Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gebed van Habakuk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gebed van Habakuk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het midden der jaren."

Habafculf 3: 2m

De profeet Habakuk vervult zijn profetische roeping in de periode die onmiddellijk voorafgaat aan de ballingschap. Omdat het volk Israël weigert met de zonde te breken, heeft Habakuk van de Heere opdracht gekregen tot de prediking dat God met Zijn oordeel komen zal.

Wanneer we zijn profetie lezen, Tierken we dat Habakuk Gods boodschap getrouw gebracht heeft, maar we merken ook zijn persoonlijke betrokkenheid bij die boodschap: de schuld van zijn volk is ook zijn eigen schuld.

Hij zegt: "HEERE! als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd". Toen Habakuk hoorde wat God met dot ontrouwe volk zou gaan doen; Toen hij in de geest zag dat de vijanden als een zware wals over het land zouden komen, toen heeft hij gevreesd. Maar die vrees deed hem buigen onder God; deed hem bidden tót God: "Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het midden der jaren".

Alle nadruk moet vallen op de woorden "Uw werk"! Het gaat om het werk van Gods genade in de beloofde Messias.

Habakuk doelt op het grote werk van God, begonnen in de moederbelofte, om in deze wereld het Koninkrijk van Zijn Zoon Jezus Christus op te richten.

Habakuk smeekt dus of de HEERE er voor zorgen wil dat uit de schoot van Israels natie de beloofde der vaderen geboren zal worden.

En dan zegt hij er bij: "in het midden der jaren". Dat wil zeggen: in de jaren die komen zullen; in de jaren van de aanstaande ballingschap.

Dat laatste benadrukt hij nog eens door te zeggen: "maak het bekend

Wat er van het werk van Israël overbleef, woog niet zo zwaar bij Habakuk. UW werk, o Heere, dóór gaat het om.

Al wat van ons is, mag gerust verbranden in de vlammen van Uw rechtvaardig oordeel. Dat zal enkel winst zijn. Want onze werken zijn werken der duisternis. Maar: "Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het midden der jaren". En toch had de profeet gezien dat stad en tempel verwoest zouden worden, en het volk zou worden weggevoerd in ballingschap. Moor ondanks dat alles zegt hij niet: Heere, óns werk, maar: Heere, UW werk, behoud dat in het leven. En ziende de naderende verwoesting zoekt hij de stilte van de binnenkamer en worstelt met God over de voortgang van Zijn werk. Zou dat ook ons gebed niet moeten zijn?

Als rondom ons alles wegvalt en afvalt van de levende God; als de kerk in ons land door vele dwalingen wordt meegezogen; als er zoveel is, in politiek en maatschappelijk opzicht dat met zorg en verdriet vervult, moet don ook ons gebed niet zijn: "Uw werk, o HEERE! behoud dot in het leven in het midden der jaren"?

Dat werk dat U begonnen bent in ons land, in de kerk, in onze gezinnen, in ouderen en jongeren, behoud dat toch in het leven HEERE, opdat we niet zullen verdrinken in de vloed van ontkerstening, werelddienst en dwaling. UW werk, HEERE!

Daar ging het om bij Habakuk. Daar gaat het om bij allen die God en Zijn Koninkrijk werkelijk lief gekregen hebben.

Zij dragen het werk van de Heere op hun hart, en daarom is het hun gebed: "Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het midden der jaren".

Uw werk van bekering, van vernieuwing van zondaarsharten, van boetvaardigheid en geloof in de Heere Jezus Christus, maak dat toch bekend in het midden der jaren.

Wij mensen maken ons vaak zo geweldig druk over óns werk. Wij bouwen op allerlei gebied een prachtig godsdienstig of werelds huis, en dan gaan we aan het bidden: Heere, dit mijn huis dat ik gebouwd heb, behoud dat toch in het leven.

Maar als God ZIJN werk in ons begint, weet u wat er dan gebeurt? Dan breekt Hij ons werk óf! Dan breekt Hij of onze zondige werken, en ook onze vrome, godsdienstige werken.

Dan blijft er van ons werk niets over dan schuld, zonde en ongerechtigheid. Dan komen we op de puinhopen van ons leven terecht. Dan worden we zó arm, dot we niets hebben om iets van die schuld te betalen. Maar zie, op die puinhoop bouwt God ZIJN Koninkrijk. Daar doet de HEERE don Zijn werk verrijzen, het volkomen werk van Christus' verdiensten.

Het gebed van Habakuk

Want toen Jezus aan het kruis hing en riep tot Zijn Vader, moest Hij zeggen: 'ook vind Ik géén ontfermen'. Er was voor Hem geen ontferming, opdat vloekwaardige zondaren bij God ontferming zouden vinden.

En dat doet de Heere Zijn kinderen ervaren.

In de toorn vinden zij een ontfermend God.

Habakuk wist dat bij ervaring, en daarom is het zijn gebed: "Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het midden der jaren". Weet ó dat óók bij ervaring, en is dit daarom ook uw gebed?

Doetinchem ds J. Driessen

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1997

De Banier | 20 Pagina's

Het gebed van Habakuk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1997

De Banier | 20 Pagina's