Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de Algemene Vergadering van de Staatkundig Gereformeerde Partij, gehouden op 24 februari 1990 te Utrecht in de Jaarbeurs-Congreszaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de Algemene Vergadering van de Staatkundig Gereformeerde Partij, gehouden op 24 februari 1990 te Utrecht in de Jaarbeurs-Congreszaal

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

OPENING

Ds. D. Slagboom opent als voorzitter om 10.00 uur de vergadering. Hij verzoekt te zingen Psalm 99 de verzen 1 en 2, gaat voor in gebed en leest Jeremia 14 de verzen 1 tot en met 8, en bepaalt de aandacht van de aanwezigen bij het laatste vers: „O Israels verwachting, zijn Verlosser in tijd van benauwdheid, waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling in het land en als een reiziger, die slechts inkeert om te vernachten? "

De voorzitter heet allen hartelijk welkom en spreekt er zijn blijdschap over uit dat zoveel jongeren in ons midden zijn. Voorts vestigt hij de aandacht op de toenemende zedelijke ontaarding van ons volk: het al meer toepassen van euthanasie, verachting van het huwelijk alsmede ontheiliging van de zondag.

TELEGRAM AAN H. M. DE KONINGIN

De voorzitter stelt voor het volgende telegram te zenden aan Hare Majesteit de Koningin met welk voorstel de vergadering instemt.

„Hare Majesteit de Koningin, 's-Gravenhage.

De Staatkundig Gereformeerde Partij, in Algemene Vergadering te Utrecht in de Jaarbeurs Congreszaal bijeen, biedt Uwe Majesteit haar eerbiedige hulde en aanhankelijkheid en bidt U toe Uw hoge taak in deze tijd van diep verval in gebondenheid aan Gods Woord en Wet te mogen vervullen, daar in het onderhouden van Gods geboden grote loon ligt.

Zij wenst voorts U en Uw Koninklijk Huis Gods onmisbare Zegen toe.

De partijsecretaris,

C. G. Boender.

Utrecht, 24 februari 1990".

Na het voorlezen van het telegram zingt de vergadering staande de coupletten 1 en 6 van ons volkslied.

Van de Dienst van het Koninklijk Huis is d.d. 27 februari 1990 hiervoor een dankbrief ontvangen op verzoek van Hare Majesteit de Koningin.

Deze brief is reeds opgenomen in De Banier d.d. 8 maart 1990 op bladzijde 16.

REDE VAN IR. VAN DER VLIES

De heer Van der Vlies spreekt als voorzitter van onze Tweede Kamerfractie de partijrede uit getiteld: „Al wisselen haar tonelen". Na het uitspreken van deze rede dankt de voorzitter de heer Van der Vlies voor deze partijrede. Op de vraag van de voorzitter aan de heer Van der Vlies of hij deze rede belangeloos ter beschikking van de partij wil stellen, antwoordt de heer Van der Vlies bevestigend.

Aangezien deze partijrede voor een ieder te koop is, wordt deze niet in De Banier opgenomen.

De voorzitter verzoekt hierna de vergadering te zingen Psalm 119 vers 45.

BENOEMING LEDEN STEMBUREAU

De voorzitter deelt mede dat de volgende personen door het Hoofdbestuur als lid zijn benoemd: 1. H. Franssen te Leiden; 2. E. A. van 't Hul te Wageningen; 3. E. J. Jansen te Garderen; 4. A. Klerk te Veen; 5. J. de Koning te Garderen; 6. J. Paardekoper te Oostkapelle; 7. A. Schouls te Leiden; 8. G. Valkenburg te Wageningen; 9. A. Vos te Veen.

Tot voorzitter is benoemd de heer A. Wisse te Domburg.

Allen nemen hun benoeming aan.

VERSLAG VAN DE ALGEMENE VERGADERING 1989

De voorzitter deelt mede, dat dit verslag is opgenomen in De Banier van 6 april 1989. Hij vraagt wie opmerkingen heeft over dit verslag.

Loenen aan de Vecht heeft bezwaar tegen het woordje „slechts" dat staat vermeld op bladzijde 9.

Zij vindt dit discriminerend voor de vóórstemmers. Besloten wordt het woordje „slechts" te schrappen.

Daar verder geen opmerkingen over dit verslag worden gemaakt keurt de vergadering dit verslag goed.

De voorzitter dankt degene die dit verslag heeft geschreven.

VERSLAG VAN DE HUISHOUDELIJKE VERGADERING D.D. 25 NOVERMBER 1989

De voorzitter deelt mede dat dit verslag met de agenda voor deze vergadering is toegezonden aan de secretarissen van de kiesverenigingen.

Daar geen opmerkingen worden gemaakt keurt de vergadering dit verslag goed.

De voorzitter dankt degene die dit verslag heeft geschreven.

De partijsecretaris, de heer C. G. Boender, brengt zijn jaarverslag uit over 1989 welk verslag is opgenomen in de Banier van 8 maart 1990 waarnaar wordt verwezen.

De heer ds. drs. J. J. Tigchelaar, voorzitter van het Studiecentrum, doet mededeling van het verschijnen van een nieuwe katern, genaamd "Strafrechtspleging en Reformatie" (katern 30) geschreven door mr. drs. F. W. J. den Ottolander.

Hij biedt deze katern vervolgens het Hoofdbestuur aan waarvoor de voorzitter dankzegt.

De heer Pijl doet een aantal mededelingen van huishoudelijke aard, alsmede inzake de stands in de ontmoetingshal waar de aanwezigen in de pauze hun inkopen kunnen doen. In het bijzonder vestigt hij de aandacht op het thans verschenen SGP-adresboek 1990 en op een nieuwe uitgave in één omslag van de Statuten, het Algemeen Reglement, het Program van beginselen en het Gemeenteprogram.

COLLECTE

Hierna wordt er een collecte gehouden ter bestrijding van de kosten van de maaltijd. Deze collecte heeft opgebracht f15.763, 35.

Tijdens het collecteren wordt gezongen Psalm 33 de verzen 8 en 9.

De voorzitter merkt op dat de heer Reijers uit Ede thans voor de tiende achtereenvolgende maal in ons midden is om het zingen met zijn spel te begeleiden. Een woord van welgemeende dank daarvoor wordt gericht tot de heer Reijers. Dat dankwoord gaat vergezeld van een geschenkenbon.

Vervolgens wordt van 12.30 uur tot 14.00 uur gepauzeerd. Vóór de pauze doet, op verzoek van de voorzitter, ds. De Jong een gebed voor de maaltijd.

Na de pauze verzoekt de tweede voorzitter, ds. Hovius, de vergadering te zingen Psalm 45 vers 5 waarna hij een gebed doet ter opening van de middagvergadering.

De voorzitter deelt mede dat uit het door de voorzitter van het stembureau ondertekende proces-verbaal het volgende blijkt.

Door de 457 afgevaardigden zijn 375 stemmen uitgebracht op de heer C. G. Boender en 414 stemmen op ds. S. de Jong. Beiden nemen hun herbenoeming aan.

In de vacature ontstaan door het vertrek van de heer K. van der Plas zijn 299 stemmen uitgebracht op de heer H. Uil en 151 stemmen op de heer P. Zevenbergen. De heer H. Uil is dus met grote meerderheid van stemmen gekozen.

Na de mededeUng daarvan door de voorzitter antwoordt de heer Uil deze benoeming met Gods hulp te willen aanvaarden.

De voorzitter deelt mede dat de heer Van der Plas de wens te kennen heeft gegeven nu afscheid te willen nemen en dus niet op de eerstkomende hoofdbestuursvergadering.

De voorzitter dankt de heer Van der Plas voor het werk dat hij als hoofdbestuurslid voor de partij heeft gedaan in de periode van 17 jaren dat hij lid van het Hoofdbestuur is geweest. De heer Van der Plas verlaat het Hoofdbestuur in verband met zijn vele andere werkzaamheden zowel op kerkelijk als op zakelijk terrein, aldus de voorzitter. Ter gelegenheid van zijn afscheid wordt hem namens de partij een envelop met inhoud aangeboden.

In zijn dankwoord deelt de heer Van der Plas nog mede dat hij gedurende 40 jaren de partijdagen heeft bijgewoond. Met droefheid moet hij constateren dat in de pauze thans zulke gesprekken als toen helaas niet meer worden gehoord. Tenslotte verzoekt hij de vergadering te zingen Psalm 106 vers 2.

Vervolgens dankt de voorzitter de leden van het stembureau voor de door hen verrichte werkzaamheden.

JAARVERSLAG VAN DE PARTIJPENNINGMEESTER OVER 1989

De partijpenningmeester, de heer J. Pijl, brengt zijn jaarverslag over 1989 uit welk verslag is opgenomen in De Banier van 22 maart 1990 waarnaar wordt verwezen.

VERSLAG CONTROLECOMMISSIE OVER 1989

De voorzitter leest het volgende verslag voor.

„Aan de Algemene Vergadering 1990 van de Staatkundig Gereformeerde Partij

Ondergetekenden, drs. G. Boonzaaijer te Capelle aid IJssel, M. den Hollander te Vlaardingen, J. Soet te Krimpen a/d IJssel ingevolge artikel 7 van het Algemeen Reglement door het Hoofdbestuur aangewezen als leden van de Controlecommissie voor het boekjaar 1989 verklaren de financiële administratie van de partij over het boekjaar 1989 alsmede de rekening van baten en lasten over 1989 met een totaal van f 863.323, 53 aan baten en f 889.989, 99 aan lasten en de balans per 31 december 1989 met een totaal van f 1.246.909, 16 te hebben gecontroleerd en akkoord bevonden.

Zij verzoeken u de partijpenningmeester hiervoor te dechargeren.

drs. G. Boonzaaijer

M. den Hollander

J. Soest

’s-Gravenhage, 17 februari 1990

Op voorstel van de voorzitter besluit de vergadering het verslag van de Controlecommissie goed te keuren.

Hierna dankt de voorzitter de partijsecretaris van de partijpenningmeester voor de door hen in het jaar 1989 voor de partij uitgevoerde werkzaamheden en spreekt de wens uit dat ook zij in het jaar 1990 de krachten zullen mogen ontvangen om wederom dienstbaar te zijn voor onze partij.

Vervolgens heet hij namens de partij de heer D. Nieuwenhuis uit Hoofddorp welkom als hoofd van het Partijbureau. In het jaarverslag van de partijpenningmeester is namelijk medegedeeld dat de heer Nieuwenhuis is benoemd per 1 maart 1990.

Voorts dankt de voorzitter de leden van de Controlecommissie voor de door hen uitgevoerde werkzaamheden.

BENOEMING CONTROLECOMMISSIE 1990

De voorzitter doet de volgende mededeling.

"Ingevolge artikel 7 van het Algemeen Reglement zijn door het Hoofdbestuur in zijn vergadering van 13 januari 1990 voor het boekjaar 1990 als leden benoemd:

M. den Hollander te Vlaardingen (voor de derde maal); drs. G. Boonzaaijer te Capelle a/d IJssel (voor de tweede maal); drs. H. L. van der Kolk te Nieuw Vennep (voor de eerste maal).

en als plaatsvervanger drs. J. Doomebal te Opheusden.”

VOORSTEL VAN HET HOOFDBESTUUR

Het voorstel staat vermeld in de agenda voor deze vergadering en is tevens opgenomen in De Banier d.d. 25 januari 1990, waarnaar wordt verwezen.

Het voorstel betreft de vaststelling van de ledenbijdrage voor de partijkas voor de jaren 1990 (f 15, - per lid) en 1991 (f 17, 50 per lid).

De voorzitter vraagt wie over dit voorstel het woord wenst.

Oud-Beijerland heeft bezwaren tegen de voor 1991 voorgestelde verhoging en verzoekt het Hoofdbestuur dit voorstel terug te nemen. Zij meent dat deze verhoging niet nodig is.

Ook Barendrecht, Uddeï en Rijssen hebben bezwaren. Zij vrezen dat daling van het ledenaantal het gevolg zal zijn van deze verhoging.

De partijpenningmeester beantwoordt de gestelde vragen waaruit blijkt dat hij de mening van de bezwaarden niet deelt. Uit de hierna gehouden stemming blijkt dat de overgrote meerderheid van de afgevaardigden achter dit voorstel staat zodat het is aanvaard.

VOORSTEL VAN DE KIESVERENIGING THOLEN

Zij stelt voor artikel 12 van het Algemeen Reglement (handelende over de afvaardiging) zodanig te wijzigen dat grotere verenigingen meer afgevaardigden kunnen zenden. Tholen meent dat op die wijze een betere peiling van de mening van de leden mogelijk zal zijn.

De voorzitter deelt mede dat de meerderheid van de P^ad van Advies heeft geadviseerd dit . jrstel te verwerpen. Nadat meerdere afgevaardigden over dit voorstel het woord hebben gevoerd geeft de voorzitter dit voorstel in stemming. De meerderheid van de afgevaardigden blijkt tegen dit voorstel te zijn zodat het is verworpen.

VRAAG VAN DE KIESVERENING VAN GENEMUIDEN

Zij vraagt of het gesprek tussen het Hoofdbestuur en die kiesvereniging waar vrouwen lid zijn heeft plaatsgevonden. Zo ja, wat is daarvan het resultaat?

De voorzitter antwoordt dat bedoeld gesprek inderdaad heeft plaatsgevonden. Het resultaat is dat het bestuur van de bedoelde kiesvereniging zal trachten, zolang het betreffende rapport van het Hoofdbestuur nog niet gereed is, een oplossing te vinden.

VRAAG VAN DE KIESVERENIGING VAN SPRANG-CAPELLE

Zij vraagt hoeveel de ledenbijdrage voor de partijkas zou moeten zijn indien hierin zou zijn begrepen een abonnement op De Banier.

De voorzitter deelt mede dat de partijpenningmeester deze vraag zal beantwoorden.

Zijn antwoord luidt als volgt. Sprang-Capelle vraagt hoeveel de ledenbijdrage zou moeten zijn indien hierin zou zijn begrepen een abonnement op ons partijorgaan De Banier. Momenteel is slechts 20% van de leden op De Banier geabonneerd. Van deze 20% wordt nu ontvangen naast de ledenbijdrage van f 15-aan abonnementsgeld f 40, - , alzo tezamen f 55, - per jaar.

De overige 80% van de leden is helaas geen abonnee op De Banier. Van deze leden wordt slechts f 15, - per jaar ontvangen. Indien alle 23.000 leden De Banier zouden krijgen behoeft geen abonnementsgeld te worden geïnd doch zou de ledenbijdrage inclusief het partijorgaan zijn. De partijbijdrage zou dan met f 25, - moeten worden verhoogd en dus f 40, - worden. Dat betekent dat voor de 20% van de leden die nu abonnee zijn in zulk een geval f 15, - minder moet worden betaald (f 40-7" plaats van f 55, - ) en voor de overige leden f25, - meer (f 40, - in plaats van f 15, - ). Rest de vraag of in zulk een geval alle 23.000 leden lid zouden blijven: f 25, - meer betalen door diegenen die nu geen abonnee zijn is altijd nog heel wat!

Wanneer de partij zou besluiten de ledenbijdrage te verhogen naar f 40, - (inclusief De Banier) zou de vrees gewettigd zijn dat een aantal leden zou bedanken.

Een andere mogelijkheid is dat de besturen van kiesverenigingen het abonnement op De Banier plaatselijk zouden koppelen aan het lidmaatschap. De ledencontributie zou dan met het abonnementsgeld worden verhoogd. Afdracht daarvan zou dan plaats kunnen hebben door de penningmeester van de kiesvereniging.

De besturen van kiesverenigingen kunnen beide mogelijkheden bezien en desgewenst met voorstellen komen. Wij hopen dat Sprang-Capelle voldoende geïnformeerd is. Wij zijn te allen tijde bereid hierover nadere informaties te verstrekken.

VRAAG VAN DE KIESVERENIGING VAN WOERDEN

Zij vraagt waarom concept-verkiezingsprogramma's voor de Tweede Kamerverkiezingen niet eerst worden voorgelegd aan de kiesverenigingen zoals dit bij andere partijen geschiedt. De voorzitter merkt allereerst op dat van de vraagstelster d.d. 22 februari 1990 een brief is ontvangen waarin wordt medegedeeld dat het hier slechts om een vraag gaat en niet om een voorstel. Zij vreest namelijk dat naar aanleiding van een artikel in het Reformatorisch Dagblad d.d. 17 februari 1990 de indruk is gewekt dat het hier om een voorstel gaat. De voorzitter beantwoordt de gestelde vraag als volgt.

Het samenstellen van bedoelde programma's in concept geschiedt door door het Hoofdbestuur ingestelde commissies. Bij de samenstelling van deze commissies wordt steeds gezorgd voor een inbreng van de partij. Toegezegd wordt dat in het vervolg de partij-inbreng zal worden vergroot.

De definitieve vaststelling van bedoelde verkiezingsprogramma's vindt plaats door het Hoofdbestuur.

RONDVRAAG

Barneveld vraagt voortaan in de Banier steeds omstreeks 31 oktober een Hervormingsartikel op te nemen.

De voorzitter antwoordt dat dit verzoek zal worden doorgegeven aan de hoofdredacteur.

Voorts vraagt zij voortaan een eventuele spreker op de Algemene Vergadering namens Studiecentrum, Voorlichtings-en Vormingscentrum of LVSGS te vermelden op de agenda.

De voorzitter antwoordt dat dit niet altijd mogelijk is.

Bergambacht vraagt in het vervolg een advies van de Raad van Advies bij een voorstel voor de Algemene Vergadering op de agenda nader toe te lichten. De voorzitter antwoordt dat dit zoveel mogelijk zal geschieden.

Breukelen vraagt of het juist is dat op de laatstgehouden SGP-jongerendag iemand als spreker is opgetreden die ernstige kritiek op de SGP heeft.

De voorzitter antwoordt dat dit zal worden besproken met het bestuur van onze jongerenorganisatie.

De Bilt vraagt waarom de meerderheid van de Raad van Advies geadviseerd heeft het voorstel van Tholen te verwerpen.

De voorzitter antwoordt dat uit de vergadering van de Raad van Advies met het Hoofdbestuur geen mededelingen mogen worden gedaan.

Epe vraagt of onze partij contacten heeft met partijen in de Oostbloklanden.

De voorzitter antwoordt dat dit de aandacht heeft van zowel het Hoofdbestuur als van de Kamerfracties.

Giessenlanden vraagt waarom onze Tweede Kamerfractie onlangs gestemd heeft tegen de motie-Ter Veer (bij het landbouwbeleid).

Op voorstel van de voorzitter wordt deze vraag beantwoord door de heer Van der Vlies.

Hazerswoude vraagt de mening van het Hoofdbestuur en de Kamerfracties over kinderopvang.

De voorzitter antwoordt dat er groot verschil is tussen bijvoorbeeld gesubsidieerde kinderopvang voor buitenshuis werkende moeders en niet-gesubsidieerde kinderopvang tijdens kerkdiensten. Tegen eerstbedoelde kinderopvang hebben wij bezwaren.

Kesteren vraagt of voor de komende gemeenteraadsverkiezingen affiches kunnen worden geleverd door het Partijbureau.

De voorzitter antwoordt dat dit in beginsel niet mogelijk is omdat elke gemeente andere affiches wenst.

Kockengen vraagt of een lid van de partij het Program van beginselen volledig dient te onderschrijven. De voorzitter antwoordt bevestigend.

Middelhamis vraagt aandacht te besteden aan de rede die door ons Eerste Kamerlid is uitgesproken bij de behandeling van de Rijksbegroting voor 1990.

De voorzitter antwoordt dat dit zal geschieden (zie De Banier d.d. 8 maart 1990).

Moerkapelle vraagt of het advies van het Hoofdbestuur om als regel bij verkiezingen met een zelfstandige lijst uit te komen nog van kracht is. Uit De Banier heeft zij vernomen dat er bij de komende gemeenteraadsverkiezingen meer gecombineerde lijsten (SGP met GPV en/of RPF) dan zelfstandige lijsten (alleen SGP) zullen zijn.

De voorzitter antwoordt bevestigend en voegt daaraan toe dat bij de gemeenteraadsverkiezingen de beslissing, hoe men uitkomt, wordt genomen door de gemeentelijke kiesvereniging. Zij vraagt voorts of belangrijke uitspraken door de Tweede Kamerfractievoorzitter plaatsvinden na overleg met het Hoofdbestuur.

De voorzitter antwoordt dat zulks niet altijd het geval is.

Nieuwleusen vraagt om in de toekomst bij gemeenteraadsverkiezingen affiches te laten drukken door het Partijbureau, omdat dit naar haar mening kostenbesparend zou zijn. De voorzitter antwoordt dat dit nader zal worden onderzocht.

Ochten vraagt waarom het slotwoord op de Algemene Vergadering nimmer wordt uitgesproken door predikanten behorend tot de Oud Gereformeerde Gemeenten of de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

De voorzitter antwoordt dat het slotwoord - bij toerbeurt - wordt uitgesproken door de predikanten die lid zijn van het Hoofdbestuur. Dit geschiedde in het verleden dus ook door ds. M. A. Mieras.

Stolwijk vraagt of de maaltijd tijdens de Algemene Vergadering niet wat soberder kan zijn in het kader van de bezuinigingen. De voorzitter antwoordt dat dit zal worden bezien.

Waddinxveen vraagt naar het partijstandpunt met betrekking tot het gebruik van tropisch hardhout.

Op voorstel van de voorzitter wordt deze vraag beantwoord door de heer Van der Vlies.

DANKWOORD

De voorzitter dankt de Regelingscommissie voor haar werkzaamheden en het goede verloop van deze vergadering.

COLLECTE

Hierna wordt een collecte gehouden ten gunste van het verkiezingsfonds. Deze collecte heeft opgebracht f 6.224, 20. Tijdens het collecteren wordt gezongen Psalm 84 de verzen 3 en 6.

SLOTWOORD

De voorzitter geeft vervolgens het woord aan ds. Budding voor het uitspreken van een slotwoord. Ds. Budding doet dit naar aanleiding van hetgeen staat vermeld in het eerste boek van Samuel, hoofdstuk 4, de verzen 18 tot en met 22, handelend over Eli's dood. In het bijzonder vestigt hij de aandacht van de vergadering op het eerste gedeelte van vers 21: "En zij noemde het jongske Ikabod, zeggende; de eer is weggevoerd uit Israël!"

Het gaat hier over een vrouw, die op haar plaats was gekomen, de schoondochter van Eli. Er is een parallel te trekken tussen die tijd en onze tijd. Het heilige werd met voeten getreden. Daartegen was er geen vlammend protest, geen heilige ijver voor de dienst des Heeren. Die eer was weggevoerd! Ook thans is dat helaas zo. De vraag rijst: ligt de oorzaak bij ons dat het is zoals het is?

Ik hoop dat wij allen met schuld daarover naar huis mogen gaan. Want welk beeld vertonen wij? Het beeld van onze Meester of het beeld van Eli die geen waarschuwend geluid liet horen. De naam des Heeren is wel op onze lippen, maar is die ook in ons hart? Is er hier nog een volk dat in oprechtheid de Heere zoekt? Waar is onze waarschuwende stem? De Heere geve ons allen smart over de zonden. God zij alles en in allen, aldus ds. Budding.

SLUITING

De voorzitter dankt ds. Budding voor zijn indringend slotwoord. Hierna gaat ds. Budding op verzoek van de voorzitter voor in dankgebed. Tenslotte dankt de voorzitter de vergadering voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit om 16.30 uur deze Algemene Vergadering.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1990

De Banier | 20 Pagina's

Verslag van de Algemene Vergadering van de Staatkundig Gereformeerde Partij, gehouden op 24 februari 1990 te Utrecht in de Jaarbeurs-Congreszaal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1990

De Banier | 20 Pagina's