Jongeren · Europese landbouw

Afgelopen week heeft in Kopenhagen een conferentie plaatsgevonden, waarin is besloten dat de Europese Unie uitgebreid gaat worden. Deze uitbreiding is voor sommige landen een grote stap vooruit in de ontwikkeling van de economie van het land. Nu is het niet alleen belangrijk voor de economische ontwikkeling, maar bijvoorbeeld ook voor de ontwikkeling van de landbouw. In dit artikel een beschrijving van de problemen die naar voren komen op het gebied van de landbouw bij de uitbreiding van de Europese Unie.

Inkomenssteun

Momenteel is het zo dat boeren die naar Europese normen te weinig geld verdienen, zogenaamde inkomenssteun krijgen.Voor veel boeren is dit beetje steun het ruggesteuntje om hun bedrijf voort te zetten en is daarom onmisbaar.

Het probleem bij het uitbreiden van de Europese Unie is dat het aantal bedrijven dat in aanmerking komt voor deze vorm van steun, explosief gaat stijgen. Een van de redenen daarvan is dat de economie van deze landen voor een groot deel leeft van de landbouw en er daarom veel mensen in werkzaam zijn. Het gevolg van deze uitbreiding van het aantal te steunen bedrijven is dat het geld veelal moet komen vanuit de huidige landen van de EU. Dat betekent dat de bedrijven in de huidige EU-landen de inkomenssteun die zij krijgen, zien slinken. Zo niet, dan loopt het totale Europese landbouwbudget uit de hand.

Positief is dat alle partijen, zowel Brussel als de kandidaat-toetreders, het erover eens zijn dat niet meteen na de uitbreiding het volle pond aan inkomenssteun wordt uitgekeerd. Binnen de landen van de huidige Europese Unie leven wel meningsverschillen over de toekomst van het beleid. Zo zijn er landen die de inkomenssteun in zijn geheel af willen schaffen. Een voorbeeld van zo'n land is het onze. Duidelijk komt dit standpunt naar voren in de laatst gehouden begrotingsbehandeling van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij:

'Ruim voor de toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU moet helderheid bestaan over de toekomstige koers die met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid fGLB) wordt ingeslagen. Immers, ook na de toetreding van nieuwe lidstaten dient het GLB te passen binnen de financiële kaders, zoals die in Berlijn zijn afgesproken. Ook meent Nederland dat in het kader van het GLB geen uitbreiding van inkomenssteun naar nieuwe lidstaten dient plaats te vinden. Indien dit onontkoombaar zou zijn, versterkt dit de noodzaak van ver­ snelde uitfasering van die steun in de oude lidstaten, waarover besloten moet worden voordat de toetreding van nieuwe lidstaten een feit is. De afbouw van inkomenssteun voor de landbouw in EU-verband moet worden gecombineerd met een uitbreiding van mogelijkheden om vergoedingen te geven aan boeren die een aaieve bijdrage leveren aan natuur- en landschapsbeheer.'

In het kort komt dit citaat erop neer dat het Nederlandse kabinet tegen inkomenssteun is voor de toetreders.

Blijft de inkomenssteun echter gehandhaafd, dan moet die in de huidige EUlanden afnemen in combinatie met een vergoeding voor natuurbeheer.

Duurder

Een probleem bij het afschaffen van inkomenssteun is dat alle landen dan echt gelijk zijn en naast elkaar staan. In de kandidaat-landen zijn de kosten die gemoeid zijn met de productie van landbouwproducten veel en veel lager dan in de huidige EU-landen. Als dat zo blijft na de toetreding en de inkomenssteun verdwijnt, zijn de producten die in de huidige EU-landen geproduceerd worden veel duurder dan de producten in de landen die gaan toetreden. De concurrentiepositie van de huidige landen verslechtert dan, zodat grote gedeelten van de landbouw in de huidige landen overbodig wordt.

Een aantal criteria moeten meegenomen worden bij het aanreiken van een zo toereikend mogelijke oplossing van dit probleem. In de eerste plaats Is het niet de bedoeling dat het budget on­toereikend gaat worden als er landen bijkomen die wel steun vragen, maar weinig geld leveren. Ook moeten de huidige EU-landen er niet op achteruit gaan. Het zou niet zo moeten zijn dat de boeren in de huidige EU minder geld gaan verdienen, omdat anderen zoveel geld nodig hebben. Daarnaast moet voorkomen worden dat de boeren in de kandidaat-landen een betere concurrentiepositie krijgen door de lagere kostprijs.Vooral ook omdat deze lagere kostprijs mede voortkomt uit productiemethoden die minder milieuen diervriendelijk zijn.

Gedeeltelijk afschaffen

Al deze criteria overziend, lijkt het ons als SGP-jongeren de beste oplossing een gedeelte van de inkomenssteun af te schaffen. Zo moeten de huidige EU-

landen een gedeelte van de inkomenssteun inleveren voor hun toekomstige mede- EU-landen, zodat ook de kandidaattoetreders voordelen verkrijgen bij het toetreden aan de Unie. Naast deze maatregel moeten de huidige

EU-landen ook kunnen solliciteren naar een vergoeding voor het beheren van de natuur en het landschap. Naast een vergoeding voor beheer, zal de huidige Europese boer zich moeten gaan onderscheiden op het gebied van de kwaliteit van zijn productie. Door het kunnen garanderen van een hoge kwaliteit (denk bijv. aan volledige ketencontrole door kwaliteitsborgingssystemen) zou de concurrentiepositie van de huidige Europese boer relatief vooruit kunnen gaan ten opzichte van de toetredende landen. Steeds meer gaan Nederlandse supermarkten zich richten op voedsel dat aan hoge kwaliteitsnormen voldoet. Op deze manier blijven de boeren in de huidige landen verzekerd van een behoorlijke mate van inkomen en behouden ze een goede concurrentiepositie.Wat een positief bijkomend gevolg is, is het stimuleren van het beheren van de natuur en het landschap. Waarschijnlijk zal dit in de toekomst steeds meer de job van de boer worden.

Gijsbert Bouw, sectie Politiek SGP-jongeren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen