Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN GESPREK MET ...Ons jongste Statenlid:drs S.Stoop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN GESPREK MET ...Ons jongste Statenlid:drs S.Stoop

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

fn de vaste rubriek 'Aandacht en Bezinning' hebt u in het vorige nummer van ons partijblad kunnen lezen dat de heer H.G.Barendregt om gezondheidsredenen afscheid heeft moeten nemen als lid van de Provinciale Staten van Zuid- Holland. Dat afscheid heeft inmiddels plaats gevonden in de Statenvergadering van 29 oktober j.l. Zijn opvolger is de heer S.Stoop uit Hendrik Ido Ambacht. In dit interview laten we onze lezers wat nader kennismaken met dit nieuwe statenlid.

De meest voor de hand liggende vraag als het gaat om een kennismaking, is die naar de levensloop. Zullen we daar dan ook maar mee beginnen? ja, daar kan ik kort in zijn; ik ben geboren in 1962 en heb na de lagere school middelbaar onderwijs gevolgd op de 'Guido de Bres' te Rotterdam en daarna van 1980 tot 1986 met goed gevolg maatschappijgeschiedenis gestudeerd. In het jaar van afstuderen ben ik aangenomen als medewerker bij de Tweede Kamerfractie van de Staatkundig (rcreformeerde Partij. Eerst part-time, van 1986 tot 1988 en vanaf 1988 is dat omgezet in een volledige baan.

En, om het verhaal compleet te maken, ik ben in 1986 getrouwd en momenteel vader van twee kinderen.

Dertig jaar jong en lid van de Provinciale Staten; daarmee ben je ongetwijfeld het jongste SGP-statenlid?

Inderdaad, en als ik mijn voorganger de heer Barendregt geloven mag tegelijk de jongste van de 83 statenleden van de provincie Zuid-Holland. Maar het scheelt natuurlijk een heel stuk dat het politieke handwerk niet vreemd voor mij is, gezien mijn dagelijkse werk bij onze Tweede Kamerfractie.

Het is inderdaad binnen onze partij bepaald niet alledaags dat iemand van de schoolbanken afzijn brood verdient met politieke Een politiek dier? bezigheden.

Of je dat zo moet noemen weet ik niet, maar je zou wel kunnen zeggen dat ik een beetje verslaafd geraakt ben aan de politiek, ja. Het boeit me enorm. Dat heeft het trouwens altijd gedaan. Ik ben -politiek gezien- in een Staatkimdig Gereformeerd klimaat opgegroeid en mede door mijn familie ook al op jonge leeftijd betrokken geraakt bij de kiesvereniging en bij het werk van de gemeenteraadsfractie. Ik ben me er altijd van bewust geweest dat de Staatkundig Gereformeerde Partij met haar beginselen die gegrond zijn op de Heilige Schrift een taak heeft in onze samenleving. Daar zelf ook bestuurlijk een bijdrage aan te mogen en te kunnen leveren, heeft me altijd geboeid.

In 1980-1981 ben ik mee gaan draaien in de vergaderingen van onze gemeenteraadsfractie. Vanaf 1984 maak ik deel uit van het bestuur van onze plaatselijke kiesvereniging en sinds 1986 zit ik ook in de redactie van het blad Zicht dat wordt uitgegeven door het studiecentrum van onze Staatkundig (iereformeerde Partij.

Kwam het lidmaatschap van de Provinciale Staten als een volslagen verrassing?

Nee, eerlijk gezegd niet helemaal. Bij het samenstellen van de kandidatenlijst voor de statenverkiezingen van 1991 had men mij bewust benaderd voor de 6e plaats op de lijst. Dat was in eerste aanleg mede met het oog op de eerstvolgende periode, want een directe verkiezing zat er natuurlijk helemaal niet in. Maar toch, met vier statenleden is het wel degelijk van belang dat de eerstvolgenden op de lijst zich bewust zijn van de mogelijkheid dat ze daadwerkelijk aan moeten treden. In vier jaar tijd kan er namelijk heel wat gebeuren. Daar kwam bij dat er toen ook al wat signalen waren die er op wezen dat rekening gehouden moest worden met de mogelijkheid dat Barendregt de rit niet helemaal zou uitzitten. (Hoewel zijn aftreden nu toch nog vrij onverwacht kwam.) Vandaar dat ook vooraf is gesproken over de mogelijkheid van tussentijds aantreden. Daarbij moest ik voor mezelf een keuze maken. Ook plaatselijk had ik namelijk als nummer 5 op de lijst gestaan bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1990. En met drie leden in de gemeenteraad is ook daar de mogelijkheid niet uitgesloten dat er in de loop van de zittingsperiode een beroep op je wordt gedaan. Op het moment van het samenstellen van de lijst voor de Statenverkiezingen moest ik dus kiezen op welk terrein ik verder zou willen als de mogelijkheid zich zou voordoen. Die keuze is toen heel bewust gemaakt en het is de Provincie geworden.

Verder is het gegaan zoals het ging. Nummer 6 op de lijst waarvan de eerste vier werden gekozen. Door een samenloop van omstandigheden verliet eerst de heer Boon de fractie en nu, in verband met zijn fysieke toestand, de heer Barendregt.

Helemaal onverwacht kwam het niet, maar dat het allemaal zo snel zou gaan, had ook niemand verwacht.

Het statenwerk wordt vanzelfsprekend verdeeld over de vier fractie-leden. Spoort dat een beetje met de beleidsterreinen waar je als fractiemedewerker mee te maken hebt?

Gedeeltelijk wel. Bij de Tweede Kamerfractie richt mijn werk zich hoofdzakelijk op de beleidsterreinen Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en als derde Volksgezondheid. In de statenfractie zijn na het vertrek van de heer Barendregt de commissies een beetje herverdeeld. Hij deed de commissies Financiën, Groen (Recreatie, Natuur en Agrarische Zaken) en de Arob-commissie.

De commissies waarvan ik deel uit ga maken zijn: Financiën, Zorg en Milieu gedeeltelijk). Er zijn dus overeenkomsten en verschillen.

Maareen beetje 'kruisbestuii'ing'zal er dus welzijn tussen het Tweede Kamerwerk en het Provinciale Statenwerk?

Ongetwijfeld; het heeft natuurlijk voordelen, de combinatie van fractiemedewerker en statenlid. Als fractiemedewerker zit je dicht bij het vimr en kan het inderdaad voorkomen dat je daardoor een informatie-voorsprong hebt op anderen. Maar anderzijds kan het ook voor onze kamerleden nuttig zijn dat ze van nabij horen welke knelpunten er op provinciaal niveau zijn of welke oplossingen men daar nastreeft.

Ook de commissaris van de koningin in Zuid-Holland, de heer Patijn, zag duidelijk voordelen in deze combinatie.

Is het ook qua hoeveelheid tijd die het in beslag neemt een uitvoerbare combinatie?

Ook daar is over nagedacht en over gesproken. Zuid-Holland is met 83 statenzetels onze grootste provincie. Een vier-mansfractie lijkt dan heel wat maar intussen valt het echt niet mee om met z'n vieren alles te behappen. Op basis van de gesprekken die ik daarover met verschillende mensen-met-ervaring heb gehad, ben ik tot de voorzichtige conclusie gekomen dat gerekend moet worden op gemiddeld één dag per week. Het is dan ook de bedoeling dat ik een dag per week minder ga werken voor de fractie. Dat kan gelukkig allemaal heel flexibel geregeld worden. Want dat het veel tijd in beslag gaat nemen is zeker. Er komt best heel veel op je af, al zal de tijd moeten leren hoeveel precies. Maar ook voor het gezinsleven brengt het veranderingen met zich mee. Het thuisfront moet er dan ook wel achter staan (en dat doet het gelukkig ook), anders kun je dit werk eigenlijk niet doen.

Er is nogal wat te doen over de vorming van regionale besturen, het opheffen van provincies enzovoorts. Gaan provinciale statenleden verdwijnen uit ons politieke gezichtsveld?

Met name het C^DA maakt zich momenteel inderdaad nogal sterk voor het opheffen van de Provincie als bestuurslaag. Daarvoor zouden dan enerzijds de nieuw te vormen Regio's moeten komen, terwijl anderzijds ook de roep klinkt om een versterking van de provincie door bijvoorbeeld het samenvoegen van provincies tot een zogenaamde Randstadprovincie. De wens om de provincies maar af te schaffen is bepaald niet algemeen. Ook de SGP spreekt hierin met enige terughoudendheid. Voorlopig zullen er nog wel Statenleden zijn.

Het is weliswaar allemaal politiek, maar voor jezelf zal het best een groot verschil zijn of je bouwstenen aandraagt voor een debat dat uiteindelijk gevoerd wordt door een ander, of dat je nu zelf met je bijdrage de arena' in moet.

Inderdaad. Medewerker zijn bij de Tweede Kamerfractie betekent o.a. het voorbereiden van andermans stukken. Dan zit je toch betrekkelijk in de luwte en draag je slechts een afgeleide verantwoordelijkheid. Daar hoefje niet gemakkelijk over te doen, maar het is wel zo. Het betreffend kamerlid is uiteindelijk verantwoordelijk. Als statenlid draag je vanzelfsprekend direct de verantwoordelijkheid voor je bijdrage. Dat is een groot verschil, maar wel in positieve zin. Je mag dit werk toch ook zien als een soort roeping. Dat betekent enerzijds dat je wel hele sterke argumenten moet hebben om je daaraan te onttrekken en anderzijds dat je die verantwoordelijkheid ook wil dragen.

Ter afsluiting sluiten wij ons volledig aan bij de woorden waarmee onze hoofdredacteur in zijn reeds eerder genoemde rubriek ons nieuwe statenlid welkom heette en bij de wens die hij daarin uitsprak, namelijk dat het hem gegeven mocht worden vruchtbaar en gezegend onze partij te vertegenwoordigen in de provincie Zuid-Holland.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1992

De Banier | 20 Pagina's

IN GESPREK MET ...Ons jongste Statenlid:drs S.Stoop

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1992

De Banier | 20 Pagina's