Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op gereformeerde grondslag?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op gereformeerde grondslag?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

TEKST & UITLEG

Op 15 november 1997 werd de meer dan vriendschappelijke omgang die het GPV en de RPF al enige tijd met elkaar hadden, omgezet in een officiële verloving. Een verloving die vrij kort daarop, om precies te zijn op 7 februari 1998, uitmondde in de aankondiging van het voorgenomen huw^elijk. Sindsdien is er sprake geweest van een welbewust en doelbewust uitzetten van een traject dat op termijn zou moeten leiden tot een huwelijk tussen beide partijen. We vleten dat alle beeldspraak zijn beperkingen heeft, maar in de lijn van de door de geliefden zelf gebruikte termen Werloving' en 'ondertrouw' ligt het gebruik van het woord 'huwelijk' in dit verband bepaald voor de hand.

Op 21 oktober j.l. werd bekendgemaakt dat de besturen van GPV en RPF het eens geworden zijn over de vorming van een unie van beide partijen. In alle volksvertegenwoordigende organen opereren de partijen in de toekomst met één lijst en één fractie. De bestaande partijstructuren blijven in dit stadium intact, ledere unie-partner houdt daarbij een zelfstandig financieel- en ledenbeleid, maar naar buiten toe komt er één nieuwe politieke eenheid. Dat het uiteindelijke doel gericht is op een eenheid in alles, blijkt wel uit het feit dat ook organisatorisch alle onderdelen worden samengevoegd. De huidige partijbesturen gaan samen het uniebestuur vormen, er komt één partijbureau, ééne wetenschappelijk instituut en één jongerenorganisatie. Dat er gekozen is voor een unie en niet voor een fusie, een volledige eenwording in alle opzichten, heeft te maken met het gegeven dat toch altijd nog zo'n twintig procent van de GPV-verenigingen daarvan verklaard tegenstander is. Deze unie kan dan ook gezien worden als een tactische tussenfase. fHet heeft geen enkele zin om leden, c.q. verenigingen tegen hun wil over deze streep te trekken of te duwen. Ook bij andere veranderingsprocessen heeft de praktijk bewezen dat via de salami-tactiek, het stop voor stap bereiken wat in één grote stap niet lukt, het doel op den duur ook wel wordt bereikt.

fHet gebrek aan alternatieven zal er aan bijdragen dat ook de tegenstanders uiteindelijk vrijwel allemaal voor de nieuwe partij behouden zullen blijven. De tijd van alternatieve partijvorming is, wellicht voorgoed, voorbij en ook alternatieven in andere, bestaande, richtingen zijn er niet of nauwelijks. Ook de SGP zal zich niet rijk hoeven rekenen aan kiezers die zich om deze reden afwenden van de partij waarop zij soms decennia lang uit overtuiging hun stem hebben uitgebracht. Daarvoor zijn de verschillen te groot en teveel ook principieel bepaald.

CONFESSIONEEL

We gaan hier voorbij aan alles wat gezegd en geschreven is over het bijna vanzelfsprekende van deze unie-vorming. fHoewel daar hier en daar best een kanttekening bij te plaatsen is. fHet is namelijk nog maar de vraag of GPV-ers van het eerste uur gelukkig zijn met partijgenoten die hierover spreken in termen van het goedmaken van een historische vergissing. Dat er grote overeenkomsten zijn in de programma's van GPV en RPF, is duidelijk. Dat er vrijwel altijd een gelijkluidend stemgedrag is, spreekt ook niemand tegen. Maar daarmee is niet alles gezegd. Als dat de ijkpunten zijn, is inderdaad de vraag logisch waarom ook de SGP niet bij deze unievorming is of wordt betrokken. Ik kom daar nog op terug.

Natuurlijk valt het niet te ontkennen dat er veel gemeenschappelijks is tussen GPV en RPF. En het lijkt voor de hand liggend om het verstandig te noemen als meer wordt gelet op de overeenkomsten dan op de verschillen. Dat lijkt voor de hand liggend, maar is het niet altijd. We zullen het er over eens zijn dat daarbij van belang is om welke verschillen het gaat. En zo ook hier. Een wezenlijk verschil tussen GPV en RPF i altijd geweest: de visie op onze be lijdenisgeschriften. En daar ligt dan meteen ook de verklaring voor het feit dot wij daaraan, als buitenstaander in dit groeiproces naar éénwording, aandacht besteden. Want die belijdenisgeschriften zijn ook onlosmakelijk verbonden aan het ontstaan, bestaan en functione ren van onze Staatkundig Gerefor meerde Partij. In ons grondslag-ar kei is onveranderlijk vastgelegd de wij deze belijdenisgeschriften geheel en onvoorwaardelijk onderschrijven. fHoewel anders omschre ven, staat dat ook in de grondslag formule van het GPV. Ook het GPV wilde een confessioneel-gereformeerde partij zijn. Ook daar staageschreven dat de eenheid Woorc én belijdenis moet functioneren ali uitgangspunt voor de politiek.

Toen dan ook begin 1996 de best-, ren van GPV en RPF besloten een begin te maken met officiële bespr kingen op bestuurlijk niveau, were daarbij vooraf aangegeven dot ee-; van de voornaamste punten van overleg zou moeten zijn: c/e inhob en de functie van de gereformeerd belijdenis in de grondslag van bei de partijen.

Beide partijen noemen de belijden in hun grondslagformulering. Daar bij zegt het GPV:

"De Heilige Scfirift, waarvan de Drie Formulieren van Enigheid va' de Gereformeerde Kerken in Ned. land, gehandhaafd in de vrijmakii . dezer kerken, de hoofdsom leren, • de enige grondslag en regel voor het Verbond, ook voor het staatku: dig leven".

En de RPF zegt: "De RPF aanvaan. als enige norm voor haar politiek denken en handelen het on feilbar Woord van God, zoals ten aanzit daarvan ook beleden wordt in de Drie Formulieren van Enigheid". "Zoals ten aanzien daarvan ... enz", is in feite een beperkende b' paling die het mogelijk maakte de ook mensen lid konden worden di-' zich niet aan de belijdenis wilden binden. Mensen die zeiden dat de Bijbel als grondslag van een chrisi : •lijke partij afdoende zou moeten zijn.

We moeten daar kort in zijn. fHet in de kerk nodig gebleken de chri • telijke leer samen te vatten in belij denisgeschriften en de verbonden heid van Gods Woord en de belii denis van de kerk tot uitdrukking te brengen. En dat is niet minder van toepassing op een christelijke partij die zich laat normeren door het 'Voord. Ook zij bindt zich aan dezelfde belijdenisgeschriften. Gods Woord en de belijdenisgeschriften piogen op politiek terrein niet tegenr.ver elkaar gesteld worden. Wezen- I jke eenheid wortelt in Schrift én belijdenis.

Het bovenstaande is bepaald niet een specifiek SGP-geluid. Ook vani it het GPV hebben geluiden als deze bij herhaling geklonken. Het gaat niet aan om namen te noemen, maar in talloze GPV-geschriften is dit uitgedragen. Ook door mensen die nu meezingen in het uniekoor. Hoewel ook daarbij bedacht mag v/orden dat het enthousiasme niet bij iedereen even groot zal zijn; : naar dat terzijde. Maar het is op zich begrijpelijk, ja prijzenswaardig dat er gestreden wordt voor het behoud van het confessioneel gereformeerde in grondslag en geluid. En dan kan ik me voorstellen dat de GPV-er die daar ernst mee maakt, bepaald niet gerust gesteld is als hij kennis neemt van de nieuwe gemeenschappelijke grondslag, de Uniefundering.

UNIEFUNDERING

De unie van RPF en GPV erkent Gods heerschappij over het staatkundig leven, dat de overheid door God is gegeven en in Zijn dienst staat en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief te zijn in de samenleving.

Zij fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die door de Drie Formulieren van Eenheid wordt nagesproken en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat".

In een eerdere 'proeve van een grondslag' die een gezamenlijke commissie van beide partijen presenteerde als mogelijk uitgangspunt voor de gewenste eenheid, werd het anders gezegd. Daarin stond: "De partij belijdt....". In plaats van belijden is nu sprake van erkennen. Persoonlijk vind ik dat een niet geringe verarming. Immers, 'belijden' heeft iets van een openlijk uitkomen voor een overtuiging, 'belijden' is verbonden aan 'geloof'. 'Erkennen' gaat veel minder diep, het zegt niet veel meer dan een toestemmen dat iets is, zoals het gesteld wordt. Erkennen kun je desnoods tegen wil en dank, belijden niet. Erkennen doe je met je hoofd, belijden met je hart. Waarom deze verandering? Roept het spreken over 'belijden' in de uniefundering misschien teveel associaties oproept met belijdenis...geschriHen^ Die gedachte wordt min of meer versterkt omdat ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat de belijdenisgeschriften wel genoemd mogen worden, maar de betekenis daarvan - zeker in vergelijking met de oude GPV-grondslag - danig is afgezwakt. De 'oude' RPFformulering is deels overgenomen en deze betekende in de praktijk niet méér dan dat de partij zich gebonden voelde aan de Belijdenis voorzover deze de Schrift naspreekt. Die, duidelijk de betekenis afzwakkende exegese, wordt zeer versterkt doordat er nu is toegevoegd: en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat". Wie bepaalt wanneer de Belijdenis de Schrift naspreekt? Wie bepaalt welk Schriftwoord wijsheid bevat voor het staatkundig leven? Is het gevaar niet levensgroot aanwezig dot deze uniefundering gebruikt kan worden om niet alleen de belijdenisgeschriften op staatkundig terrein vleugellam te maken, maar ook (delen van) de Schrift? Want wie maakt uit welk deel van Gods Woord wijsheid is voor het staatkundig leven?

DE BESTE BEDOELINGEN

Nu krijgt iedereen die opmerkt dat het ongetwijfeld de bedoeling van deelnemende partijen niet is om in te leveren op altijd beleden uitgangspunten, van mij direct gelijk. Geen GPV-er zal als oogmerk hebben om binnen de unie minder confessioneel-gereformeerd politiek te bedrijven don voorheen. Geen RPFer zal op enigerlei wijze binnen de unie minder belang hechten aan Schrift en belijdenis dan voorheen. Wij hebben geen enkele reden om ook maar in het minst te twijfelen aan de oprechtheid van de woorden van GPV-voorzitter Cnossen als hij zegt dat een fusie van RPF en GPV tot stand kon komen als de politieke unie een gereformeerde uitstraling krijgt. Of, wat sterker en duidelijker geformuleerd is: "Een fusie kan als de unie confessioneel-gereformeerd is".

De vraag mag gesteld of dat recht doet aan de werkelijkheid. Zelf constateert hij ook en zegt dat onomwonden: "Ik constateer dat het GPV op een andere manier omgaat met Schrift en belijdenis als grondslag dan de RPF. Daarover moeten we indringend met elkaar spreken". Maar deze constatering wordt wel uitgesproken op een moment dat er een uniefundering zwart op wit staat; dat alle hierboven genoemde gezamenlijkheden werkelijkheid moeten worden; dot onder het uniedocument de handtekeningen staan van voorzitters en secretarissen van RPF en GPV, gedateerd 22 januari 2000! Kortom, op een moment dat een weg terug niet meer mogelijk is.

EN DE SGP?

Waarom hier zo uitvoerig op ingegaan. Is het niet een zaak van GPV en RPF? Die vraag zou volmondig bevestigend beantwoord kunnen worden, ware het niet dat in de commentaren en reacties die volgden op deze huwelijksoankondiging, ook onze partij vaak werd genoemd. Daarbij werden mogelijkheden en wenselijkheden uitgesproken van samenwerkingsvormen met de nieuwe unie, voor nu en later. En wie zal ontkennen dat de beoordeling daarvan losstaat van de fundering? Maar daarover D.V. de volgende keer meer.

DN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1999

De Banier | 20 Pagina's

Op gereformeerde grondslag?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1999

De Banier | 20 Pagina's