Het getuigenis van Nehemia

"Toen gaf ik hun tot antwoord, en zeide tot hen: God van den hemel, Die zal het ons doen gelukken, en wij. Zijn knechten, zullen ons opmaken en houwen."(Neh. 2: 2()h)

et woord van onze tekst is uitgesproken door Neheniia. Nehtmia leeftle en v\erkte ongeveer 440 jaar voor de geboorte van de Ileere Jezus. Hij is een hoge ambtenaar aan het Perzische hof (1: 11) Nehemia is een kind van (iod. Zijn gebedsleven is daarvoor een duidelijk bewijs ( 1: S-11 ).

Nehemia ontvangt berichten over de toestand in het lancl Kanaiin (1: 2). De situatie in Jeruzalem en Palestina is zeer droevig. De teruggekeerde ballingen \erkeren in grote ellende en in \ersmaadheid (1: 3). De tempel is weliswaar herbouwd, maar de muren zijn nog niet hersteld. Jeruzalem is een open .stad. Het voortbestaan van het Joodse volk hangt aan een zijden draad.

Het volk verkeert in grote ellende. De armen worden door de edelen afgeper.st. De valse profeten kunnen vrijuit hun gang gaan. De sabbat wordt ontheiligd, de dienst des Heeren wordt niet onderhouden en het \< )lk \ermengt zich met omringende \'olken.

Bovendien zijn er machtige vijanden. Laag wordt er op de Israëlieten neer gekeken. Ze zijn in versmaadheid. Het is een hoop amechtige Joden (4: 2). \'an buiten dreigt gevaar Sanballat woonde in het noorden: Tobia in het oosten en (iesem in het zuiden. In het westen ligt de Middellandse Zee. Van binnen uit is het volk aangetast door de zonde en \ an buiten dreigt aan alle kant het ge\'aar.

Waar ligt de uitweg in deze benarde situatie? Hoe zal het volk \an de gewi.sse ondergang worden gered? De Heere verwekt een verlosser: Neheniia. Nehemia zegt tegen het volk: "Komt en laat ons Jeruzalems muur opbouwen" (2: 1"'). Door de dienst van Nehemia worden Jeruzalems muren herbouwd en wordt het \'olksleven teruggebracht naar de inzettingen des Heeren.

Hoe heeft Nehemia dit werk kunnen volbrengen? Waar lag de kracht van .Nehemia? Nehemia is een man van bidden, belijden en doen. Bidden, belijden en bouwen zijn de woorden waarmee zijn dienst is aangegeven.

1. Bidden

"m° n hoofdstuk 1 wordt ons iets gep toond van het gebedsleven van Ne- ^^^ hemia. Het hart van Nehemia ging uit naar (iod. "Toen bad ik tot de God van de hemel (2: 4 ). Nehemia verstaat de heilige kunst \an het bidden zonder ophouden. Zelfs onder zijn werk roept en zucht hij tot de (lOd des hemels.

Dat gebedsleven is de mens \an nature \ reemd. Hij vraagt niet naar (iod. Door de kracht \an wederbarende genade leert een mens zuchten en vragen naar (iod. Het gebedsleven van Nehemia is gestempeld door eerbied voor (iod. Hij heeft het rechte besef van de hoogheid van (iod en de nietigheid van de mens. Zijn gebed is aanhoudend.

I loe nodig is het om met de nood van land en volk te verschijnen voor (iod. De binnenkamer en het gebed zijn de sterkste en meest geduchte wapens in de strijd tegen de satan en de zonde. Het volk wordt gediend en behouden door het gebed. Laten we dat in deze verkiezingstijd niet vergeten. Ook voor 1994 geldt: "een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag \eel." Kennen wij iets van dat leven met de Heere? Is het ook onze begeerte om de nood van eigen leven, van land en volk bekend te maken bij (iod?

2. Belijden

root is de tegen.stand die Nehemia ondervindt. Machtig zijn de vijanden. Zwaar is de arbeid die volbracht moet worden. De herbouwvan de muur lijkt een onmogelijke opgave. .Scherp en snijdend is de spot van de vijanden. .Spottend zeggen ze: "Als een vos over de herbouwde muur loopt zal deze wel in.storten" (4: , -^). Toch heeft Nehemia verwachting. Die verwachting is niet het leger en de ruiters van de koning (2: 9). Hij verwacht het ook niet van de brieven van de koning (2: 9). Temidden van .spot. hoon en dreiging gaat .Nehemia wijzen op de (lod van de hemel. "Toen gaf ik hun tot antwoord en zeide tot hen: De (iod van de hemel, die zal het ons doen gelukken." Daar ligt de verwachting van Nehemia. Hij wij.st op de (iod van de hemel. Hij belijdt dat daar de hulp en verwachting ligt voor het volk van Israël. De verwachting van .Nehemia komt van boven! Deze belij denis is een aansporing om te blijven vol harden in het uitkomen voor de naam ei de zaak van de Heere. De Heere is he waard en flij heeft er recht op dat Ziji Naam wordt beleden. De wereld moet ei mag weten dat er een (iod in de hemel is Laten we ons niet schamen om in begrij pelijke en ronde woorden uit te komei \()or de .Naam. eer, macht en trouw \ai (iod. Daarmee zijn de jongelingen in di o\en ook niet teleurgesteld uitgekomen Kennen we reeds deze (iod \ an de hemel - Schamen we ons wellicht \oor onze belij denis? Hebben we het al geleerd dat de/i (iod nooit zal laten \aren het werk da Zijn hand begon?

3. Bouwen

"f- ehemia is een man van gebed ei belijdenis. Hij is echter ook eei man die zijn handen uit de moii wen steekt. Bij Nehemia is geen spoor vai \Toom en zuchtend praten en venolgenniets doen. Bij Nehemia is geen nioedeio ze berusting over de puinhopen van Jeru zalem. Ook zegt .Nehemia niet: "Vroegei was het allemaal \eel beter, waren er vee! meer kinderen \an (iod. was de eerste tempel veel mooier". In afhankelijkheid van de Heere slaat Nehemia de hand aar de ploeg. Het is zijn innige begeerte on de muren \'an Jeruzalem weer op te bou wen.

Wat een ern.stige les ligt er toch in hei doen \'an Nehemia. Bouwen, bouwen bouwen is zijn begeerte en zijn ook zijr daden. Afbreken en stuk maken is niet hei beginsel waaruit hij werkt. Zo mogen er moeten ook wij in onze tijd bouwen aar de muren \an Jeruzalem. De wereld en dt satan maken alles .stuk. De Heere roept tol de bouw van Jeruzalems muur Zijn wij al van die biddende, belijdende en bouwende mensen geworden? Doe het \'erval van ons \-olk ons leed? Zoekei wij ook met daden het goede \"oor on volk? Nehemia is gestorven. Maar de (iot van .Nehemia leeft nog! Laat onze bedt mogen zijn: "Och. IIEERL. laat toch Uw oor opmerkende zijn op het gebed l\\ knechts, en op het gebed l 'wer knechten die lust hebben l'w .Naam te vrezen; ei doe het toch l 'w knecht heden wel geliiK ken. en geef hem barmhartigheid \()o het aangezicht dezes mans." (1: 11).

Amersfoort

Ds. W. Visschc

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen