Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweede Kamer · SGP akkoord met uitbreiding EU

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweede Kamer · SGP akkoord met uitbreiding EU

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nota bene tien landen mogen zich in 2004 bij de Europese Unie voegen. Daartoe hebben de Europese regeringsleiders op 24 en 25 oktober besloten in Brussel. Ter voorbereiding op die Eurotop heeft de Tweede Kamer met de regering gedebatteerd over het Nederlandse standpunt. In dit artikel wil ik het SGP-standpunt in dat debat toelichten.

Val Oostblok

Niemand vermoedde halverwege de jaren tachtig hoe snel het Oostblok ineen zou storten.We hebben het niet voor niets als een vlonder beschouwd dat het IJzeren Gordijn enkele jaren later omver gehaald werd. Dat er weer vrijheid kwam in landen waar christenen decennia lang verdrukt waren geweest. In Oost en West werd de val van het Oostblok gezien als een mogelijkheid om de kunstmatige tweedeling van Europa, die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog overeengekomen was, ongedaan te maken. De voormalige Oostbloklanden wensten gaarne deel uit te maken van een zone van politieke stabiliteit en economische welvaart.

Perspectief op lidmaatschap

Van Westerse kant werd niet onmiddellijk happig gereageerd op het verlangen van Oost-Europese landen om toe te treden tot de EU. De Unie beperkte zich aanvankelijk tot het sluiten van handelsakkoorden. Pas in

1993, op de Top van Kopenhagen, werd besloten de mogelijkheid voor toetreding tot de EU te bieden. In de jaren daaropvolgend werd een precieze strategie voor toetreding ontworpen. Uitgangspunt zou zijn dat elke kandidaatlidstaat over een functionerende democratie en markteconomie zou moeten beschikken. Ook zou elke kandidaat het hele pakket van Europese regelgeving moeten overnemen en uit­ voeren. Deze eisen worden ook wel de 'criteria van Kopenhagen' genoemd.

Onderhandelingen

In 1998 werden toetredingsonderhandelingen gestart met Hongarije, Polen, Estland, Slovenië, Tsjechië en Cyprus en in 2000 met Malta, Slowakije, Letland, Litouwen, Bulgarije en Roemenië.Van de kant van deze twaalf landen werd en wordt keihard gewerkt om aan de genoemde Kopenhagencriteria te voldoen. Het is indrukwekkend wat door de meeste van deze twaalf landen in de achterliggende jaren is gepresteerd. Invoering van milieuregelgeving, verbetering van infrastructuur, wetgeving voor nationale minderheden, herstructurering van de landbouwsector... met vele zaken is een voortvarend begin gemaakt en zijn de resultaten zichtbaar

Streefdatum

Ondertussen verlangden de kandidaatlidstaten duidelijkheid over het moment waarop ze echt lid zouden kunnen worden. In 2000 noemden de Europese regeringsleiders 2004 als streefjaar, tevens het jaar van de Europese Parlementsverkiezingen. Alleen de landen die dan aan de criteria voldoen, kunnen toetreden. De Europese Commissie publiceerde elk jaar een rapport per kandidaat-lidstaat over de vorderingen. Begin oktober jl. kwamen de laatste rapporten vrij. De Commissie stelde voor op basis van de vorderingen tien van de twaalf lidstaten in 2004 te laten toetreden. Roemenië en Bulgarije moeten nog zeker tot 2007 wachten. En Turkije, een kandidaat van later datum, nog veel langer.

Wat de tien landen betreft die wel zouden mogen toetreden, was de Commissie overigens wel heel kritisch. De achterstanden die op vele terreinen nog weggewerkt moeten worden vóór toetreding begin 2004 zijn aanzienlijk. Stel nu dat dit niet lukt, dan vond de Commissie dat toetreding tóch mogelijk moet zijn, maar dat dan zonodig delen van de gemeenschappelijke markt van de EU afgesloten moeten kunnen worden. Bijvoorbeeld wanneer de grensbewaking nog niet op orde is, of de voedselveiligheid in de nieuwe lidstaten nog niet gewaarborgd is. Zulke maatregelen zouden twee jaar mogen duren. Ze moeten fungeren als een soort veiligheidsclausule voor de interne markt van de EU. De in gebreke blijvende lidstaat krijgt voor de duur van de maatregel de tijd om zijn zaakjes alsnog op orde te brengen.

Regeringsvoorstel

De regering stelde aan de Kamer voor het Commissievoorstel over te nemen, maar de veiligheidsclausule wel aan te scherpen. Maatregelen tegen falende kandidaat-lidstaten zouden langer moeten kunnen duren. Die aanscherping was voor de regering een belangrijke voorwaarde om in te stemmen met de toelating van tien nieuwe landen, zeker gezien de achterstanden die nog weg te werken zijn. Onze regering wilde ook het verband leggen tussen EU-uitbreiding en hervorming van het Europese landbouwbeleid. De hervorming van het dure landbouwbeleid, dat ook nadelig werkt voor ontwikkelingslanden, staat al jarenlang op de agenda van de EU. Kleine stappen zijn al wel gezet, maar echt grote hervormingen zijn telkens vooruitgeschoven. Nederland zag de bui echter al hangen: als tien nieuwe landen toetreden en al die boeren in die landen ook recht krijgen op subsidie (de zogeheten inkomenssteun), dan rijzen de kosten van het landbouwbeleid de pan uit. Onze regering wilde, daarin met name door LPF en WD gesteund, in Brussel bepleiten dat geen inkomenssteun aan de Oost-Europese boeren verleend zou worden.Als het echter onontkoombaar zou zijn, dan zou slechts een bepaald percentage verleend mogen worden van het niveau in de huidige lidstaten, dat over een periode van meer dan tien jaar zou moeten oplopen tot i 00%.

Opstelling SGP-fractie

Kamerlid Van der Staaij voerde het woord in het debat op 23 oktober. Hij ging in op de motieven van de SGP om de uitbreiding te steunen. De SGP-fractie heeft zich consequent voorstander betoond van de uitbreiding. Het opheffen van de tweedeling in Europa en het bevorderen van politieke stabiliteit en economische vooruitgang zouden het best gebaat zijn met toetreding tot de EU. De steun van de SGP voor de uitbreiding is overigens gekoppeld aan ons pleidooi voor afslanking; een EU met meer landen moet zich met minder taken bezighouden. De positieve houding jegens de uitbreiding laat dus onze kritische houding jegens de Europese integratie als zodanig onverlet.

Eerlijke behandeling

Ook is de SGP-fractie van mening dat de kandidaat-lidstaten eerlijk behandeld moeten worden. Hun vorderingen moeten individueel beoordeeld worden. De consequentie van dat standpunt is dat het Commissievoorstel om tien landen ineens toe te laten heel kritisch bekeken moest worden. Zijn al die landen echt ongeveer even ver in hun voorbereiding op de toetreding? Of is het gewoon een politieke wens om er zoveel mogelijk ineens toe te laten?

Kritische toetsing

Er was dus alle reden scherp na te gaan wat de kandidaat-lidstaten ervan gemaakt hadden.Van der Staaij heeft eerlijk de kritiek die we op afzonderlijke landen hadden, naar voren gebracht. Hij noemde onder meer de grote achterstanden van Polen, Letland en Litouwen op het punt van de landbouw, alsook de ernstige zorgen over corruptie in Polen, Tsjechië, Slowakije en Letland. Als deze zaken niet opgelost zouden zijn vóór 2004, zou het de vraag zijn of toetreding wel verantwoord is.Voor de SGP-fractie hing daarom veel af van de aanscherping van de veiligheidsclausule, waar de Nederlandse regering ook op in wilde zetten. Anderzijds onderkende Van der Staaij de risico's van uitstel: er zijn door de EU duidelijke verwachtin­ gen gewekt en uitstel zou nationalistische tegenkrachten in de kandidaat-lidstaten kunnen versterken, wat de politieke stabiliteit in Oost-Europa niet ten goede komt. Het voorstel van de linkse partijen om een referendum te houden over de uitbreiding werd door Van der Staaij resoluut van de hand gewezen. Het parlement moet niet voor zijn verantwoordelijkheid weglopen.

Landbouwhervormingen noodzakelijk

De SGP-fractie vroeg ook aandacht voor de noodzakelijke landbouwhervormingen. Uitstel daarvan zou onwenselijk zijn. Als een akkoord in Brussel echter niet bereikt wordt, moet dat ook weer geen blokkade vormen voor toetreding. Dan zouden de kandidaatlidstaten gestraft worden voor het huiswerk dat de EU zelf niet af heeft! Wat de inkomenssteun aan boeren betreft, legde de SGP-fractie zich erbij neer dat toekenning van inkomenssteun aan Oost-Europese boeren onontkoombaar is. Echter niet ineens 100%, maar in kleine stappen. Gelijktijdig zou afbouw van inkomenssteun aan boeren in de huidige lidstaten nodig zijn, maar dan wel écht geleidelijk, om te voorkomen dat onze landbouwsector harde klappen krijgt.

Resultaten Brussel

Premier Balkenende heeft zich, ondanks de grote verdeeldheid in de coalitie en de demissionaire status van het kabinet, hard opgesteld in Brussel. Op twee punten hebben wij hem in een debat op 30 oktober gecomplimenteerd. Het eerste punt betrof de veiligheidsclausule. Die heeft hij weten aan te scherpen. Maatregelen om de interne markt te beschermen kunnen verlengd worden tot minimaal drie jaar en de Raad van Ministers zal een belangrijke rol krijgen bij de toepassing van het instrument. Het tweede betrof het akkoord dat Duitsland en Frankrijk voorafgaand aan de Top in Brussel bereikt hadden over de landbouw. Na moeizame onderhandelingen wist Nederland gedaan te krijgen dat de kosten van het Europese landbouwbeleid nog slechts licht ge­ corrigeerd mogen worden voor de inflatie, maar verder niet meer mogen groeien. Ook leidden de Nederlandse inspanningen ertoe dat, ondanks Frans verzet, de inkomenssteun aan boeren in de huidige lidstaten vanaf 2007 in reële termen jaarlijks met ongeveer 2, 5% daalt, dit om de inkomenssteun aan de Oost-Europese boeren te kunnen bekostigen. Het is positief dat de afbouw heel geleidelijk zal verlopen.Tegelijk vormt de afbouw van de inkomenssteun een extra impuls voor de regering om langs andere weg de Nederlandse landbouw in een uitgebreide Unie te stimuleren. De uitkomst van Brussel is dus zeker niet ongunstig te noemen.

Hard werken

De kandidaat-lidstaten zullen nog veel werk moeten verzetten voorafgaand aan het moment van feitelijke toetreding. De huidige lidstaten zullen de voortgang nauwlettend in de gaten houden. Ook de SGP-fractie neemt haar verantwoordelijkheid om het proces kritisch te blijven volgen. Zonodig moet de EU tijdig veiligheidsmaatregelen nemen. Op dat punt mag niet gesjoemeld worden. Een risico is nog dat de in verschillende landen te houden referenda over de toetreding een ongunstige uitslag kunnen opleveren. In diverse landen, zoals Polen en Tsjechië, zijn grote delen van de bevolking huiverig voor de toetreding. Laten we hopen dat de Oost-Europese burgers niet de grote inspanningen van hun eigen regeringen met een negatieve stem zullen frustreren.

Evert-Jan Brouwer

e.brouwer@tk.parlement.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 2002

De Banier | 24 Pagina's

Tweede Kamer · SGP akkoord met uitbreiding EU

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 2002

De Banier | 24 Pagina's