Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het onzichtbare koningschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onzichtbare koningschap

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

uim dertien jaar is Beatrix Wiihelmina Armgard nu koningin. In ai die dertien jaren is het koningscliap niet één moment serieus onderwerp van diseussie geweest. Dat is op z'n minst verliazingwekkend, want het is onmiskenbaar dat in de jaren-Beatrix het koningschap meer gewicht heeft gekregen.

Regerings j ubileum

ind vorig jaar werd het 12'/.-jarig regeringsjubileum van koningin Beatrix gevierd. Als blijvend aandenken aan dit feit verschenen er twee boekwerken. Het eerste, 'Het staatshoofd spreekt', bevat redevoeringen van koningin en prins, ingeleid door Trouu-journalist Willem Breedveld. Het werd uitgereikt aan alle hoogwaardigheidsbekleders die aanwezig mochten zijn op de jubileumbijeenkomst in de grote of St. Jacolxskerk in Den Haag. Het boek is een uitgave van de SDU.

Voor 'het grote publiek' veel aanlokkelijker was het boek\\'erk dat werd uitgege\'en door Thomas Rap B.V. in Amsterdam. Een uniek fotoboek. Uniek omdat Werr)' (^rone, fotograaf van het daglilad „Trouw", één jaar lang in de bevoorrechte positie verkeerde het thema 'monarchie' op de gevoelige plaat vast te leggen. C^rone schoot in dat jaar zo'n 6500 foto's, waarvan er 128 in het boek belandden.

In het persbericht dat de xerschijning \'an 'In dienst \ an het koninkrijk' begeleidde, wordt een tikkeltje opschepperig opgemerkt dat de monarchie 'niet eerder zo systematisch, langdurig en in al zijn facetten is gefotografeerd'. Maar snorkerig of niet, waar is het. De lezer krijgt door de lens van Werr> ' (; rone een goede inkijk in het werk-leven van de Nederlandse vorstin. Niet alleen de wat men zou kunnen noemen koninklijke hoogtijdagen zijn te zien (Konin­ ginnedag, Prinsjesdag, staatsbezoeken), ook doorsnee-werkdagen, vol staatszaken en representatieve verplichtingen. Positief is ook, dat niet alleen de leden van de koninklijke familie in beeld zijn gebracht, maar de hele entourage van de monarchie: leden van de hofhouding en de veiligheidsdienst, regeringsleiders en ambassadeurs, bestuurders en bestuurden, kortom, allen zonder wie de monarchie de monarchie niet zou zijn.

Trefzekere schets

aar hoe illustratief voor het moderne koningschap de zwart-wit-opnamen van "Werry Crone ook zijn, de foto's zijn het niet die een bespreking in De Banier rechtvaardigen. Nee, de reden waarom 'In dienst van het koninkrijk in het SCiP-partijorgaan aandacht krijgt, is de geschre\'en tekst voorin, de inleiding, onder de met het oog op de inhoud van het geschrevene en de compositie van het boek toepasselijke titel: 'Het onzichtbare koningschap'. In slechts acht bladzijden wordt een trefzekere schets gegeven van de plaats van de monarchie in ons staatsbevel en de wijze waarop koningin Beatrix in de dertien jaren van haar regering het moderne koningschap gestalte heeft gegeven.

De inleiding waar het hier over gaat is geschreven door NKC'-journalist Harn' van "Wijnen, na het overlijden van Ernst van Raalte eind jaren '70 een van de beste kenners van het Nederlandse constitutionele recht. Van zijn hand verscheen in 1975 het boek 'Van de niacin des Konings', blijkens de achterflap 'een ontrafeling van mnhe en werkelijkheid van het Koningschap in een constitutioneelparlementair bestel. . .'; volgens de hoogleraar staatsrecht Donner een boek dat over het koningschap 'in losse trant, een verzameling wel wat eenzijdig gekozen en besproken wetenswaardigheden verschaft'. Vorig jaar werd een andere pennevrucht van Van Wijnen A'ermaard. Het boek 'Deprins-gemaal'haalde alle kranten vanwege het erin onthulde materiaal over in het bijzonder prins Bernhard en de gretigheid waarmee diverse ministeries van de diensten van de nooit te beroerd zijnde en met weinig staatsrechtelijk gevoel begiftigde prins gebruik hadden gemaakt.'

De prikkelende stelling die Van Wijnen poneert in de inleiding op de foto's van Werr}' Crone, is dat koningin Beatrix veel meer invloed heeft dan velen geneigd zijn te denken. Weliswaar formuleert Van Wijnen behoedzaam, maar niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is bijvoorbeeld dit citaat: 'Koningin Beatrix lijkt de afgelopen twaalf jaar ook meer gewicht in de schaal te hebben gelegd dan haar moeder in haar laatste twaalfeneenhalfjaar. In de tweede helft van de regeringsperiode van koningin Juliana mag het koninklijk tegenwicht tegen de ministers door de hegemonie van de partijprogramma's zijn afgenomen, in de twaalfeneenhalf-jarige regeringsperiode van haar dochter is die ontwikkeling onmiskenbaar geredresseerd. In de jaren zeventig werd de werkverhouding tussen de koningin en de premiers in de praktijk gekenmerkt door een zekere plichtmatigheid en routine. Sinds 1980 zijn die betrekkingen gerevitaliseerd doordat koningin Beatrix van het begin af een energieke betrokkenheid, om niet te zeggen ambitie, aan de dag heeft gelegd die, zo te zien, haar hoogtepunt nog niet heeft bereikt'.

Schaduw-regering

'an Wijnen schrijft deze ontwikkeling toe aan Beatrix' ambtsopvatting. Die luidt volgens hem: 'evenknie te zijn van de ministers. Dat komt neer op de zelfop- gelegde taak aan de ministers gelijk te willen zijn, niet in kennis van het regeringsbeleid voor de ministerpresident te willen onderdoen, zelfs niet te willen onderdoen voor de vakministers, ja, opgewassen te willen zijn tegen het kabinet. Volgens die opvatting is het koningschap eigenlijk niet anders dan een inwonende schaduw-regering, dat is niet wat het publiek zich van het koningschap voorstelt, dat is zeker niet wat de politiek van het koningschap verwacht, maar het is een werkelijkheid die zich meer onder het gedogend oog van een met haar samenwerkende minister-president, en in overeenstemming met de grondwet, organisch heeft ontwikkeld'.

Als een stelling als deze uit de pen vloeit van iemand als Harry van Wijnen, is dat op z'n minst opvallend. Zoals gezegd. Van Wijnen geldt als een van de beste kenners van het constitutionele recht in heden en verleden. Bovendien is hij goed ingevoerd in de zogenaamde 'welingelichte kringen', waarbij gedacht moet worden aan (ex)-politici en zelfs aan het hof Nog opvallender is, dat in het reeds gememoreerde boek 'Van de macht des konings' door Van Wijnen een geheel andere toon werd aangeslagen. De koninklijke zeggenschap kwam er in dat geschrift niet best vanaf Een van Van Wijnens conclusies toen luidde: 'De invloed van de koningin op de vorming van het regeringsbeleid wordt door de meeste theoretici in Nederland overschat'. Anno 1993 is zijn conclusie dus een tegenovergestelde.

Afronden naar boven

Van Wijnen erkent dat. Hij schrijft nu: „In de jaren zeventig bevond ook ik mij ( ...) in het kamp van hen die meenden dat de drie rechten van de koning (bedoeld worden de aan het ongeschreven staatsrecht ontleende rechten van de koning(in) om te worden geraadpleegd, te waarschuwen en aan te sporen — MdB) niet veel betekenis meer hadden". Voor Van Wijnen was het wegkwijnen van de koninklijke zeggenschap een vanzelfsprekendheid, immers de logische consequenties van een voortgaande ontwikkeling in democratische richting. Nu denkt hij daar anders over. Waar hij in het verleden in het voetspoor van 'republikeinsgezinden aan de linkerzijde' tendeerde naar een afronding van de feitelijke koninklijke macht naar beneden, komt Van Wijnen nu tot de slotsom dat die macht naar boven moet worden afgerond, een opvatting die traditioneel werd gehuldigd aan de rechterzijde, door Van Wijnen de Groen van Prinsterianen genoemd.-

In het kader van de vraag naar 'de macht des Konings' stipt de inleider nog enige andere belangwekkende en veelgestelde vragen aan, zoals die naar het koninklijk vetorecht en de toekomst van de Nederlandse monarchie in een verenigd Europa. Uiteraard leent een inleiding op een fotoboek zich niet voor een uitputtende behandeling van deze en andere vragen, maar Van Wijnens kennis van zaken, uitgedrukt in een ongewoon mooie beeldende taal, behoeft geen lang betoog. Voor allen die inzicht willen krijgen in de werkelijke betekenis en ftinctionering van het Nederlands koningschap in de jaren- Beatrix, is 'In dienst van het koninkrijk' verplichte lectuur.

N.a.v. 'In dienst van het koninkrijk', ondertitel: de monarchie in staatsbestel en samenleving, door Werry Crone en H. A. van Wijnen.

Uitgave: Thomas Rap B.V, Amsterdam, 1992 156 pagina's, gebonden in linnen, prijs: ƒ 65, -

M. de Bruyne

1. Deze publicatie ontlokte de SGP-fractie in de Tweede Kamer zelfs een persbericht, waarin het kabinet in overweging werd gegeven na te gaan in hoeverre de bevindingen van Van Wijnen aanleiding zouden kunnen zijn het harde en onredelijke 'vonnis' inzake de Lockheed-affaire te heroverwegen, voorzover dat nog niet gedaan was.

2. Waarom niet gewoon de Groenianen genoemd, zoals de navolgers van Groen van Prinsterer in de vorige eeuw al bekend stonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1993

De Banier | 20 Pagina's

Het onzichtbare koningschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1993

De Banier | 20 Pagina's