Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloofd zij God met diepst ontzag...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloofd zij God met diepst ontzag...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

’Geloofd zij de HBERE; dag i)ij dag overlaadt Hij ons. Die wod is onze zaligheid. Sela’

(Psalm 68: 20)

Machtig, ja majesteitelijk is de Psalm waaruit bovenstaande woorden zijn genomen. Psalm 68 is vol van God en vol van Gods grote daden. De Heere wordt groot gemaakt als de Verlosser van Zijn volk. Want de Heere nam het voor Zijn volk op. Toen Hij opstond werden de vijanden verstrooid. De Heere, de God van Israël toonde Zijn macht en majesteit. Hij wilde aan de spits treden en Israël van de vijanden verlossen. De dichter prijst de Heere God ook om Zijn barmhartigheid, die Hij in het bijzonder bewijst aan de wees, de weduwe en de eenzame.

Verder horen we hem zingen van Gods grote daden. De uittocht uit Egypte. De reis door de woestijn. De inname van het land. Ook verwondert hij zich over Gods verkiezende liefde, want Hij heeft Sion verkoren om daar te wonen. De Ark des Verbonds die naar Jeruzalem is opgevoerd en daar nu een plaats heeft gekregen, is het teken van Gods tegenwoordigheid. Tenslotte krijgt onze Psalm zelfs een profetisch gezicht op de hemelvaart van Christus en bijeenvergadering van Gods Kerk uit de heidenen.

De alles geeft de dichter stof tot verwondering en aanbidding. Hij roept het uit: 'Geloofd zij de Heere'. Geloofd zij God, gezegend zij God! Het komt rechtstreeks uit zijn hart als hij zegt: 'Gij Heere God, Gij zijt het! U moet alle eer toekomen. Daar hebt U recht op. Alles en iedereen moet voor U buigen'. In het ware loven van de Heere is de mens er zelf helemaal tussenuit: 'U alleen, U loven wij'. Zo alleen kan er dankdag gehouden worden. Zolang wij zelf er nog tussen zitten met onze prestaties, financiën politieke vaardigheden enz. komt de ware lof niet van de grond. Wat een genade als wij er tussenuit gedrukt worden en de Heere alleen overblijft. Dan is God groot en wij klein! Kent u die plaats in uw leven?

David wil het voor God en de mensen belijden dat de Heere onverdiend goed voor hem is geweest. 'Dog bij dag' was er de zegen des Heeren. Het is alsof hij zegt: 'Als ik terugdenk, dan is de Heere mij geen dag overgeslagen'. Dag in, dog uit, al de dagen van ons leven was en is er de trouwe zorg van de levende God: 'Hij overlaadt ons dag oen dag met Zijne gunstbewijzen'.

David ziet zich overladen met Gods zegeningen. Zo vol, zo overvloedig weet hij zich door de Heere gezegend. Het loopt over. Elke dag weer opnieuw. Hebben wij er al oog voor gekregen om te zien hoe mild en overvloedig de Heere ons gezegend heeft?

David zag het! En heeft zich er over verwonderd! Kom, laten wij onze zegeningen ook eens tellen. Heeft het ons aan iets ontbroken? ledere dag was er Gods trouwe zorg. Hij gaf ons voedsel en deksel. Hij gaf ons de adem en de levenskracht. Hij droeg en spaarde ons. Bewaarde ons voor ramp en onheil. Ook hield Hij ons vorstenhuis nog staande en gaf Hij ons een wettige overheid. Andere volken kwamen in ernstige noodsituaties vanwege hongersnood, rampen en revoluties. Wij mochten nog in vrede leven. Ja, ook ons heeft Hij overladen met Zijn goedertierenheid. Hij sloeg ons niet over! Zelfs in dagen van smart en rouw ondersteunde de Heere. Elke dag van ons leven is toch een onverdiend geschenk? En wie, en wat zijn wij daartegenover? Zoveel lankmoedigheid en goedertierenheid van Gods kant. En van onze kant...

Dan moeten wij belijden: 'Een stroom van ongerechtigheden, had d'overhand op mij'. Wat een schuld aan onze kant. Zou ons hart er niet onder moeten verbreken?

Door genade geopende ogen zien het: 'Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat wij niet vernield zijn, dat Uw barmhartigheden geen einde over ons genomen hebben'. Nog niet vernield...vanuit deze doorleving wordt het dankdag. Vooral wordt de verwondering diep als we leren dat al de ontvangen zegeningen duur zijn betaald. Het geloof ziet immers al Gods weldadigheid en trouw in het licht van de borgtocht van Christus. Dan heeft Hij de prijs betaald, Zijn Kerk gekocht met lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid. Dan loopt de lofzang hierop uit: 'Die God is ons een God van zaligheid. Sela'.

Die God, Die Zegenaar is onze zaligheid. Hij is ons heil, onze redding, ons leven. David blijft bij de zegeningen niet stilstaan. Hij komt van de gaven bij de Gever terecht. Hij mag God kennen als de God van zijn zaligheid. Het mag ons niet ontgaan dat de dichter in het meervoud spreekt: 'Die God is onze zaligheid'.

Het is niet alleen Davids' belijdenis. Het is de belijdenis van de ganse Kerk. De ware gelovigen verwachten al hun zaligheid van Jezus Christus. Hij is hen, in de nood van hun leven, dierbaar en gepast geworden.

Onze zaligheid...wat kan het een strijd geven in ons leven om dit te mogen geloven. Als we zien op onszelf dan is er naamloze ellende. Alles klaagt ons aan. De wet veroordeelt ons en ons geweten neemt de aanklacht over. En het gemis van God doet ons leed dragen. Wat een wonder als de Heilige Geest het licht op Christus werpt. Waar Hij Zich aan ons hart bekend maakt in het Evangelie, daar wordt het verstaan: 'Die God is onze zaligheid'. Hier is 'sela' op z'n plaats. In Hem is de rust en de vrede.

Dan is de lof ook betamelijk. Hoeveel benauwdheden de ziel ook doormaakt, aan God in Christus hebben arme zondaren eeuwig genoeg! U ook?

Woerden, ds. W. Harinck

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2000

De Banier | 20 Pagina's

Geloofd zij God met diepst ontzag...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2000

De Banier | 20 Pagina's