Wat de Zaligmaker voor Zijn Kerk leed

„Ploegers hebben op Mijne rug geploegd, zij hebben hun voren lang getogen”.

Psalm 129: 3:

Psalm 129 spreekt aangrijpend over het lijden van de Koning voor Zijn diiurgei«)clite Kerk. Wanneer we eehter de Psalm tot het einde toe lezen blijkt er ook in te staan dat de Heere Zijn Sionieten zegent vanuit Zijn troon.

Er is uitkomst voor hen die leren dat Hij voor hen leed en stierf. Er blijkt uit dat jehovah de getrouwe en onveranderlijke is, die nooit laat varen de werken Zijner handen. Vergeet niet dat Koning Jezus de prijs vrijwillig betaald heeft en dat armen uit genade zalig mogen worden.

Hoe komt dat? Was Sion beter dan alle andere volken rondom hen? Immers neen! Maar voor hen, die leren dood in zonden en misdaden te zijn, kwam Hij om het leven voor hen te verwer\en in een weg van lijden en sterven. Hij kwam om te dragen wat zij moesten dragen, om te lijden wat zij zouden moeten lijden, ja. Hij wilde ondergaan wat zij door hun diepe \al in Adam eeuwig zouden moeten ondergaan. Om ze te redden van verderf en ondergang, (iodc tot eer en hun zielen tot zaligheid.

Vandaar dat (; hristus Jezus hier in deze Psalm sprekende wordt ingevoerd. De diehter mag het beschrijven: "Ploegers hebben op mijne rug geploegd". Ja, ook de profeet Jesaja getuigt er van in hoofdstuk 50: 6: "Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen degenen, die Mij het haar uitplukken".

In beide teksten gaat het over die dierbare, geheel enige Zoon des Vaders, Die in dienstknechtelijke gestahe O]") aarde kwam om de straf te dragen "die -zegt dezelfde geoefende profeet- ons de \'rede aanbrengt'.

En Iet er op! Door Zijn striemen is ons genezing geworden. Is dat al in de praktijk van ons leven waar geworden, 1 Iet is tenslotte een (ïoddelijk werk. XX'at wonder toch dat Hij Zich heeft willen laten veroordelen, opdat degenen die eeuwig het oordeel zouden moeten dragen, door Hem van dat oordeel zouden worden verlost. Immers, de Vader heeft Zich van eeuwigheid een volk \erkoren, een Koninklijk Priesterdom, dat in zichzelf geen waarde meer had, en voor hen, maar ook voor hen alleen, heeft Hij Zich vrijwillig overgege\en. Kajafas, de huichelachtige Hogepriester heeft het uitgesproken: "Hij heeft (iod gelasterd". En zijn trawanten hebben getuigd: "Hij is des doods schuldig". Pilatus heeft Hem ondervraagd. En heeft getracht onder de verantwoordelijkheid uit te komen. Zijn vrouw heeft hem nog gewaarschuwd. Maar terwille van mensengunst heeft hij de keuze gelaten aan het opgestookte volk. Jezus of Bar-abbas. En ze kozen Bar-abbas. En die man was een moordenaar.

Dat is een beeld van het leven, ook in onze tijd: ^X'ij kiezen van nature ook de moordenaar, namelijk hem die van het begin der wereld is: de duivel, de overste dezer wereld. Zijn doel, en \'an al zijn knechten was om Ciods genade-werk te vernielen.

En hoewel Pilatus de handen waste, en daarmee wilde betuigen onschuldig te zijn aan Jezus" bloed, ja, zelfs moest getuigen dat Jezus rechtvaardig was, gaf hij hem aan de bloeddorstige bende over. En voor dien liet hij Hem geselen.

De wrede wijze waarop dat geschiedde, komt wel uit in onze tekst: "Ploegers hebben op Mijne rug geploegd, zij hebben hun voren lang getogen".

Neen, het was zo maar niet een dracht slagen die zij ga\en. Zij hebben Hem tot bloedens geslagen. Zijn dierbaar lichaam geploegd. \'oren getrokken in dat heilige en zondeloze lichaam. In het lichaam \an Hem die geen zonde gekend, noch gedaan heeft. Ja die zeggen mocht en kon: "Wie overtuigt Mij van zonde".

En het was niet een geseling op een bepaald gedeelte v an zijn heilige rug! \Xe herhalen nogmaals: "Zij hebben hun voren lang getogen". Bloedende wonden \er()()rzaakt in het lichaam van degene die Zich \rijwillig overgeven heeft. Hoe diepgaande smart heeft men Hem aangedaan in Zijn menselijke natuur, opdat zij, xoor wie Hij kwam, \oor eeuwig \erlost zou worden van de straf \an de rechtvaardige dod in de hemel.

Bij Zijn zielelijden kwam dus nog dit lichaamslijden. Lange, diepe voren getrokken in Zijn dierbaar \iees. Wie zal de diepte \an het lijden peilen \an Hem "Die xoor de overtreders gebeden heeft, en veler zonden gedragen heeft". En Die aan het kruis nog aan Zijn \'ader \'roeg: "\'ader vergeef het hun, want zij welen niet wat zij doen". Lere de Heere ons verstaan de noodzakelijkheid van het lijden van de Zaligmaker, dan zullen we niet zo gemakkelijk de zonden meer najagen, want: HET IIEEIT BLOED CE- KOST!

Beekbergen

ds. A.W.Verhoef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen