Sociale zorg is onze zorg?!

Ben ik mijns broeders hoeder? Met deze tekst uit Genesis 4: 9 als thema werd onlangs de vierde SGP-jongerendag gehouden. Ondersteund door een modem vormgegeven diaklankbeeld, werd aan de SGP-jongeren een voorname vraag gesteld: wat kunnen en moeten wij doen ten aanzien van de zorg voor onze naaste.

Vogel

Desprekersrij werd 's morgens p É geopend door de voorzitter M, , , , ^ van het LVSGS/SGP-jongeren dhr. J. P. Tanis. Hij haalde in zijn openingsrede een treffend beeld aan, dat in de loop van de dag door diverse sprekers opnieuw zou worden aangehaald. „Een leven zonder God, is als een vogel zonder verte", luidde de boodschap die Tanis aan de ruim duizend aanwezigen wilde meegeven.

De mens wil altijd beter zijn en meer worden, „maar soms is minder meer. Niet wat de mens zegt, maar wat Gods Woord zegt is norm", aldus de LVSGS/SGP-jongeren voorzitter.

Rijke oom

Vervolgens was het woord aan %/ de Nederlands Hervormde ¥ predikant ds. W. van Vlastuin uit Wouterswoude. Hij was met name gevraagd de bijbelse eis ten aanzien van de zorg voor onze naaste te belichten. Ds. van Vlastuin wist zijn gehoor te bepalen bij drie argumenten die in de gereformeerde gezindte somtijds worden opgeworpen om niet te voldoen aan Gods roepstem om liefde en zorg voor de naaste. Achtereenvolgens noemde hij het persoonlijke onvermogen, de geesteloosheid van de eigen gezindte en het onbekeerd zijn van de mens. Bovendien hield hij de jongeren voor of we God niet al te vaak liefhebben op een huichelachtige manier, zoals een rijke oom die je om de erfenis te vriend houdt.

kke-ikke

Als laatste voor de middagpau- /A ze kwam aan bod dhr G. R. J. .X .A, van Heukelom, Zeeuws SGP-statenlid en oud-voorzitter van het LVSGS/SGP-jongeren. In niet mis te verstane bewoordingen haalde hij een forse streep door het sociale vernieuwingsbeleid van de overheid. „Het beleid van sociale vernieuwing is geflopt en tekent het karakter van de na-oorlogse politiek zonder God." Van Heukelom bepleitte een duidelijke verandering in mentaliteit. Van de huidige politiek, met haar verheerlijking van het individu en een mentaliteit van „ikke-ikke-ikke en de rest kan stikken" kunnen we die niet verwachten. „Maar wel van de SGP? ", zo vroeg Van Heukelom zijn gehoor. „Zijn we niet te veel geneigd met de wereld mee te hobbelen en onze godsdienst slechts voor de zondag te houden? "

Lieve kind

Dat Van Heukelom en ds. Van p É Vlastuin bij menig jongere M, „//^ een gevoelige snaar hadden geraakt bleek tijdens de forumdiscussie die na de middagpauze werd gehouden. Het forum onder leiding

van dhr. R. Pasterkamp kreeg een flink aantal mondelinge en schriftelijke vragen te verwerken. Een aantal jongeren reageerde op de door beide sprekers aangehaalde gebrekkige mentaliteit en desinteresse voor de zorg voor de naaste in en buiten de gereformeerde gezindte. Eén meisje uit de zaal stelde het wel heel erg negatief: „Wat doen we nou zelf aan zorg voor onze naaste? Toch helemaal niets!" Ze kreeg daarop van een aanwezige oudere uit de zaal een persoonlijk gericht commentaar: „We doen weinig, maar niet niks! Zou het lieve kind daar eens aan willen denken? !"

Hard trappen

Tot slot van de bijeenkomst p hield fractievoorzitter ir B. J. ., m, , . van der Vlies een beschouwing naar aanleiding van Prinsjesdag. In zijn betoog stelde hij dat Groen van Prinsterer in de vorige eeuw de beginselen van het liberalisme ontleedde en daartegen zijn leven lang heeft gestreden. „Ik hoef niet verder terug te gaan dan naar de afgelopen weken in de Tweede Kamer", aldus Van der Vlies. „Het was uitgerekend de WD die hard trapte tegen de dingen waar de SGP nou juist zou aan hecht. Ik noem slechts het gezin, de zondagsrust en het christelijk onderwijs." Van der Vlies noemde het daarom voor het CDA ook veel „aantrekkelijker" om te regeren met de nu reële PvdA. „Het alternatief van een kabinet met een doorgeschoten WD spreekt mij bepaald niet aan", aldus de SGP-fractievoorzitter. „We moeten stelling nemen tegen de mentaliteit van halen, hebben en houden." Sociale zorg is onze zorg! „Het Bijbels antwoord op de vraag: ben ik mijns broeders hoeder? luidt: ja."

H. Franssen (jeugdwerkadviseur LVSGS/SGP-jongeren)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen