Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geleden onder Pontius Pilatus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geleden onder Pontius Pilatus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij leven in de lijdensweken. In dat lijden van de Borg heeft ook de burgerlijke overheid een plaats gehad. Paulus schrijft over Christus Jezus in 1 Timotheüs 6:13 dat Hij onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft. En de kerk van alle tijden belijdt in het vierde van de Twaalf Artikelen van het Algemeen, Ongetwijfeld Christelijk geloof dat Hij geleden heeft onder Pontius Pilatus.

Deze Pontius Pilatus was gedurende een tiental jaren (26-36) stadhouder van de Romeinse keizer Tiberius over Judea en Samaria. In een brief van Agrippa I wordt hij getekend als onbuigzaam, eigenzinnig en onverbiddelijk. Van zijn wreedheid getuigt bijvoorbeeld het optreden tegen de Galileërs waarvan we lezen in Lucas 13. Aan zijn bewind kwam een einde toen hij in het jaar 36 door de keizer ter verantwoording naar Rome werd geroepen. Over zijn levenseinde is weinig met zekerheid te zeggen. Hij zou zelfmoord gepleegd hebben of onthoofd zijn.

Oude geschriften (Eusebius) maken melding van zijn verantwoording voor keizer Tiberius en de Senaat te Rome. Ook daar zou hij getuigenis gegeven hebben van Jezus' onschuld. Daarop beriepen zich de eerste christenen als de heidenen hen voor de voeten wierpen datjezus als een mis­ dadiger een schandelijke kruisdood was gestorven.

Overheid

Als stadhouder vertegenwoordigde Pilatus de burgerlijke overheid en daarmee de geldende Romeinse rechtsorde. Hij zat daar namens de Romeinse keizer, het hoofd van het Romeinse rijk, toentertijd supermacht. De politiek van die dagen oefende macht over de Zoon van God, aan Wie gegeven is alle macht, beide in de hemel en op de aarde. En Hij onderwierp zich, gewillig en vrijwillig, aan de politieke macht van Zijn tijd. Aan een overheid die, ook toen, overheid was bij de gratie Gods. Zei Hij het niet Zelf "Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u niet van bovengegeven was."

Ook daarin ligt het plaatsvervangende. Hij stond terecht in plaats van Zijn volk, opdat Hij, onschuldig onder de wereldlijke rechter veroordeeld zijnde, ons daarmee van het strenge oordeel Gods, dat over ons gaan zou, bevrijde.

Wij kennen de geschiedenis. De rechter Pontius Pilatus vond geen schuld in deze verdachte. Calvijn zegt dat Pilatus geen ogenblik geaarzeld zou hebben de doodstraf uit te spreken als Christus aantoonbaar gepoogd had de maatschappelijke orde aan te tasten. Daarin ligt een les voor allen die in Jezus van Nazareth niet meer zien dan een revolutionair, een partijganger van armen en verdrukten, een symbool van verzet. Verzet tegen onderdrukking door de Romeinen; tegen de uitbuiting door tollenaars en tegen de gevestigde orde van Farizeërs en Schriftgeleerden. Nooit predikte hij revolutie, noch tegen de burgerlijke, noch tegen de kerkelijke overheden. Integendeel, binnen de begrenzing van het Gode meerder gehoorzaam zijn dan de mensen, heeft Hij volmaakt ook het vijfde gebod geleerd en nageleefd.

Alle verdachtmakingen van Zijn vijanden ten spijt leverde het gerechtelijk onderzoek en het persoonlijke verhoor niets op. Althans niets waarvan de Onschuldige naar recht te beschuldigen zou zijn.

Wat het wèl opleverde, was het getuigenis van Jezus Christus tegenover de overheid dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is, maar dat Hij kwam opdat Hij der waarheid getuigenis geven zou. Hij heeft, we haalden Paulus reeds aan, ten overstaan van de politieke machthebbers van Zijn tijd, de goede belijdenis betuigd.

Geen onschuld kon Hem baten. Het pogen van Pilatus om wegen te zoe-

Vervolg op pagina 4 ken om Hem los te laten, leed schipbreuk. De democratie eiste de dood van Jezus. Dreigde met verlies van des keizers gunst. Indien gij Dezen loslaat, zo zift gij des keizers vriend niet. Zo verwordt democratie tot demonencreatie. En in onze dagen? Indien gij de Waarheid getuigenis geeft, zo zijt gij des kiezers vriend niet.

Navolging

Christenen daikken de voetstappen van hun Meester en de discipel is niet meerder dan zijn heer. Zij hebben Mij vervolgd, getuigde Christus, en zij zullen ook n vervolgen. De goede belijdenis móet betuigd worden, ook in 1995. Christenen hebben de roeping te getuigen van de zeggenschap van Christus over het hele leven. Van alle mensen, van alle tijden en op alle plaatsen. Dat roept weenstand op. Steeds intenser openbaart zich in onze dagen de afkeer van de waarheid en daarmee van de Waarheid. Weg met Dezen! In die omstandigheden staan wij en onze vertegenwoordigers. Geroepen om te getuigen tot voor koningen en overheden toe. Waarbij Zijn rechtmatige eis op heel het volk de kern is van de boodschap.

Daarbij mag, ondanks verachting en straks misschien ook vervolging, toch tegelijk gewezen worden op de zekerheid van de uiteindelijke overwinning. De macht van de vijand is er bij gratie van de toelating Gods. Verder gaat ze niet en langer duurt ze niet.

Omdat Chri.stus overwonnen heeft, zullen alle machten die zich tegen Hem verheffen, overwonnen worden. In één van zijn boeken laat een bekend Russisch schrijver een communistische commissaris aan een christen vragen: "Wie zal overwinnen, Christus of het communisme?" Die christen antwoordt dan: "Het communisme zal overwinnen, maar na al die overwinningen zal Chri.stus over­ winnen." Door alle nederlagen heen is de toekomst zeker en ligt de uitkomst vast.

Theocratie

Het hart van de SGP ligt in het theocratisch beginsel. Sprekend over het getuigenis geven tegenover koningen en overheden, ontkomen we niet aan het onder ons onverkort beleden artikel 36 NGB. Tot de kerntaken van de overheid wordt daar gerekend: het koninkrijk van Jezus Christus te doen vorderen en het Woord des Evangelies overal te doen prediken, te weren en uit te roeien alles wat zich daartegen stelt, opdat God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebied. Daaraan is onlosmakelijk verbonden dat ook de eis van de eer.ste tafel der Wet, die de publieke erkenning van God vordert, ten grondslag ligt aan weten regelgeving. En dat zo de eis van heel de Wet, voor heel het volk, onvermoeid wordt voorgehouden. Het volk ten goede!

Omdat Christus het voor Pilaais beleden heeft, kunnen en mogen ook wij niet anders dan belijden dat er maar één God is en dat alles Hém moet eren. Dat getuigenis wordt niet in dank afgenomen. Het is voor de liefhebbers en voor de beslotenheid van het eigen verband waarin men daaraan geloof wil hechten. De mens die God en Zijn Woord veracht, verdraagt geen in geschriften vastgelegde zekerheden; verdraagt de Waarheid niet. Wat is waarheid? De vraag van toen èn nu.

Niet het onkreukbare Romeinse recht was richtsnoer voor Pilatus, maar volkswil en willekeur bepaalden de uitspraak van deze rechter.

Discipelen

ie geleden heeft onder Pontius Pilatus; het staat er niet zomaar. En als Paulus schrijft dat al de Schrift van God is ingegeven en daarom nuttig is tot lering, enz. dan geldt dat ook voor het door ons aangehaalde woord dat hij aan Timotheüs schreef

De Heidelberger Catechismus vraagt ons na de behandeling van de Twaalf Artikelen:

Maar wat baat het u nu, dat gij dit alles gelooft?

En dan is het antwoord: Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben en een erfgenaam des eeuwigen levens.

Daar gaat het allereerst om. Het persoonlijke weet hebben van zonde, schuld, vloek en recht. We noemen slechts de woorden, maar het gaat vanzelfsprekend om de zaken. Maar wie daar geen weet van heeft, wat moet die aan met het plaatsvervangende staan van de Borg voor Pilatus? Christus leed (ook) onder de wereldlijke overheid, waarvan Pontius Pilatus vertegenwoordiger was. Ook zijn discipelen hebben geleden, lijden en zullen lijden onder wereldlijke overheden. Dat lijden kan tot en over ons komen in verschillende gedaanten. Maar als het komt, en zien we het -ook als Staatkundig Gereformeerde Partij- niet naderen in onze dagen, dan zullen we alleen staande kunnen blijven als iets gekend wordt van het oprecht geloof. Het geloof dat de ziel verenigt met Hem, Die geen zonde gekend had, maar zonde voor ons werd gemaakt. Het gaat om geloofsbelijdenis!

Ik geloof in Jezus Christus, die geleden heeft onder Pontius Pilatus. En als dat geloof mag léven, is er onder alle omstandigheden vrijmoedigheid om te getuigen, ook voor koningen en overheden. Zijn Naam ter eer en tot welzijn van onze mede­ mens.

DN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1995

De Banier | 20 Pagina's

Geleden onder Pontius Pilatus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1995

De Banier | 20 Pagina's