Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Minister van het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Minister van het Woord

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 21 januari jongstleden kwamen Eerste en Tweede Kamer voor het eerst in het nieuwe jaar 1992 weer bijeen. Boven de Eerste Kamer hing de vlag halfstok. Voor 't eerst. De aanleiding was het overlijden van ds. Abma. Goed gebruik wil dat oud-fractievoorzitters in de Kamer(s) worden herdacht door zowel de Kamervoorzitter(s) als een van aanwezige leden van het kabinet.

Stilte

De herdenkingsplechtigheid naar aanleiding van het overlijden van ds. Abma werd vanaf de tribune bijgewoond door enkele leden van de familie. In de Senaat spraken achtereenvolgens voorzitter Tjeenk Willink en minister-president Lubbers. Aan de overzijde waren dat Kamervoorzitter Deetman en minister van Sociale Zaken De Vries. Na het uitspreken ervan werd in beide Kamers van de Staten-Generaal een minuut stilte in acht genomen.

Hoewel de bij deze gelegenheid gehouden redevoeringen voor een deel dezelfde elementen bevatten — begrijpelijk omdat ze zo treffend en typerend zijn voor het optreden van ds. Abma op het Binnenhof— worden ze hieronder alle vier toch in hun geheel overgenomen.

Apart gewogen

Senaatsvoorzitter Tjeenk Willink: Geachte medeleden. In de eerste week van het nieuwe jaar ontvingen wij het droevige bericht dat onze oud-collega, oud-voorzitter van de fractie van de SGP, dominee H. G. Abma, was overleden. Drieëntwintig jaar lang heeft de „dominee in de politiek" zijn stem op een markante wijze laten horen op het Binnenhof, eerst achttien jaar in een driemanschap in de Tweede Kamer, waarvan tien jaar als fractievoor­ zitter, en ten slotte vijf jaar in onze Kamer

Hij sprak alsof elk woord apart werd gewogen. Zijn betogen vielen op door een bijzonder woordgebruik, droge humor en speelse vergelijkingen. Voor wie daarvan nog overtuigd zou moeten worden, hij of zij leze zijn afscheidsspeech in deze Kamer, gehouden op 27 mei 1986, ook in die opzichten een juweel.

In alle jaren van zijn kamerlidmaatschap, hier en aan de overzijde, liet dominee Abma een duidelijk geluid horen met betrekking tot diverse ethisch geladen onderwerpen, zoals de „drie van Breda", euthanasie en abortus. „De dominee in de politiek", het was de titel van zijn later uitgegeven afscheidspreek, gehouden in 1963, en de titel van het vriendenboek dat hem in 1982 werd aangeboden. Het was waar in dubbele betekenis want hij bleef ook tijdens zijn politieke carrière iedere zondag preken. Op de laatste zondag van het afgelopen jaar stond hij nog op de kansel in Putten, zijn laatste gemeente. Zijn roeping als predikant bracht met zich dat dominee Abma de nodige afstandelijkheid in acht nam. Eerzucht, ambitie en het streven naar politieke macht waren hem vreemd. Toch doorliep hij een lange „ministeriële" loopbaan, de loopbaan van een minister van Gods Woord, zoals hij het zelf wel eens noemde. Zijn streven om Gods Woord door te laten klinken in de politiek heeft hij bij zijn afscheid als lid van deze Kamer op de volgende wijze verwoord:

„Minister van het Woord dat richtsnoer is voor Gods daden en eeuwig zal bestaan. Daarom, mijnheer de voorzitter — het is de laatste keer dat ik dit zeg — heb ik al die drieëntwintig jaar nooit goed kunnen begrijpen dat mensen, in dit geval vertegenwoordigers aan deze en gene zijde van het Binnenhof, dat Woord niet, of niet in veel hogere mate hebben gekozen tot het richtsnoer van hun daden, die geboekstaafd worden in de Handelingen van de Staten-Generaal."

Ik spreek de hoop uit dat het geloof, waarin onze oud-collega is ontslapen en de vele dierbare herinneringen zijn echtgenote, kinderen en kleinkinderen de kracht en de troost mogen geven om dit grote persoonlijke verlies te dragen.

Warmte en sympathie

Minister president Lubbers: Mijnheer de voorzitter! Graag sluit ik aan bij de woorden van deelneming aan de familie en ook de woorden van waardering, door u gesproken nu wij stilstaan bij het overlijden van dominee Abma. Het was inderdaad opmerkelijk hoe hij zowel hier als aan de overzijde zijn werk als volksvertegenwoordiger deed. Hij stond inderdaad principieel in de politiek. Tegelijk slaagde hij erin zijn standpunten zo naar voren te brengen, met de nodige ironie, maar ook soms met de nodige zelfspot, dat hij op een bijzondere wijze collegiaal overkwam, hartelijk en democratisch. De wijze waarop hij sprak gaf zo aan hoe hij in de politiek wilde staan. Zelf principieel, maar naar anderen toe ook luisterend en waar mogelijk ruimhartig.

Laat ik het aan de hand van één citaat verduidelijken. Eens zei hij het volgende:

„Dat enghartige in het partijstandpunt waar het vaderland van afhangt, dat heeft mij nooit kunnen verleiden. Je moet van je politieke partij geen afgod maken. Daar moet je afstand van kunnen nemen. En het moet niet zo zijn dat de mensen denken dat je je beweegt in een „wettisch harnas". Een strak en gesloten getuigenis, waar geen warmte en sympathie achter schuilgaan, moeten wij niet brengen."

Zo was hij — u zei het, mijnheer de voorzitter — inderdaad dienaar van het woord, principieel en democratisch. Principieel vanuit zijn geloofsovertuiging en hoezeer hij ook een onderscheid maakte tussen optreden in de kerk en in de Kamer, M^ij allen voelden aan hoezeer hij gedreven vi^erd door zijn overtuiging. Vanuit die overtuiging hij ook uitdrukking aan zijn kijk op het leed van al die gezinnen uit Putten: 550 mannen keerden niet terug.

Een collega, een medemens, maar wel iemand die sprak en leefde vanuit de oriëntatie op Hem die ons geschapen heeft. Medemenselijkheid, humaniteit, was ook voor hem van grote betekenis, maar bij de goede invulling daarvan zei hij wel:

„Als de godsdienst opgaat in het horizontale is het geen godsdienst meer. Op de eerste plaats staat het liefhebben van God. Maar daarna komt ook de liefde tot de naaste. We mogen ze geen van tweeën verwaarlozen."

Zo stond dominee Abma, collega Abma, in ons midden. Zo denken wij nu in dankbare herinnering aan hem terug.

De dominee

Kamervoorzitter Deetman-. Ingekomen is een mededeling van het overlijden van het oud-lid van de Kamer, de heer Hette Gerrit Abma.

Waarde collega's: In de nacht van één op twee januari overleed onverwacht onze vroegere collega, Hette Gerrit Abma. Ons medeleven gaat allereerst uit naar mevrouw Abma, de kinderen en kleinkinderen, alsmede de verdere familie.

Abma maakte deel uit van de Kamer van 2 juli 1963 tot en met 9 juni 1981. Daarbij was hij sedert 1971 voorzitter van de SGP-fractie. Daarna was hij tot 1986 voor de SGP lid van de Eerste Kamer In de jaren '60 is hij enige tijd lid geweest van de gemeenteraad van Gouda. Hij heeft zijn politieke activiteiten in 1987 afgerond, eveneens in een gemeenteraad, namelijk die van Putten.

Abma heeft in deze Kamer een geheel eigen en karakteristieke plaats ingenomen. Zo op het eerste gezicht zou men zeggen, dat hij zich volledig heeft toegelegd op het politieke handwerk in de vertegenwoordigende organen, meer dan een kwart eeuw. Dat beeld is echt onvolledig, hetgeen wellicht het beste hierdoor kan worden geïllustreerd, dat Abma als volksvertegenwoordiger in deze zaal de heer Abma was, maar al achter de groene gordijnen als vanzelfsprekend door menigeen werd aangesproken met dominee, ofschoon hij in de omgang met de collega's en het Kamerpersoneel zich niet als zodanig opstelde. Een dominee in de politiek. Dat wilde hij wel zijn. Niet alleen zijn boekje uit 1966, „Domi

nee in de politiek", getuigt daarvan. In 1986 zei hij in een interview in het Friesch Dagblad: „Ik zeg niet, dat iedere theoloog in de politiek zou moeten. Maar er zit wel iets in van een uitdaging om de Bijbel in het praktische leven van de politiek te vertalen."

In deze vertaling naar de politiek sloot Abma zich bij de politieke beginselen en tradities van de SGP Maatschappelijke ontwikkelingen, politieke opvattingen van anderen en van zich zelve en niet in de laatste plaats het regeringsbeleid werden getoetst aan bijbelse normen en waarden, daarbij ook voor het publieke domein allereerst aandacht vragend voor de gehoorzaamheid aan Gods geboden en vervolgens ook wijzend op Zijn beloften van genade. Een benadering verder, waarin de ruimte om met andere politieke groeperingen tot samenwerking te komen en de betekenis van zulk een samenwerking een relatieve is.

Kansel en katheder

Deze politieke opvattingen vertolkte Abma op een eigen wijze. Zijn bewoordingen koos hij zorgvuldig. Hij speelde met woorden en de betekenissen ervan. Niet zelden was er sprake van milde humor, waarbij ook wel enige zelfspot niet werd geschuwd. Vaak klonken zijn woorden niet politiek, maar bezorgd en pastoraal.

Respect dwong Abma in het bijzonder af met zijn optreden tijdens het debat over „de drie van Breda". Het — overigens verworpen — initiatiefvoorstel inzake de abortuswetgeving verdedigde hij op een waardige wijze, daarbij vermijdend anderen te kwetsen.

Naast zijn politieke werk heeft Abma tal van andere activiteiten ontplooid. Maar bovenal bleef hij daarnaast de predikant die zo mogelijk iedere zon dag in een kerkdienst voorging. Abma placht het spreekgestoelte in de Tweede Kamer wel eens te vergelijken met de kansel. Hij zei eens in een interview: „In de Kamer is ook soort spreekgestoelte. Het is toch een katheder, een beetje verhevenheid waar je staat. Het gehoor is natuurlijk wel een iets ander, wat luidruchtiger en beweeglijker dan in de kerk." Maar deze uitspraak van hem kan een misverstand oproepen, namelijk alsof Abma's eigen en hem kenmerkende wijze van optreden hier precies dezelfde was als op de kansel. Was zijn optreden hier beheerst en afgewogen, zoals het in deze Kamer een gewoonte is, op de kansel ontmoette men een bewogen man, die de bijbelse boodschap vertolkte en uitlegde. In het najaar van 1991, dus betrekkelijk kort voor zijn plotselinge overlijden, preekte ds. Abma zo, ergens in het land, over Psalm 4, waarvan de laatste regels luiden: „In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen."

Moge mevrouw Abma, de kinderen en kleinkinderen uit deze woorden kracht en troost putten bij het dragen van het verlies van hun man, vader en grootvader.

Gedenkwaardig en bewonderenswaardig

Minister De Vries: Mijnheer de voorzitter! Namens de regering sluit ik graag aan bij de door u gesproken woorden.

Met het overlijden van dominee Abma is iemand heengegaan, die groot respect verdient en dat niet alleen van degenen die in religieus en politiek opzicht nauw met hem verbonden waren en zijn. Hij heeft in het parlementaire leven van Nederland gedurende een kwart eeuw een markante rol gespeeld. Het is vaker gememoreerd: gedenkwaardig en be­ wonderenswaardig was zijn optreden in het debat over de Drie van Breda. Iedereen zal zich daarnaast zijn verdediging herinneren, samen met collega Verbrugh van het GPV, van hun initiatiefwetsontwerp inzake abortus provocatus, een initiatief van kleine christelijke partijen, die in zijn ogen het geweten van de grote partijen moesten vormen.

Het moeten ook zware jaren voor hem zijn geweest. Gedurende een groot deel van die periode van vijfentwintig jaar combineerde hij het Kamerlidmaatschap met de functies van partijvoorzitter en hoofdredacteur van het partijorgaan „De Banier". Wat voor een beroep die combinatie van functies op iemands werk- en spankracht doet, zal iedereen in deze Kamer duidelijk zijn.

Het moeten ook zware jaren voor hem zijn geweest, omdat het een periode betrof waarin zich maatschappelijk en cultureel ontwikkelingen voltrokken, waartegen hij vanuit zijn geloofsovertuiging principiële bezwaren had. Zijn kracht lag in het feit dat hij zich naar eer en geweten consequent en principieel tegen die ontwikkelingen heeft uitgesproken en dat hij daarmee de gevoelens heeft weten te vertolken die diep geworteld waren en zijn bij wat ik nu mag noemen zijn deel van de bevolking. En hij wist wat er bij zijn deel van de bevolking leefde. Niet voor niets heeft hij er bij het begin van zijn Kamerlidmaatschap voor gevochten in de hoedanigheid van emeritus-predikant te kunnen blijven preken en zo voeling te kunnen houden met zijn kerk en zijn mensen.

Voortdurende worsteling

Hij was er zich daarbij van bewust met de gekozen opstelling soms ten diepste in te gaan, in te moeten gaan tegen de op­ vattingen van anderen. Van anderen, van wie hij erkende dat ook zij vaak intensief bezig waren met de fiandamentele vragen van het leven en die hij om die reden dan ook respecteerde. Mensen, van wie hij wist dat de zaken waarom het ging ook hun diepste vezels raakten. Uit interviews proef je dan dat hij soms wel begrip kon opbrengen voor de omstandigheden, maar dat legalisering voor hem te ver ging. Het was die combinatie van vaste overtuiging en begrip die hem in een interview deed opmerken: , Je moet van je politieke partij geen afgod maken; een strak en gesloten getuigenis waar geen warmte en sympathie achter schuilgaat moeten wij niet brengen." Deze houding werd daarbij niet uitgedragen in ernstige sermoenen, maar in betogen die een mengeling waren van strenge ernst en onderkoelde geestigheid. Die mengeling heeft zeker mede bijgedragen tot de grote aandacht waarmee er steeds naar hem is geluisterd.

Het ging hem oveigens niet alleen om het pure getuigenis. Hijzelf constateerde in een interview in Hervormd Nederland dat naast de theologische invalshoek, ingebracht door hemzelf als dominee, de fractie zich destijds in de persoon van ir. Van Rossum, die hoofdambtenaar bij de Cultuur-technische dienst was geweest, ook met de meer praktische onderwerpen bezighield.

Wat de eigen invalshoek betreft, heeft hij eens het volgende gezegd. „De catechismus zegt: je moet je geloof niet alleen op zondag in de praktijk brengen. Ik zeg niet dat iedere christen in de politiek zou moeten. Maar er zit wel iets in van een uitdaging om de Bijbel in het praktische leven van de politiek te vertalen."

Die uitdaging is dominee Abma voluit aangegaan. Zo zullen wij ons hem ook blijven herinneren: in een voortdurende worsteling, gevoerd met standvastigheid, met begrip en met gevoel voor humor.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

De Banier | 20 Pagina's

Minister van het Woord

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

De Banier | 20 Pagina's