POSITIE AMBTENAAR BIJ PRIVATISERING IN HET GEDING
Bij privatisering van een gemeentelijke dienst of bedrijf is altijd de positie van fiet personeel in het geding. Soms wordt ervoor gekozen om het personeel bij de gemeente in dienst te houden en te detacheren bi: de (privaatrechtelijke) rechtspersoon die de geprivatiseerde activiteiten gaat uitvoeren. Meestal is het gewenst om in de arbeidsvoorwaarden van het personeel zo weinig mogelijk wijzigingen aan te brengen. De Centrale Raad van Beroep heeft herhaaldelijk uitgemaakt dat detachering tot gevolg kan hebben dat het betrokken personeel ophoudt ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet 1929 te zijn. Dat zal met name het geval zijn indien de ambtenaar functioneel ondergeschikt wordt aan het bestuur van de rechtspersoon, ook al blijft hij (krachtens de detacheringsregeling) hiërarchisch ondergeschikt aan het gemeentebestuur. Verricht de ambtenaar geen werkzaamheden meer voor de gemeente zelf en heeft de gemeente geen overwegende invloed op de rechtspersoon, dan zal de ambtenaar niet meer in de openbare dienst werkzaam zijn.
/t^hiÈjÈJOSLüKTRACT
Een andere optie bij privatisering is om het personeel in dienst te laten treden bij de privaatrechtelijke rechtspersoon. In theorie moesten alle ambtenaren daartoe een nieuw orbeidscontract aangaan met de nieuwe rechtspersoon, omdat geoordeeld werd dat van een overgang van het personeel van rechtswege geen sprake was. Artikel 7: 773 BW bepaalt dat bij een overgang van een onderneming alle rechten en verplichtingen uit arbeidsovereenkomsten van rechtswege overgaan op de verkrijger van de onderneming. Het artikel beoogt werknemers in deze situaties te beschermen. Ambtenaren hebben op het moment van de overgang nu eenmaal geen arbeidsovereenkomst en daarom is het artikel niet op hen van toepassing, zo vond men.
HOGE RAAD
Recent heeft de Hoge Raad echter anders geoordeeld. De Hoge Raad let mede op de rechtspraak van de Centrale Raad van beroep die feitelijk aan de werknemer rechtsbescherming ontneemt, omdat de Centrale Raad van beroep zich niet ontvankelijk verklaart. Het uitgangspunt is dat het personeel van een privatisering geen nadeel behoort te ondervinden. In verband met de aan het arbeidsrecht eigen rechtsbeschermingsgedochte moet de burgerlijke rechter aannemen dat het geheel van rechtshandelingen (de losmaking van de onderneming uit het gemeentelijk verband, de overdracht aan de privaatrechtelijke rechtspersoon en de detachering) is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen deze personeelsleden en de privaatrechtelijke rechtspersoon. De Hoge Raad ziet dus in de overdracht van activa en activiteiten wel degelijk een overgang van een onderneming.
VRAGEN
Op de uitspraak van de Hoge Raad valt het een en ander af te dingen.
Hij is ook in een kortgedingprocedure gedaan. Het resultaat stelt echter tevreden. In de praktijk kan er voorlopig vanuit worden gegaan dot het personeel bij een privatiseringsoperatie in dienst komt bij de nieuwe werkgever. Volgens een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 15 oktober 1996 vormt de overgang van bestuurstaken tussen openbare lichamen geen overgang van ondernemingen. Dit roept echter slechts vragen op: wat zijn bestuurstaken, en: is er wel een overgang van een onderneming bij een overheveling van een bestuurstaak naar een privaatrechtelijk lichaam? De vraag wat de klassieke taken van de overheid zijn komt hier opnieuw aan de orde. Wat zijn de juridische criteria voor bestuurstaken? Moet er al don niet een (grond)wettelijke taakopdracht zijn? Het lijkt erop dat nieuwe rechtspraak hier duidelijkheid moet brengen.
Bron: Memoref, september 1997
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1997
De Banier | 20 Pagina's