Leven in een door internet beheerste maatschappij

Ambtsdragers, werkers in het ondervN^ijs, zorgverleners en vele anderen worden opgeroepen mee te denken over het staan van een christen in een door internet beheerste samenleving. Verschillende congressen zijn of voorden georganiseerd volgens een bijna vast patroon. Allereerst wordt - door een futurologisch ingestelde hoogleraar - een beeld geschetst van onze maatschappij over 10, 20, 30, 40 of 50 jaar. Vervolgens worden de gevaren en bedreigingen van de zojuist genoemde ontv^ikkeiingen uitvoerig uitgemeten. De congressen worden afgesloten met de opmerking dat het een complex probleem is en dat v/e 'het' eigenlijk niet weten.

ICT-ONTWIKKELINGEN EN HUN GEVOLGEN

Met stijgende verbazing nemen we kennis van de technische ontwikkelingen die ons te wachten staan. Met een Nokia 91 10 - formaat GSM-toestelletje - kan gebeld, gemaild, gefaxt en geïnternet worden. Een chip in onze koelkast geeft digitaal door welke lege plekken er in onze koelkast zijn ontstaan na consumptie, zodat deze plekken - via een automatische bestelling - weer opgevuld kunnen worden. Scholieren in de Tweede Fase van het Voortgezet Onderwijs kunnen een schat aan zinvolle informatie van internet downloaden: uittreksels van literatüurboeken, naslagwerken, illustratiemateriaal voor werkstukken, oefenopgaven en last but not least de antwoorden van de eindexamens. Communicatie per e-mail met een Engelse, Franse of Duitse medestudent is bevorderlijk voor de kennis van een vreemde taal.

Internet heeft - naast de hierboven genoemde meer of minder zinvolle toepassingen - ook een geheel andere kant. We denken slechts aan het grote aantal mensen dat zogenaamd sex-versloafd is en geen dag zonder de meest vunzige sites kan en de vele anderen voor wie internet een geestverwoestende werking heeft.

DE GEREFORMEERDE GEZINDTE

Binnen de Gereformeerde Gezindte is het besef doorgedrongen dat we wat moeten doen. Zwijgen en de ontwikkelingen klakkeloos onze gezinnen en scholen binnen laten komen, willen we niet. Spreken en de ontwikkelingen stuk voor stuk verwerpen kunnen we niet.

We kunnen er immers niet meer omheen. Wat in onze gezindte met de TV grotendeels wel is gelukt - namelijk het medium buiten onze deuren houden - is met internet al bij voorbaat mislukt, gezien het grote percentage gebruikers (40%) van open Internet in onze gezindte.

Op het eerste gezicht is dit begrijpelijk. Internet biedt immers de mogelijkheid informatie te vinden over allerlei (zeldzame) theologische werken, politieke en onderwijskundige zaken en nog veel en veel meer. Daarnaast is het goedkoop (soms zelfs gratis), biedt mogelijkheden tot thuiswerken en realiseert een razendsnelle communicatie tussen van alles en iedereen. Voor een groot gedeelte van onze achterban is de bezinning op internetgebruik in het bijzonder - en ICT-gebruik in het algemeen - een gepasseerd station. Internet is echter niet alleen zinvol, gemakkelijk en effectief. Met enkele klikken op de muis gaat er voor de Gereformeerde Gezindte-mens een wereld open die zielsbedreigend is. Godslasterlijk taalgebruik, pornografie, sexuele uitspattingen, pagina's die zondige lusten opwekken, komen wel erg dichtbij. De gevaren enerzijds en de onmo­

De gevaren enerzijds en de onmogelijkheid internet volledig te weren anderzijds, resulteerde in een aantal initiatieven binnen de Gereformeerde Gezindte. De Erdee-holding biedt - onder de naam RD-net PLUS - een nog relatief klein aantal sites aan die zijn geselecteerd op grond van een aantal criteria. De Vanenburg-groep doet iets vergelijkbaars onder de naam Click choise, Ac i een site wordt een vlaggetje ge' ingen, waarmee duidelijk wordt c • maakt wat van een site mag wc den verwacht. Enkele weken gelede> werd duidelijk dat de twee geno - mde instanties - het RD en de Vat n- burg-groep - nauw samen zuller gaan werken om zo de gezindte Deter van dienst te kunnen zijn en ats toe te laten wat niet verantwoore is. De Evangelische Omroep kiest v or een andere insteek; alles wordt e- gelaten, behalve dat wat godslc-, 'erlijk, pornografisch, discutabel of dergelijke is. Het onderwijs - ei^ dan met name het voortgezet er^ ioger onderwijs - kan niet meer ze der het gebruik van internet. Wc noemden reeds een aantal zake die als verplicht worden aangemerkt. Echter, de primaire taak \ jn de school blijft het toerusten van ie leerlingen op het staan en functi' neren in de vertechniseerde maatschappij van straks waarin inter: M een onmisbare rol zal vervullen. )e reformatorische scholen hebben . jegezegd de nodige internet-faciliteiten op de scholen te realiseren ; • > - dat de leerlingen op school hun p- drachten - waarbij het medium internet nodig is - kunnen uitvoere i. In het bedrijfsleven is internet en a- mail niet meer weg te denken. I> wel intern als extern is het hét cr< y)municatiemiddel bij uitstek.

HOE GAAN WE VERDER?

Als SGP-jongeren komen v/e tot een aantal conclusies e ' aanbevelingen:

1. Na het bovenstaande zal Lidelijk zijn geworden dat we te naken hebben met een complex v. : agstuk. Enerzijds mogen we de beschreven gevaren niet bagatelli: -©ren, anderzijds kunnen we niet meer om de voordelen van - met name - zakelijk gebruikt Internet heen.

2. Omdat we op Bijbelse gronden belijden dat ons hart geneigd is tof alle kwaad is er geen reden u: i te gaan van een mens die zelf dt keuze tussen goed en kwaad kan ma- ken Jit optimistisch mensbeeld hee^ al verschillende keren een verregende assimilatie tot gevolg gehad

3. Toch stopt het internet-verhaal hier iet. Met Dr. W. Aalders zeggen we: 'Er strijden twee zielen in één borst .

4. Internet uit onze huiskamers houoen is in veel gevallen mogelijk. Interr et bij onze jeugd (én ouderen) weg'"ouden is onmogelijk. In openbare bibliotheken, internetcofe's en hog' scholen en universiteiten kon inte: net (gratis) geraadpleegd worden

5. je kunt uren met elkaar van gedachten wisselen over zakelijk- of privegebruik, noodzakelijk of nietnoodzakelijk internetgebruik. Maar als , 8 de realiteit onder ogen zien, moeren we concluderen dat internet al eer de muren van onze zuil is gekomen en we er niet meer om hee- kunnen. Enerzijds vanwege de grat.s internet-aanbiedingen, anderzijc moeten we concluderen dat de sch dslijn tussen zakelijk en privé dun er en dunner wordt.

6. Omdat internet voor jongeren en cüderen die werken of studeren een open boek is, moeten de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs nadenken over de wijze waorop zij in nauwe samenwerking met de gezinnen de jongeren kunnen voorbereiden op een verantwood, strikt noodzakelijk omgaan met nternet voordat zij zelf (onvoorbere; d) invoegen op de digitale snelweg. Te denken valt aan het schr |Ven van een bezinnende lessenserie over omgaan met internet (in let bijzonder) en ICT (in het algeni'ien) door bijvoorbeeld de Schoolbegeleidingsdienst.

7. Al tijdens hun voortgezet onderwijsueriode moeten de leerlingen begeleid geconfronteerd worden met ie gevaren van internet. Van groG' belang is dat de docent beseft dat i; ij/zij te doen heeft met mensen die geneigd zijn tot alle kwaad en het nodig hebben dat hun ogen worden afgewend van de ijdelheden. Dezelfde jongeren leven in een "laotschappij waaraan zij zich niet runnen en mogen onttrekken. Wij zijn burgers van twee werelden en zijn zwalkers op een grote zee.

8. Onze scholen voor voortgezet onderwijs hebben de garantie afgegeven te zullen zorgen voor voldoende internetfaciliteiten. Dit om tweespalt binnen de gezinnen te voorkomen.

Een gezin met schoolgaande kinderen mag zich immers niet gedwongen voelen thuis een aansluiting te nemen. Toch blijken de huidige mogelijkheden binnen de scholen in de praktijk te gering. De SGP-jongeren roepen de besturen en directies dan ook op extra in deze faciliteiten te investeringen

9. De overheid dient het goede voor de mens te zoeken en vanuit dit oogpunt toe te zien op de informatie die onder andere via internet verspreid wordt. Providers dienen aangesproken te worden op hun product. Omdat internet een wereldwijd web is, zijn de mogelijkheden gering. (Al zien we dat de Chinese overheid er momenteel uitstekend in slaagt internetvervuiling aan te pakken.) Nog afgezien overigens van de criteria waarvan een overheid als de onze uit zal gaan. Een Europese of zelfs mondiale aanpak op dit gebied is het proberen woord. Steun verdient de internet Content Rating Association die auteurs van sites wil binden aan een aantal voorwaarden waaraan een goede, gekeurmerkte site dient te voldoen.

10. Al genoemd zijn de activiteiten van de ERDEE-holding en de Vanenburg-groep. Om het onderwijs te dienen (zoals het RD zegt) komen zij respectievelijk met RD-net-PLUS en Click choise op de markt. Het initiatief wordt interessanter nu de twee genoemde instanties onlangs hebben besloten intensief samen te gaan werken. Voor de SGP-jongeren gaat dit echter niet ver genoeg. Willen beide initiatieven - met hun identieke doelstelling overigens - succesvol worden, dan dienen zij wel een interessant(er) aanbod sites te kunnen verstrekken. Iets waar nu nog lang geen sprake van is. Daarom lijkt het ons een goed idee meerdere participanten bij dit mega-project te betrekken. We denken don aan het Nederlands Dagblad en eventueel de Evangelische Omroep. Het moet mogelijk zijn (gezien de criteria: Godslastering, zondagsontheiliging, anarchisme, haat/geweld, verslaving, porno en ongeoorloofd taalgebruik) tot een verdergaande samenwerking te komen.

11. De bezinning is op gang geko­De driehoek kerk-school-gezin is met elkaar het gesprek aangegaan. Tot nu toe zonder resultaat. Als er tenminste resultaat te boeken valt. En wat verwachten we van dat resultaat? Internet zal een grijs gebied blijven. Net als inenten en ver­ zekeren bijvoorbeeld. De SGP-jongeren roepen de genoemde samenlevingsverbanden op in gesprek te blijven waar het dit onderwerp betreft. Maar tegelijk dringen we erop aan het niet bij praten alleen te laten. Na bezinning moeten we aan het werk. School, kerk en vooral het gezin moeten zelf de afwegingen op een rij zetten en tot een bijbels verantwoord standpunt komen.

12. Bijna de helft van onze gezinnen heeft inmiddels een open of gesloten internetaansluiting. De overwegingen die resulteerden in het nemen van een internetaansluiting zullen van gezin tot gezin verschillend zijn, de vragen die (naar we hopen) opkomen zullen grotendeels overeenkomen. Op deze concrete vragen over een verantwoorde omgang met internet moeten antwoorden komen. Antwoorden vanuit de kerk, de school en de christelijke politiek. Allereerst willen we alle nadruk leggen op een centrale plaats - bij voorkeur de woonkamer - voor de internetcomputer. Daarnaast zijn er verschillende technische mogelijkheden zoals beveiliging met passwords, instelling van een maximale tijd internetten en het installeren van filterprogramma's. In de derde plaats willen we als SGP-jongeren onze christelijke uitgevers oproepen na te denken over het ontwikkelen en uitgeven van een CD-rom met hierop een internet-introductie, expliciete aandacht voor de gevaren van Internet en verantwoorde en praktische omgangsvormen met dit medium.

SLOTCONCLUSIE

Afrondend komen we tot de conclusie in een vertechniseerde wereld, vol verleidingen, te staan. Grote vraag voor ons als Staatkundig Gereformeerde Partij, reformatorische kerken, scholen en organisaties blijft, naar we hopen, hoe we onze jongeren voldoende bagage meegeven om op een verantwoorde wijze met deze problematiek om te gaan. Dit alles in het besef dat een zogenaamde filter tussen onze oren ( zoals minister Hermans van OCW meent) niet afdoende is. Alleen de reinigende werking van Gods genade kon tegenstand bieden tegen de verleidingen. Het blijft zwalken. Zwalken over de zee. Laat de internet-zwol ktocht gevaren mogen worden met behulp van hét Kompas.

Dick Both, voorzitter sectie Politiek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen