Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe Kieswet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Kieswet

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een dezer dagen verschijnt de nieuwe Kieswet in het Staatsblad. Daarmee is dan een eind gekomen aan de parlementaire behandeling van een wet die niet van belang ontbloot is voor raads-, staten-, kamerleden en de partijbesturen. In de vorige Banier is een belofte gedaan. De belofte dat gemeentebestuurders zullen worden bijgespijkerd voor wat betreft de voor hen belangrijkste veranderingen in de nieuwe Kieswet.

Het is overigens goed te weten dat de aangebrachte wijzigingen en de consequenties daarvan binnenkort door het ministerie van Binnenlandse Zaken aan de gemeentebesturen zullen worden toegezonden. Met dit Banierartikel is dus niet het laatste woord over deze materie gezegd.

KANDIDAATSTELLING

Op het Kerstenhuis en op de fractie is gebleken, dat overal in den lande vragen leven over de nieuwe Kieswet. Die vragen hebben betrekking op een viertal aspecten van deze wet. Ten eerste het tijdstip van de verkiezingen en de daarmee verband houdende kandidaatstelling. Artikel Fl, eerste lid, is wat dat betreft eigenlijk zo klaar als een klontje: "De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, de provinciale staten en de gemeenteraad vindt plaats op de dinsdag in de periode van 18 tot en met 24 januari." De verkiezingen hebben plaats in maart. Dat geldt ook voor de Kamerverkiezingen. Er is één uitzondering. Als raads-en/of staten­ verkiezingen samenvallen met de Kamerverkiezingen, dan verschuiven de Kamerverkiezingen naar mei.

Tussen twee haakjes: dat laatste was niet wat de regering oorspronkelijk voor ogen stond. In het wetsvoorstel dat zij indiende koos zij voor de omgekeerde volgorde: niet de Kamerverkiezingen zouden verschuiven, maar de verkiezingen voor de provinciale staten of de gemeenteraad. De Kamer draaide dit echter om toen de meerderheid steun verleende aan het amendement van de CDA-kamerleden Tegelaar-Boonacker en Koetje.

TIEN HANDTEKENINGEN

Een wijziging in vergelijking met de oude Kieswet is verder dat bij de inlevering van de kandidatenlijst nog maar tien handtekeningen nodig zijn. Dat aantal was 25. De Kieswet zegt het zo: "Bij de lijst worden overlegd tenminste tien schriftelijke verklaringen van kiezers dat zij de lijst ondersteunen. Op deze verklaringen worden de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde vermeld als op de lijst." De verplichting van tenminste tien handtekeningen geldt niet voor partijen die reeds in het vertegenwoordigend orgaan zitting hebben. Van belang is ook dat degene die de kandidatenlijst indient dan wel wil ondersteunen met zijn handtekening, gevraagd kan worden zich te legitimeren.

REGISTRATIE

Een nieuwigheid is vervolgens dat re­ gistratie van een politieke groepering die wil deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen alleen mogelijk is als deze groepering een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is. Het voorstel van de regering was deze eis alleen te laten gelden voor de Kamer en de statenverkiezingen. Een PvdAamendement betrok hierbij echter ook de gemeenteraden.

In datzelfde verband moet worden genoemd de waarborgsom. Een politieke groepering die zich ten behoeve van de verkiezingen wil laten registreren moet nu ook een waarborgsom betalen die zij alleen terugkrijgt als daadwerkelijk een kandidatenlijst wordt ingediend. De hoogte van deze waarborgsom bedraagt als het gaat om registratie voor de gemeenteraden f 250, - . De eisen van volledige rechtsbevoegdheid en waarborgsom zijn in de wet opgenomen om te voorkomen dat groeperingen zich laten registreren zonder daarbij de bedoeling te hebben ook echt aan de verkiezingen deel te nemen. Dat wil met name in gemeenten nog wel eens het geval zijn, zo leert het verleden. Niet-serieuze groeperingen kunnen nu worden geweerd. Daar komt bij dat de eis van volledige rechtsbevoegdheid het mogelijk maakt dat groeperingen die door de rechter zijn verboden en ontbonden nu niet meer mee kunnen doen.

INLEVERING KANDIDATENLUST

Een volgende stap die gezet moet worden op weg naar de gemeenteraad is de inlevering van de kandidatenlijst. Ook hier is sprake van een waarborgsom om een al te lichtzinnig meedoen met de verkiezingen tegen te gaan. Voor indiening van een kandidatenlijst om deel te nemen aan raadsverkiezingen geldt voortaan de eis dat eerst een bedrag van f 500, - moet worden gestort (artikel H14). Die verplichting geldt niet indien een partij reeds met één of meer zetels in de raad zit. Wanneer bij de verkiezingen blijkt dat de lijst minder dan 75% van de kiesdeler behaalt dan vervalt de waarborgsom aan de gemeente.

LIJSTENCOMBINATIE

"Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is, dat volgens de nieuwe wet ook op gemeentelijk niveau lijstverbindingen tot de mogelijkheden zullen gaan behoren." Dat schreef mr. Van den Berg in de Banier van 2 juni jongstleden. Deze nieuwe mogelijkheid, in de termen van de Kieswet "lijstencombinatie" genoemd, heeft veel vragen opgeroepen. Die betreffen niet zozeer de wijze waarop de lijstencombinatie tot stand moet komen (artikelen 110-11), maar veeleer de eventuele uitwerking daarvan als de stemmen zijn geteld. Daarmee belanden we dan tevens bij het vraagstuk van de vaststelling van de verkiezingsuitslag en de verdeling van de (rest)zetels.

(REST)ZETELS

Veel verwarring is in het verleden ontstaan door het gebruik van het woord "zetel". Daarbij moet alijd goed in het achterhoofd gehouden worden dat wanneer sprake is van toekenning van een zetel dat ook een restzetel kan zijn. Immers, in tegenstelling tot de gang van zaken bij de Kamerverkiezingen, is het op gemeenteraadsniveau mogelijk dat een partij in de raad komt met een restzetel. Daartoe moeten twee categorieën van gemeenten worden onderscheiden: gemeenten met 19 raadsleden of meer en gemeenten met minder dan 19 raadsleden. In gemeenten met minder dan 19 raadszetels hanteert men als het gaat om de restzetelverdeling het systeem van de grootste overschotten. Dat is een systeem dat in het voordeel werkt van de kleine partijen. Vandaar dat men in die kleinere gemeenten bovendien nog eens een getalsmatige kiesdrempel heeft ingebouwd, te weten dat een partij tenminste 75% van de kiesdeler moet halen.

In de grote gemeenten (19 zetels of meer) worden de zetels verdeeld op basis van het stelsel van het grootste gemiddelde. Omdat dat systeem in het voordeel is van de grote partijen en in het nadeel van de kleintjes, is in deze categorie gemeenten geen sprake van een getalsmatige kiesdrempel. Immers: het systeem als zodanig is reeds een rem op de toelating van kleine partijen. Want in de praktijk blijkt dat een partij in die gemeenten pas dan een reële kans heeft op een zetel als ze ongeveer 80 a 90 procent van de kiesdeler weet te halen.

Eén ding moet nu helder zijn. In beide categorieën gemeenten is het mogelijk dat een partij een vertegenwoordiger in de raad krijgt die daar zit op basis van een restzetel. Even een zijsprongetje: bij de Kamer is dat anders. Daar moet een partij, wil ze een vertegenwoordiger kunnen krijgen, een volledige zetel in de wacht slepen, dat wil zeggen dat die partij de kiesdeler moet halen.

LIJSTENCOMBINATIE

Dan nu de vraag in hoeverre het verstandig en nuttig is een lijstencombinatie aan te gaan met een andere partij dan wel andere partijen. Van groot belang is artikel P4 van de nieuwe Kieswet. Lid 2 van dat artikel luidt: "Een lijstencombinatie wordt slechts in aanmerking genomen, indien aan tenminste twee van de verbonden lijsten een zetel zou zijn toegewezen, indien geen lijstencombinaties zouden zijn gevormd. Verbonden lijsten die zelfstandig geen zetel zouden hebben verworven, worden geacht geen deel uit te maken van de lijstencombinatie." Nog even voor alle duidelijkheid: waar hier gesproken wordt over "zetel" kan daaronder ook verstaan worden een restzetel (verkregen volgens het systeem van de grootste gemiddelden öf het systeem van de grootste overschotten).

Kiesverenigingen die met de problematiek van al of niet lijstencombinatie worstelen weten in ieder geval één ding zeker: wanneer twijfelachtig is of men erin zal slagen zelfstandig een zetel te behalen, dan is en blijft lijstineenschuiving de beste mogelijkheid. Niet alleen met het oog op een eventuele zetel, maar ook lettend op de waarborgsom. Maar praten we over lijstineenschuiving dan hebben we het over iets anders dan de lijstencombinatie.

Wanneer is een lijstencombinatie zinvol? Lijstencombinatie is alleen zinvol met partijen die ook zelfstandig een (rest)zetel zouden hebben behaald. Stel dus dat er drie partijen meedoen in een lijstencombinatie, en één van die partijen zou, als ze los van de anderen zou hebben geopereerd, geen (rest)zetel in de wacht hebben gesleept, dan zijn de stemmen uitgebracht op die partij van nul en generlei waarde voor de andere twee partijen. Die stemmen gaan zoals dat wel genoemd wordt, "op de grote hoop". Ze kunnen overal terechtkomen.

Voor een goed begrip van dit punt is het goed in dit verband nog een andere opmerking te maken. Dat is deze: als een aan een combinatie deelnemende partij in een gemeente met minder dan 19 raadszetels zeg 79% van de kiesdeler heeft gehaald is dat nog geen garantie dat de lijstencombinatie effect heeft.

Dat is pas dan het geval als die 79% van de kiesdeler een (rest)zetel zou hebben opgeleverd indien er geen lijstencombinatie was geweest. En dat is lang niet altijd het geval. Die kans is er wel, maar het hangt er maar helemaal van af in hoeverre andere partijen wellicht grotere overschotten hadden. Als een andere partij een groter overschot heeft, dan zou deze andere partij die zetel hebben binnengehaald, en dus niet de partij die in de combinatie zit. En in dat geval telt die "combinatiepartij" niet meer mee voor de combinatie.

De consequentie hiervan is, om het in de woorden van mr. Van den Berg te zeggen (De Banier van 2 juni): "Voor een partij, die niet op eigen kracht een zetel zou behalen, blijft - als men geen stemmen verloren wil laten gaan - de lijstineenschuiving, evenals thans, de enige mogelijkheid."

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 1989

De Banier | 20 Pagina's

Nieuwe Kieswet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 1989

De Banier | 20 Pagina's