Mariska Messias Millennium

MARISKA

Van het bestaan van deze "profetes" wist ik niet. Via de krant en mijn catechisanten hoorde ik van haar. Ze huurde in Putten en in Millingen, als ik goed geïnformeerd ben, bungalows af als onderdak voor degenen die in haar geloofden. Een vloedgolf zou het oostelijk deel van de Betuwe overstromen, dood en verderf zaaiend. Ja, en ze had ook nog de aardbeving in Turkije voorspeld! Dus - onrust onder jongeren en ouderen. Stel toch, dat ze gelijk zou hebben, die Mariska. Er ze hielden hun adem in. En de media speelden er op in. En de meteorologen kondigden rustig herfstweer aan - en de Betuwe bleef droog. En de "gelovigen" zaten in de afgehuurde bungalows op de Veluwe, wachtend op de dingen die gebeuren zouden o, hoe spreekt uit dit alles de hopeloze leegheid en geestelijke armoede van zovelen onder ons volk. U weet het wellicht. De ramp is volgens Mariska, uitgesteld. Een andere datum is genoemd. Ik moest bij dit alles denken aan de dichter van Psalm 31: "Maar ik vertrouw op U, o HEBRE, ik zeg: Gij zijt mijn God. Mijne tijden zijn in Uwe hand, " Nee, de dichter-koning David zou zijn toevlucht niet gezocht hebben in een bungalowpark. Hij wist een betere Schuilplaats: "Wees mij tot een sterke Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden. Want Gij zijn mijn Rotssteen en Burg." Dat is de taal van het ware geloof, dat alles verwacht van de Heere en niet zijn hulp en bijstand van mensen verwacht. Hoe ver is ons volk afgedwaald van de paden der vaderen! Velen in de Betuwe waren bezorgd en vol vrees! Stel je eens voor dat die Mariska ui t Driel toch gelijk zou hebben! De psalmdichter zong: "Waar is God, op Wien gij bouwdet, en aan Wien g'uw zaak vertrouwdet? " Wat zijn we ver afgedwaald van de paden der vaderen, van dit geloofsvertrouwen! "O, Hee­ re, gedenk ons in uw ontfermen en in Uw genode!

MESSIAS

We gaan weer Kerstfeest vieren, zo de Heere het ons vergunt. Kerstfeest vieren in een bezeten wereld. Ik weet niet of het aan de schrijver dezes ligt, maar ik geloof dat er elk jaar meer lichtjes verschijnen. Kerk en wereld lijkt het feest van het licht te gaan vieren. Ik schrijf "licht"bewust met een kleine letter. Om het zo maar eens te zeggen: het licht van Philips. Ja, als het licht der we- reld niet onze harten en levens ver- icht, moet de wereld zelf licht scheppen.

O, ja, 't is alles heel gezellig en feestelijk. Zeker! Maar zou Zacharias dat bedoeld hebben toen hij z'n geloofslied zong: "Voor elk, die in het duister dwaalt, verstrekt deez' Zon een helder licht? " Ik denk van niet-..ik denk van niet! In de donkerte van deze wereld, vol zonde en ongerechtigheid kwam in de "nacht van Bethlehem" de Zon der Gerechtigheid. Kwam Hij, in de duisternis van het verdorven, verloren bestaan van deze wereld. Maria werd de moeder van de Messias, van dat Kind dot, o wonder van genade, in deze door de zonde verdorven en verworden wereld zou spreken van vrede en gerechtigheid door Zijn vergoten bloed. Mag U, mag jij door genade al weten van die vrede en van die gerechtigheid door het bloed van het Lam. Voor eigen hart en leven? Nee, dan hebt u geen "kunstlicht" nodig, don schijnt het ware Licht in uw hart en leven. "Een licht, zo groot, zo schoon, gedaald van 's hemels troon".

Wat gun ik u en jou van heler harte deze "Kerstverlichting" dit Christuslicht!

MILLENNIUM

U hebt toch wel Millennium-kaorsen in huis? En millenniumbrood en millenniumbier en millennium-..Want u weet het toch-. 1 999 neemt een einde, zo de Heere het ons geeft. En wat zijn we er toch ontzettend druk mee. Wie kent niet het begrip "millennium-proof? " En- denkt u er wel aan om water klaar te zetten op 31 december en houdt u ook de kaarsen bij de hand. En misschien ook van droge biscuit? En- houdt u ook uw bankrekening goed in de gaten! En misschien is het ook wel goed wat extra medicijnen in te slaan en een paar extra liters benzine of diesel in uw schuur klaar te zetten. Wan^ u moet de proef van de eeuwwisseling toch wel goed doorstaan! De grens van 1999 naar 2000 goed "overleven"

Of-. Onze Heidelbergse Catechismus vraagt in antwoord 27: "Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods? " En het antwoord van Gods kind luidt: "De almachtige en alom tegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen gelijk als met zijn hond nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen."

Geloven we dat nog? —.Of geloven we het wel-?

Ds J.H.van Daalen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen