Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hans Wiegel: het spel en de knikkers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hans Wiegel: het spel en de knikkers

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

et kan niet van iedere politicus gezegd worden dat hij na zijn vertrek uit Den Haag nog steeds een begrip is in politiek Den Haag. Zo één was Hans Wiegel er echter wel. Hoewel het al weer 12 jaar geleden is dat hij zijn Haagse standplaats inwisselde voor Friesland, kan nog steeds de naam Wiegel de gemoederen in beweging brengen. Dat bleek nog tijdens het opstellen van de kandidatenlijst van de WD in 1993. Toen opnieuw weer stemmen opgingen om Hans Wiegel te kandideren voor de Tweede Kamer, werd zijn terugkomst door andere WD-coryfeeën geblokkeerd. Of daarmee voor de toekomst de terugkomst van Wiegel voorgoed geblokkeerd is?

Fenomeen Wiegel

'ie het eind vorig jaar verschenen boek Hans Wiegel en het spel om de macht van de journalist Jan Hoedeman leest, kan dat haast niet geloven. Daarvoor houdt Wiegel teveel van het spel èn de knikkers.

In het boek wordt het fenomeen Wiegel geportretteerd aan de hand van interviews die allerlei politici werden afgenomen. Daaronder waren, naast prominente WD-ers zoals Korthals Altes, De Korte en Nijpels, ook Aantjes, Van Agt, Lubbers (allen CDA), Gruijters (D66) en Van Thijn (PvdA). Politici die Wiegel in zijn Haagse tijd van dichtbij hebben meegemaakt.

In de politiek

iegel heeft bepaald een briljante politieke carrière doorlopen. Wanneer in 1967 het kabinet-De Jong (KVP/ARP/CHU/WD) aantreedt, breekt voor Wiegel de tijd aan dat hij ook zijn steentje kan bijdragen aan het politieke handwerk. Als jongste kamerlid treedt hij toe tot de 17-koppige WD-fractie.

Dit kabinet zit de rit uit. Na de verkiezingen in 1971 wordt Wiegel tot fractievoorzitter gekozen. Opnieuw maakt de WD (16 zetels) deel uit van het kabinet dat ditmaal onder leiding van Biesheuvel staat. Langer dan een jaar weet dit kabinet zich niet overeind te houden. De ministers van DS'70 vinden dat er onvoldoende bezuinigd wordt, en stappen uit het kabinet. Veel WD-ers zijn het inhoudelijk met deze keus eens. Toch blijft de WD in het kabinet zitten, dankzij Wiegel.

Met de komst van het kabinet-Den Uyl in 1973 verdwijnt de WD (22 zetels) in de oppositiebanken en wordt Wiegel oppositieleider. Hij buit die rol ook helemaal uit. Wanneer als resultaat daarvan de WD nog eens 6 zetels wint, is er een mogelijkheid voor een coalitie met het CDA-in-wording. Het kabinet-Van Agt/Wiegel heeft slechts een meerderheid van 77 zetels. Deze basis is nog wankeler doordat 7 CDA-ers het kabinet slechts gedoogden. Deze zgn. loyalisten waren liever een coalitie aangegaan met de PvdA. En juist in die tijd krijgt de Nederlandse politiek de meest heikele punten voor de kiezen: debatten over de olieboycot van Zuid-Afrika, het NAVO-dubbelbesluit inzake de kruisraketten en de neutronenbom.

Door deze wankele parlementaire meerderheid komt het kabinet niet toe aan ombuigingen die nodig zijn als gevolg van de steeds meer verslechterende economie.

Wanneer bij de kamerverkiezingen in 1981 het CDA en de WD de meerderheid verliezen, komt de WD opnieuw in de oppositie tegen een tweede kabinet-Van Agt (CDA/PvdA/D66). Na een jaar houdt Wiegel het voor gezien. Hij wordt commissaris van de koningin in Friesland.

Orakel van Ljouwert

adien laat hij regelmatig nog van zich horen wanneer hij ontwikkelingen in de WD signaleert waar hij niet mee kan instemmen. Dat levert hem de naam 'Het orakel van Ljouwert' op. Naarmate het met de WD slechter gaat, neemt de invloed van Wiegels interventies toe. Dat dit optreden vanuit Friesland niet bij iedere WD-er in goede aarde valt, behoeft natuurlijk geen betoog.

Autoriteit

at Wiegel de wind in de politieke zeilen heeft, is deels het gevolg van zijn autoritaire uitstraling. Al op jonge leeftijd boezemt Wiegel gezag in. Een vriend van hem, R. Heijting, herinnert zich een voorval op een warme dag bij een Goois zwembad Er stonden rijen wachtenden. "Hans kwam aanlopen met een handdoekje over zijn arm en liep zonder op of om te kijken de rijenvoorbij. De badmeester werd minzaam gegroet, hij kleedde zich om in een van de privé-badcabines van de bestuursleden, schreed naar de rand van het zwembad en liet zich te water. Er kwam geen protest van de wachtenden en de badmeester greep niet in".

Deze houding zal Wiegel altijd blijven kenmerken: autoritair, zelft'erzekerd, met een zekere bluf Een houding die overigens blijkt te werken. Van Thijn, PvdA-fractievoorzitter tijdens het kabinet-Den Uyl/Van Agt, erkent bijvoorbeeld dat hij een soort Wiegel-angst, ja zelfs een angstcornplex had. Hij volgde daarom trainingen om zich voor te bereiden op openbare debatten met Wiegel.

Wanneer in 1977 de formatie van het tweede kabinet-Den Uyl steeds moeizamer gaat verlopen, gaan er tijdens een vergadering over deze politieke impasse meer stemmen op in de WD-fractie die vinden dat het nu maar eens met de PvdA geprobeerd moet worden. Op een gegeven moment tekent er zich een meerderheid af die deze lijn wil volgen. Wiegel wil daar helemaal niets van weten, maar wil toch ook de eenheid bewaren. Nog tijdens de discussie - er is nog geen besluit gevallen- staat Wiegel op om het advies van de WD aan de koningin over te brengen. Hij zegt daarbij: "Als ik nu niet wegga, kom ik te laat bij Hare Majesteit. Jullie horen vanmiddag op de radio wel wat ik heb geadviseerd". Zijn advies behelsde de formatie van een nationaal kabinet. Niemand uit de fractie kon daar iets tegen inbrengen, behalve dan dat zo'n kabinet er niet zou komen. Zo werkte Wiegel, en met succes.

'Volksmenner'

oor vriend en vijand wordt erkend dat Wiegel een ware 'volksmenner' is, die goed bedreven is in het voeren van oppositie. Onomstreden is dat niet, ook niet in zijn eigen partij, waar er van mening zijn dat Wiegels wijze van oppositievoeren te confronterend is. Anderen vinden echter dat ook gekeken moet worden naar het resultaat en dat is niet mis. Wiegels optreden legt de WD bepaald geen windeieren en resulteert tenslotte in regeringsdeelname in 1977. En dat is precies zijn bedoeling.

Zijn optreden gaat vaak met veel humor gepaard en slaat bij velen aan. Tijdens één van de verkiezingsdebatten met Den Uyl - het loopt dan tegen 5 december- zegt Wiegel tegen de zaal: "U gelooft niet in Sinterklaas, hè? " "Nee!", brult de zaal. Wiegel daarop: "Nou, maar hij bestaat. En hij zit daar!", wijzend op Den Uyl.

Politiek en mensen

olitiek is mensenwerk. Dat blijkt wel wanneer je door middel van de interviews eens een kijkje kunt nemen achter de politieke schermen. Niets menselijks is ook politici vreemd. Interviews kunnen goed dienst doen om eigen fouten te verhullen ofte rechtvaardigen.

Zo erkent De Korte, in het tweede kabinet-Lubbers minister van Economische Zaken en vice-premier, dat zijn premierschap een totaal andere was dan die van Wiegel onder Van Agt. Hf j kreeg niet de ruimte van Lubbers die Van Agt Wiegel wèl gegeven had. Dat hij echter geen Wiegel is, lijkt bij De Korte niet op te komen.

En Lubbers zegt bijvoorbeeld dat hij, na het overlijden van de WD-minister van Binnenlandse Zaken Rietkerk in 1986, graag Wiegel had teruggezien als diens plaatsvervanger en vice-premier. Nijpels beweert daarentegen dat hij de indruk kreeg dat Lubbers Wiegel liever niet terugzag. Met zoveel woorden onderschrijft Wiegel echter Lubbers' visie.

Niets menselijks is ook Van Thijn vreemd. Van Thijn was samen met S. Kremers formateur van het CDA/PvdA/D66-kabinet in 1981. Als basis daarvoor gebruikten zij het eindverslag van de onderhandelingen die met de partijen gevoerd waren door de informateurs. Van Thijn, Lubbers en De Koning. De CDA-onderhandelaar Van Agt - die totaal geen zin had in een dergelijk kabinet- wilde dat eindverslag niet goedkeuren. Van Thijn erkent zelf dat het staatsrechtelijk "zeer dubieus" was, "het deugde van geen kant, er werd op basis van een niet-geaccordeerd eindverslag een kabinet geformeerd. De Koning en Lubbers waren niet zo thuis in het staatsrecht". Van Thijn wist echter wel dat dat niet kon, maar: "ik had er geen belang bij te zeggen dat het allemaal niet kon". Het partijbelang stond voor hem nu boven aan.

Het boek tekent op boeiende wijze het politieke klimaat van vooral de jaren zeventig in het algemeen en Wiegel als een politicus in het bijzonder.

Wiegel was in deze periode in zijn element en wist een glansrijke reputatie op te bouwen. Een reputatie, waarop hij nu nog kan bogen. Anders had een boek als dit geen aftrek meer gevonden.

N.a.v. Jan Hoedeman, Hans Wiegel en het spel om de macht.

Uitgeverij Scheffers, Utrecht 1993, 241 blz. Prijs: ƒ29, 90.

Peter van Vugt

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994

De Banier | 20 Pagina's

Hans Wiegel: het spel en de knikkers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994

De Banier | 20 Pagina's