Jongeren · Dure toys voor de luchtmachtboys

Het kabinet heeft onlangs, na veel onderhandelingen, de beslissing genomen over de grootste wapenorder in de Nederlandse geschiedenis. Het gaat daarbij om de vervanging van de F-16, die sinds juni ƒ 979 in dienst is bij onze luchtmacht. Het besluit over de aankoop van de F-16 werd genomen in 1976 en er was een bedrag mee gemoeid van ruim I miljard euro. Met de opvolging van de F-16 is een bedrag gemoeid van 5, 5 miljard euro. Het besluit hierover is uiteindelijk genomen op vrijdag 8 februari.

Dit artikel geeft een beschrijving van enkele aspecten van de voorbereiding van het besluit over de vervanging van de F-16. Aan het eind van dit artikel zal betoogd worden waarom de SGP-jongeren vinden dat de 5, 5 miljard euro het best overgemaakt kunnen worden naar de Verenigde Staten.

Drie hoofdtaken

De vervanging van de F-16 is een project dat, zoals het Reformatorisch Dagblad berichtte, duurder is dan bijvoorbeeld de Zuiderzeev/erken (bijna 0, 5 miljard euro), de HSL (ruim 4 miljard euro) en de Betuwelijn (4, 5 miljard euro).Waarom is de vervanging van de F-16 eigenlijk nodig? Staatssecretaris Van Hoof (Defensie) beantv/oordt deze vraag in een brief aan deTv/eede Kamer. De opvolger van de F-16 is nodig om de drie hoofdtaken van de Nederlandse krijgsmacht, zoals verv^oordt in de Defensienota 2000, ook in de toekomst te kunnen blijven uitvoeren. De drie hoofdtaken zijn: Ten eerste de bescherming van de integriteit van het Nederlandse en bondgenootschappelijk grondgebied, ten tweede de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit en ten derde de ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. In de praktijk betekent dat dat Nederlandse straaljagers gebruikt worden bij de verdediging van het nationale luchtruim, bij het deelnemen aan internationale vredesoperaties en bij het opsporen van milieudelicten, vermiste personen en massagraven.

De staatssecretaris, en wij met hem, verwacht dat ook in de nabije toekomst onveilige situaties zullen ontstaan waarbij Nederlandse straaljagers nodig zijn om de veiligheid weer af te dwingen en/ofte handhaven, waar ook ter wereld. Binnen en buiten Europa kunnen oorlogen uitbreken als gevolg van interne of regionale conflicten of meningsverschillen. In veel landen om de Europese Unie heen staat de economie er weinig rooskleurig voor en neemt het risico van instabiliteit toe. Het hebben van een luchtmacht blijft daarom ook na 2010 (het jaar waarin de vervanging van de F-16 moet beginnen) van groot belang.

Twee projecten

De vervanging van de F-16 is een project met een lange duur, een grote complexiteit en een groot belang. Daarom heeft de minister een projectteam ingesteld dat zich helemaal met dit onderwerp bezighoudt. Het projectteam ziet toe op het eindproduct, op de tijd en op het geld dat met de vervanging gemoeid is, terwijl goed gelet wordt op het bereiken van de doelstelling en het beheersen van de risico's van het project.

Bij de huidige discussie over de vervanging van de F-16 gaat het eigenlijk om twee verschillende projecten. Het eerste is de aanschaf van een opvolger voor de huidige straaljager en het tweede is eventuele deelname aan de Engineering and Manufacturing Development (EMD) van de Joint Strike Fighter (JSF). Dat laatste betekent kortweg deelname aan de ontwikkelings- en productiefase van de Amerikaanse JSF Deze twee projecten staan niet helemaal los van elkaar.Als Nederland besluit deel te nemen aan het EMD-project, is het bijna 100% zeker dat Nederland ook daadwerkelijk de Amerikaanse JSF zal aanschaffen. Er wordt dan zoveel geld gestoken in de ontwikkeling van een nieuw vliegtuig dat men niet meer om de aanschaf van de JSF als opvolger van de F-16 heen kan.

Voor de vervanging van de F-16 waren zeven opties.Van die zeven zijn nu nog drie mogelijke kandidaten overgebleven. Dat zijn de Eurofighter Typhoon, de Rafale en de JSF De Eurofighter Typhoon is ontstaan uit een samenwerking tussen Duitsland, Groot-Brittannië, Italië en Spanje en is daarom een echt Europees vliegtuig. De Rafale is gebouwd in Frankrijk en de JSF wordt ontwikkeld in Amerika. Nederland heeft dus de keus tussen twee Europese en één Amerikaans toestel.

Na het failliet van Fokker heeft de Nederlandse regering een onderzoek gedaan naar het voortbestaan van de Nederlandse luchtvaartindustrie. Daaruit bleek dat die alleen kans op overleven heeft als ze meedoet met grote luchtvaartprojecten, zoals deelname aan het EMD-project. De Nederlandse industrie is echter ook uitgenodigd om deel te nemen aan de bouw van de Franse Rafale, één van de Europese alternatieven. Deelname aan de EMD kost Nederland 900 miljoen euro. Het ene gedeelte van dat bedrag zal betaald moeten worden door de Nederlandse regering en het andere deel door het Nederlandse bedrijfsleven en dan in het bijzonder de aan de luchtvaart gerelateerde industrie.

Eén optie

Na de kabinetsvergadering op vrijdag 8 februari is duidelijk geworden dat de Nederlandse luchtvaartindustrie en de regering kiezen voor deelname aan het EMD-project.Volgens premier Kok betekent dat ook dat de JSF de opvolger zal worden van de F-16. Dat is een keus waar wij ons goed in kunnen vinden.

Deelname aan het EMD-project betekent dat de Nederlandse industrie voor miljarden aan tegenorders uit Amerika mag verwachten. Bovendien blijft de luchtvaartindustrie zo betrokken bij de ontwikkeling van de meest hoogstaande luchtvaarttechnologie. Daarnaast betekent de daaropvolgende aanschaf van de JSF, die sterk bepleit wordt door onze luchtmacht, dat de Koninklijke Luchtmacht zijn technische voorsprong op de rest van Europa behoudt. Met de aanschaf van de geavanceerde JSF kan Nederland tegelijkertijd (in NAVO-verband) op gelijke voet blijven samenwerken met de Amerikanen. Zodoende kan de luchtmacht onder andere blijven profiteren van de superieure Amerikaanse vliegeropleidingen.

Ten slotte staan wij niet onverdeeld positief tegenover Europese samenwerking op het gebied van defensie. Bovenstaande argumenten en onze (militaire) band met Amerika wegen voor ons meer dan het principe van Europese samenwerking.Wij kiezen daarom voor de JSF en niet voor een Europees alternatief.

Kees de Groot, secretaris sectie Politiek SCP-jongeren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen