„Homohuwelijken” niet door wet erkend

Veel ophef veroorzaakte afgelopen zomer het zogenaamde „homohuwelijk". In de gemeente Deventer lieten twee vrouwen hun „samenleving bevestigen". De gemeenten Giessenlanden en Rheden hadden al eerder besloten tot partnerregistratie. Weliswaar wordt benadrukt dat er geen sprake kan zijn van een wettelijk huwelijk, maar toch.

TROUWREGISTER

Steeds vaker doen mensen van hetzelfde geslacht die met elkaar samenleven een beroep op de overheid, dikwijls de gemeenten, hun samenlevingsvorm te erkennen en op één lijn te stellen met het wettige huwelijk. In sommige gemeenten krijgen zij een willig oor, in die zin dat men daar bereid blijkt te zijn naast het huwelijksregister een soort trouwregister voor homosexuele paren aan te leggen.

Het zal duidelijk zijn dat de SGP deze ontwikkeling volstrekt afwijst. Het unieke karakter van het Bijbels gefundeerde huwelijk lussen één man en één vrouw dat tot op heden altijd ten grondslag lag aan de Nederlandse wetgeving, wordt er ten enenmale door miskend. Direct nadat de eerste berichten over betrokkenheid van overheidsorganen bij deze „huwelijken" bekend werden, hebben , , onze" kamerfracties zich dan ook beraden op eventuele mogelijkheden de verantwoordelijke bewindslieden hierover om opheldering te vragen.

BAAIERD

Nadat mr. Van den Berg al diverse malen kritiek op deze ontwikkeling had geuit deed hij dat in november 1990 bij de behandehng van de Justitiebegroting nog eens heel uitdrukkelijk. Minister Hirsch Ballin ging vrij uitvoerig in op zijn opmerkingen. Kern van zijn antwoord was dat het, gezien de „onoverzichtelijke baaierd van wettelijke regelingen inzake niet-gehuwden die duurzaam samenleven", noodzakelijk is dat er duidelijkheid wordt geschapen. De minister wees er overigens op dat er al op diverse terreinen (sociale voorzieningen, woningtoewijzing, belas­ tingwetgeving) rechtsgevolgen worden verbonden aan een situatie waarin mensen duurzaam samenwonen.

Ook het Eerste Kamerlid Barendregt sneed de zaak aan. Allereerst ten overstaan van minister Dales van Binnenlandse Zaken (april jl.). Net als haar collega Hirsch Ballin haalde ze ons hoogste rechtscollege (De Hoge Raad) aan die heeft uitgesproken dat personen van gelijk geslacht geen aansprak kunnen maken op het sluiten van een huwelijk. En net als de minister van Justitie verwees ze naar een speciale commissie die o.a. moet gaan bezien „hoe een wettelijke regeling naast die van het huwelijk eruit zou kunnen zien voor diegenen die voor een publiekrechtelijke registratievorm rechtsgevolgen willen verbinden aan het feit dat zij duurzaam voor elkaar verantwoordelijkheid hebben aanvaard.

BEVESTIGEN

Een goede maand later Heten twee vrouwen op het stadhuis van de gemeente Deventer hun relatie plechtig en met veel ceremonieel bevestigen. De uiterlijke overeenkomsten met een normale huwelijkssluiting waren treffend. Naar aanleiding daarvan stelde de heer Barendregt, in overleg met de leden van de Tweede Kamerfractie, schriftelijke vragen aan de regering. De strekking van z'n vragen was dat dergelijke vertoningen ongewenst zijn omdat het huwelijk daardoor „vervaagt". Hij drong er bij de regering op aan de gemeenten duidelijk te maken dat zelfstandige acties als deze niet acceptabel zijn.

Het antwoord van minister Dales, die ook sprak namens staatssecretaris Kosto van Justitie, verscheen vorige week. Naast overeenkomsten met een normale huwelijksplechtigheid zijn er ook duidelijke verschillen, schrijft de minister. Ten eerste is er geen ambtenaar van de burgerlijke stand bij betrokken, althans niet in die hoedanigheid. Tevens wordt betrokkenen te verstaan gegeven dat het niet gaat en ook niet kan gaan om een formele huwelijkssluiting, en dat aan de „samenlevingsbevestiging" of registratie geen rechtsgevolgen zijn verbonden. Ook ontbreken de bij het huwelijk gebruikelijke verklaringen van echtgenoten.

TEN OVERVLOEDE

Wat betreft de betrokkenheid van ambtenaren van de burgerlijke stand was de minister helder. Het is ongewenst deze bij de registratie te betrekken. Sterker nog, deze kunnen daarbij niet betrokken worden. Ten overvloede zal de staatssecretaris van Justitie dit ter kennis brengen van de Permanente Commissie voor de Burgerlijke Stand en Nationaliteitsaangelegenheden, aldus minister Dales. Daarbij zal ook het verzoek worden overgebracht te overwegen of er een aanbeveling moet uitgaan naar de ambtenaren van de burgerlijke stand „om zich te onthouden van medewerking aan een samenlevingsbevestiging". Met de SGP is de regering van mening dat in de onderhavige gevallen geen sprake kan zijn van een „bekrachtiging".

Overigens is het goed hier nog op te merken dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op eerdere initiatieven van homosexuelen negatief heeft gereageerd. Een register voor andere dan huwelijkse relaties heeft geen wettelijke basis, stelt de VNG. Een ambtenaar van de burgerlijke stand is niet gehouden aan dergelijke niet-wettelijke activiteiten zijn medewerking te verlenen. Hij of zij dient alleen taken uit te oefenen die de wet hem opdraagt en daarvan is hier gaan sprake.

Dit antwoord van de regering bevredigt niet. Enerzijds wordt vastgehouden aan de huidige wetgeving en de gangbare interpretatie van de wettelijke bepalingen, tegelijkertijd wordt de deur via een aangekondigd onderzoek opengezet naar het in de toekomst honoreren van de maatschappelijke wensen. Daarmee komt het unieke huwelijk, naar onze vaste overtuiging toch een goddelijke instelling, alsnog op de tocht te staan. Voor de SGP blijft het daarom zaak hier de wacht bij te betrekken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen