas, grote problemen. De inkomsten uit olie- en gasexport daalden van ruim dertien miljard in 1985 naar zo'n zeven miljard in 1987. Verschillende economische opbouwprogramma's moesten noodgedwongen worden stopgezet. De werk­ loosheid liep op tot zo'n achttien procent van de beroepsbevolking, terwijl onder de jongeren zelfs de helft zonder werk kwam te zitten! Verder zorgde een voortwoekerende inflatie voor toenemende armoede.

Hierbij kwam de groeiende invloed van de islamitische fundamentalistische beweging. De islam was vanaf het begin belangrijk geweest in Algerije. Het was al een belangrijke inspiratiebron van verzet tegen de Franse overheersing en na 1962 fungeerde de islam als een pijler onder de staatsideologie, die verder vooral socialistische elementen bevatte. In de grondwet van 1976 werd de islam zelfs tot staatsgodsdienst uitgeroepen. Maar bepaalde groepen, die zich vooral lieten inspireren door de ontwikkelingen in Iran, wensten veel verder te gaan. Zij wilden de samenleving organiseren volgens de regels van de Koran en zij verweten de regering laksheid op dit gebied. Vanaf het aantreden van Chadli waren er voortdurend incidenten die hun oorsprong vonden in deze vleugel van de islam. Zo werden in de zomer van 1987 nog 202 islamitische activisten veroordeeld tot langdurige gevangenisstraffen. Met het verslechteren van de levensomstandigheden voor de gemiddelde Algerijn raakte de fundamentalistische kritiek op de luxe levensstijl van de bevoorrechten, en hun oproep tot een rechtvaardiger op de Koran gebaseerde samenleving, een steeds gevoeliger snaar!

Bovendien was een nieuwe generatie opgegroeid die niet meer wist van de grote rol die het FLN had gespeeld bij de onafhankelijkheidsstrijd en die verlangden naar meer democratische rechten. Zo merkte de zoon van een oud-strijder tegenover journalisten op: "Niets van de zaken waarvoor mijn vader in de Onafhankelijkheidsoorlog heeft gevochten, hebben wij op binnenlands gebied gekregen; geen vrijheid, geen gelijkheid, geen socialisme, geen democratie, geen onafhankelijkheid. Wat we wel hebben gekregen is kolonisatie door onze eigen mensen: opnieuw werden onze rechten gestolen."

POLITIEKE HERVORMINGEN

Zoals we al zagen ontlaadden deze onlustgevoelens van verschillende aard zich in de grote stakingen en gewelddadigheden van vorig najaar.

Daarna kwam president Chadli met toezeggingen dat er politieke hervormingen zouden komen. Zo sprak hij voor de televisie o.a.: "Zelfs als het noodzakelijk was om dramatische beslissingen te nemen ten einde de ondergang van het land te verhinderen, heb ik u begrepen. De verandering die u eist is legitiem". Door dit optreden kreeg de president een groot deel van de bevolking weer achter zich. In de straten klonk niet langer het "Chadli moordenaar", maar "Leve ChadH". Op 23 februari stemde een overgrote meerderheid per referendum in met de nieuwe "grondwet van 1989". In de nieuwe grondwet wordt in principe de weg geopend naar een meerpartijenstelsel, waar artikel 40 bepaalt dat "het recht om verenigingen met een politiek karakter te vormen wordt erkend". Verder garandeert de nieuwe grondwet de individuele vrijheid en de vrijheid van meningsuiting.

In de uitleg van president Chadli zullen er voorlopig geen andere politieke partijen naast het FLN komen. Hij stelt dat de nieuwe grondwet mogelijkheden biedt voor een democratische controle op de regeringspartij FLN. Verder dringt hij er bij zijn partij op aan weer terug te keren tot de vroegere situatie, toen het FLN een breed front vormde van meerdere stromingen. Hij typeerde het "meer-partijenstelsel" als een "gevaar voor de nationale eenheid". Maar tegelijk sloot hij zo'n ontwikkeling in de toekomst niet uit. Wat niet veranderde in de nieuwe grondwet is de officiële status van staatsgodsdienst voor de islam. En vanuit deze hoek komt veel kritiek op de nieuwe grondwet. In feite staan de fundamentahstische islamitische idealen haaks op deze wat meer richting democratie schuivende grondwet. Hoewel Algerije dus een politiek kader heeft gekregen waarbinnen langs de weg van overleg kan worden gewerkt aan oplossingen voor de problemen van het land, blijft de groeiende invloed van de rechtervleugel van de islam een instabiele factor vormen.

Leusden

Drs. H. Lensehnki

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 1989

De Banier | 20 Pagina's

Buiten onze grenzen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 1989

De Banier | 20 Pagina's