Kust de Zoon!

Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn, maar een weinig zou ontbranden.

(Psalm 2 vers 12a)

Dit is een rechtstreeks bevel van God de Vader aan u en jou onn de Zoon van God, Jezus Christus, te kussen. Dat is een zeer genadig bevel. Want in het kussen van Gods Zoon bestaat uw zaligheid, uw eeuwig geluk. God roept u daarin tot Zijn Zoon. God roept u tot de zaligheid. Wat hebt u nodig om Jezus Christus te kussen, oprecht? Want u mag Hem niet kussen als een Judas. Kussen zonder liefde zijn verraderskussen. Wat hebt u nodig? LIEFDE. Een hart dat brandt van liefde voor Hem. Een hart dat helemaal hunkert naar Hem. Een hart dat heilig verliefd is en vervuld is en steeds meer wordt met een brandende liefde. Opdat zo het verlangen groeit om Hem te kussen. Zo, dat u het ook werkelijk doet.

U zegt, die liefde mis ik. Dat klopt. U hebt precies het tegenovergestelde. We zijn niet beter dan de Joden die Hem kruisten. Elke zonde is het tegenovergestelde van een kus, het is een slag op Zijn doornenkroon. Ziet u dat? Beweent u dat? Wat heb ik de Heere Jezus al vaak geslagen door mijn ongeloof, mijn hardheid, mijn onverschilligheid. Wat heb ik de Zoon van God al een smaadheid en smart aangedaan. O, laat dat uw hart toch breken.

En toch zegt God de Vader nu tot u en jou: KUST DE ZOON. U zegt: "Ik kan het niet". Ik vraag u, wilt u net? Of moet u eerlijk zeggen: mijn onwil is groter dan mijn onmacht. O, die afkeer, die vijandschap. U mag moed houden. Want Hij Die u beveelt: KUST DE ZOON, is de almachtige God. Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. Terwijl Hij het zegt, geeft Hij u wat Hij beveelt. En de liefde Gods in Christus Jezus komt in uw hort. Dat harde hart breekt in oprecht berouw. De onzettende tijding: "Deze Jezus, Welke gij gekruisigd hebt, verscheurt uw hart". De Geest is uitgestort, de Geest Die uitgaat van de Vader en de Zoon. De Geest, Die woning maakt in uw hart. Wat ziet u don? Hoe vijandig en walgelijk u zelf bent. Waard om voor eeuwig weggeworpen te worden.

Wat ziet u nog meer? Hoe dierbaar, hoe heerlijk, hoe alles te boven gaand mooi de Heere Jezus is. Wat schittert Hij in Zijn Goddelijke majesteit en heerlijkheid, als de Geest Hem door het Woord bekend maakt in uw ziel. Wat schittert Hij in Zijn alles bedekkende gerechtigheid en liefde, als de Geest Hem openbaart aan uw hort. Als u Hem ziet hangen als een vloek en Hem hoort roepen uit de diepte der hel. Om u van de eeuwige straf te verlossen. Om u terug te brengen tot de Vader. Om uw Zaligmaker te zijn, een volkomen Zaligmaker. Ja, wie zou Hem dan niet kussen. "Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk." Wat wordt u dan verliefd, ja veel meer, wat krijgt u dan een diepe onvergankelijke liefde voor Hem. Dan is het niet moeilijk Hem te kussen. Dan is het onmogelijk Hem niet te kussen.

Wat is een kus? Een verzegeling van liefde tussen twee die elkaar vurig beminnen. Als u de Heere Jezus kust, wat merkt u dan? Dat Zijn liefde u doortrekt en doortrilt. Dat wonder is niet klein te krijgen dat zo'n heerlijke Bruidegom zo'n zwarte zondaar kust. Als Hij u kust, dan kust Hij al uw tranen en zonden weg. Dan vervult Hij u met het beginsel van de eeuwige vreugde. Begrijpt u nu waarom de bruid uit het Hooglied smeekt: "Hij kusse mij met de kussen Zijns monds"? Wat betekent het nog meer als u Jezus kust? Dat u zich aan Hem overgeeft en onderwerpt. Dat Hij Heere van uw leven is, helemaal en radicaal. Dat u niet meer voor uzelf leeft, maar voor Hem. Hoe meer Zijn liefde u vervult, hoe groter wordt ook dat verlangen. En wat hier nog ten dele is, is spoedig volmaakt.

Er klinkt ook een geweldige waarschuwing vanuit dit Woord van God: "opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat, als Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden." Nu zegt de Vader, kust de Zoon! Maar o wee u, als u het niet doet. Als u Zijn liefde versmaadt, als u Zijn bloed onrein acht. Als u aan Hem voorbij leeft in lauwheid en onverschilligheid. Als u doet alsof Hij u niet aangaat. Want het is kussen of sterven, voor eeuwig. Als u Hem niet kust. Hem niet bemint, dan bent u een vervloeking. Dan zal Zijn toorn u treffen. U zult spoedig staan voor Zijn rechterstoel. Dan is de genadetijd voorbij. Dan klinkt het bevel van God niet meer in uw oren: "Kust de Zoon." Dan zijn er maar twee mogelijkheden. Of u hebt Hem gekust. U bent Zijn geliefde. Zijn beminde. En wat zal dat een heerlijk ogenblik zijn, als u bij Hem mag komen. Bij Christus te zijn, dat is zeer verre het beste. Of u hebt de weg geweten en niet bewandeld. Zijn toorn zal branden tot in alle eeuwigheid in uw ziel. Want u hebt de Zoon van God wederom gekruisigd. Daarom klinkt het nog eenmaal, nu: Kust de Zoon. Val Hem te voet. Geef u over. In Hem is alles wat u mist. Hij zoekt het verlorene en vijanden verzoent Hij met God. Er is geen enkele reden om bij Hem weg te blijven. Amen.

Waarder, ds. D.J. Budding

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen