Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · SGP'ers op cursus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · SGP'ers op cursus

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

op de vrijdagen 9 en 16 mei togen een groot aantal SGP'ers naar respectieve//jk Siiedrecht en Putten om één van de drie aangeboden kodercursussen te volgen. De raadsleden, wethouders en steunfractieleden konden kiezen uit de onderwerpen: mediatraining, ruimtelijke ordening en vergadertechnieken. Net als vorig jaar werd het ook nu door de deelnemers als positief ervaren. 'Een leerzame en harmonieuze cursus.'

Inleiding

De kadercursussen die Voorlichting en Vorming organiseren, zijn langzamerhand een begrip aan het worden op lokaal-bestuurlijk niveau.Veel SGP-bestuurders gaven zich dit jaar dan ook voor de eerste of tweede keer op voor één van de cursussen. Dit jaar werden er twee vaardigheidstrainingen (mediatraining en vergadertechnieken) aangeboden en één informatieve cursus over ruimtelijke ordening. Hieronder een verslag.

Mediatraining

De cursisten worden onder leiding van de docenten Van den Burg en Noorlander eerst ingeleid in het onderwerp. Beide heren zijn docent aan de Christelijke Hogeschool in Ede en geven in samenwerking met de RMU een aantal cursussen op het gebied van mediagebruik.

Praktijk

"De voorbereiding is heel belangrijk", begint docent Noorlander.Als een journalist bijvoorbeeld telefonisch om een reactie vraagt, is het verstandig na tien minuten terug te bellen en deze tijd te gebruiken om het interview voor te bereiden. Ook mag er gerust aan de journalist gevraagd worden waarom het interview afgenomen wordt en vanuit welke invalshoek de vragen komen. Essentieel in de voorbereiding is dat er één kernzin wordt bedacht waarin de boodschap naar voren komt. Dit geldt zowel voor schriftelijke interviews als een vraaggesprek voor de radio of televisie. Belangrijk is ook van tevoren te bedenken waar het in ieder geval niet over moet gaan. Het is verder verstandig vooraf na te gaan of er meerdere deelnemers bij het vraaggesprek aanwezig zijn, in dat geval moet er vaak op uitspraken van anderen gereageerd worden.

Een gevaarlijke valkuil is de gewoonte van journalisten om tijdens het interview ineens op een ander onderwerp over te gaan. Probeer daarom na te gaan of er controversiële onderwerpen zijn waar de journalist op uit Is. "Probeer na te gaan wat er speelt.", houdt Noorlander ons voor

Het gebruiken van een voorbeeld in een interview is erg verhelderend. De docent: "Een voorbeeld is een sterk communicatiemiddel". Het werkt verhelderend en het is een goed middel om de boodschap duidelijk te maken. Niet verstandig is het met de hand afdekken van de microfoon of camera. "Nooit doen!" houdt de mediadeskundige ons voor. De geïnterviewde moet als het ware de regie naar zich toe proberen te trekken om zo in het gesprek de boodschap helder te krijgen. De zogenaamde 'deurknopvraag' is ook iets waar rekening mee gehouden moet worden. Hiermee wordt bedoeld dat de interviewer bij de deur of buiten de deur nog even een ogenschijn­

lijk onschuldige vraag stelt."Het interview houdt niet op bij de laatste vraag, maar is pas voorbij als de journalist weg is." Er zijn voorbeelden te noemen dat een journalist deze truc toepaste en dat de geïnterviewde alsnog zijn eigen mening gaf, terwijl hij dat in het officiële inter­

view bewust vermeden had. De volgende dag was dat de kop van de krant.

Televisie

Als het gaat om de televisie, weet docent Van den Burg goed waar de gevoeligheden liggen: "Toch moeten we televisie positief gebruiken." Bij televisie is het heel belangrijk hóe de boodschap gepresenteerd wordt. Daar moet dan ook de nodige aandacht aan worden gegeven. De indruk die achterblijft, wordt namelijk voor meer dan zeventig procent bepaald door het visuele. Daarom is het belangrijk dat er correcte kleding gedragen wordt, er geen opzichtige zaken te zien zijn en dat de das recht zit: "Een te korte das kan echt niet". Een vriendelijke uitstraling blijkt vaak de beste te zijn, vaak wordt er door de nervositeit gespannen gekeken en daardoor komt de persoon somber over Ondanks dit alles is het belangrijk dat de persoon zichzelf blijft."Natuurlijk gedrag komt het beste over", geeft Van den Burg ons mee.

Oefening

Na deze introductie gaat de groep uiteen.Aan de hand van casussen gaat één helft oefenen met een radio-interview, terwijl de andere helft voor de televisie hun beste beentje moeten voorzetten. Hoewel er overeenkomsten zijn tussen een radio- en een televisie-interview, blijken de meeste deelnemers toch het meeste moeite te hebben met het presenteren voor de televisie. Bij de radio blijkt namelijk dat er wat meer ruimte is om het standpunt kwijt te kunnen. Bij televisie is de tijd vaak korter en is het belangrijk dat de zinnen kort maar krachtig zijn. Dit om te voorkomen dat gedeelten van zinnen geknipt worden en daardoor de boodschap onduidelijk overkomt.

Bij radio en televisie is het een handige debattruc om een tussenzin te gebruiken bij een vraag waar men geen antwoord op weet of waar men in een antwoord de boodschap (nogmaals) kwijt wil. Een antwoord kan dan luiden: "Ja dat is inderdaad een punt, maar ik zal het eens met een voorbeeld duidelijk maken, enz." Hierdoor wordt er geen antwoord gegeven op de eigenlijke vraag, maar er wordt aandacht gegeven aan de vooraf bedachte boodschap.Tenslotte is het belangrijk dat SGP'ers moeten proberen om van de defensieve houding over te gaan naar een positief formuleren van de boodschap.

Ruimtelijke ordening

De cursus ruimtelijke ordening werd gegeven door de heerVan den Heuvel. De heer Van den Heuvel is projectmanager ruimtelijke ontv^ikkeling bij de gemeente Dordrecht en daarnaast is hij raadslid voor de SGP in Sliedrecht. Vanuit die twee invalshoeken geeft hij een boeiende cursus, v^aar vooral nietervaren raadsleden een goede vorming krijgen.

Inhoud

Van den Heuvel begint met een aantal begrippen die met ruimtelijke ordening te maken hebben. Hij maakt duidelijk dat ruimtelijke ordening vanuit vele verschillende disciplines benaderd kan worden. Hij gaat in op het woud van regelgeving en wetten die er op dit gebied gelden. De belangrijkste zijn de Wet op de Ruimtelijke ordening en de Planologische Kernbeslissingen (Vierde Nota, Nota Grondbeleid, Ruimte voor de Rivier enz.). Deze samen wordt de 'Nota Ruimte'. Interessanter wordt het als de docent ingaat op de positie van de gemeenteraad en de landelijke regelingen: "De rijksregelgeving is meestal bindend, ze is politiek gevoelig en ze geeft kaders voor het gemeentelijke beleid". Bij de provinciale streekplannen ligt dat anders, deze is richtinggevend en geeft inhoudelijke uitgangspunten, maar wordt niet opgelegd.Vervolgens worden de cursisten ingeleid in de gemeentelijke ruimtelijke ordening. De docent blijkt vooral goed thuis te zijn in de problematiek rond structuurplannen.

Kaderstellend

In het tweede gedeelte van de cursus wordt aandacht besteed aan de kaderstellende rol van de raad. Gezien de discussie tussen de deelnemers wordt hier nogal verschillend over gedacht. Van den Heuvel geeft aan dat de gemeenteraad bij ruimtelijke ordening een belangrijke kaderfunctie heeft.Als volksvertegenwoordiging en als bestuur heeft zij een grote invloed op de procesgang van het ruimtelijk beleid. Ook is belangrijk dat de gemeenteraad de burgers laat participeren, dit hoort immers ook bij uitstek bij de gedualiseerde verhoudingen.Waar ook aandacht aan besteed wordt is het bestemmingsplan. In een schematisch stappenplan maakt Van den Heuvel het proces zichtbaar. Hij drukt de cursusdeelnemers op het hart dat niet altijd alle elementen altijd terugkomen."Als er geen bezwaren zijn, zal het proces sneller verlopen."

Vergadertechnieken

Voor de cursus vergadertechnieken, gegeven door docent Wezeman van het organisatieontwikkelingbureau Van Haaften Wezeman uit Gorinchem, is ook veel belangstelling. Beginnende raadsleden en steunfractieleden, maar ook doorgewinterde vergadertijgers nemen deel aan de cursus. Om iets te leren, of juist iets af te leren. De cursus begint met een inleidend deel over vergaderen. "Vergaderen is communiceren", wordt de deelnemers voorgehouden. En dit met als doel informatie over te dragen en iets gemeenschappelijk te maken. Het is belangrijk voorafgaand aan een vergadering als deelnemers helder te krijgen wat het doel is van een agendapunt. Dit kan veel verwarring tijdens de vergadering voorkomen. Deelnemers van een vergadering kunnen een verschillende mening hebben over het doel van het agendapunt, waardoor ze op een verschillende manier in de discussie staan. Een agendapunt kan het volgende als doel hebben: informeren, geaccepteerd krijgen van een besluit, nemen van een beslissing, oplossen van problemen, uitwisselen van inzichten of creëren van een onderlinge band.

Na enkele vergadertechnieken met de daarbij behorende kenmerken besproken te hebben, werd geoefend met deze begrippen door voor de agenda van een raadsvergadering te bepalen wat het doel is van elk agendapunt en welke techniek het beste gehanteerd kan worden. Drie technieken werden besproken: I) de nominale vergadertechniek, waarbij de voorzitter als het ware een rondje maakt langs alle deelnemers (of in politieke termen: fracties), 2) de rationele besluitvorming, waarbij behandeling van het agendapunt plaatsvindt door middel van een discussie tussen willekeurige deelnemers waarin het proces van benoeming en oplossing van het probleem heel bewust wordt doorlopen en 3) brainstorming.

Standpunten en belangen

Interessant voor politici is ook het onderdeel van de cursus over effectief communiceren, waarbij het Harvardmodel aan de orde komt. De drieslag LSD (^Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) speelt hierin een grote rol. In dit model is een goede relatie tussen de deelnemers een uitgangspunt. De cursisten worden ook bewust gemaakt van het feit dat politici vaak spreken over standpunten, terwijl je in het politieke debat juist ook moet afdalen naar belangen, omdat je op dat niveau vaker medestanders vindt.

In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat je aangeeft tegen de openstelling van winkels op zondag te zijn. Dit niet alleen vanwege het vierde gebod (dat is je standpunt), maar ook omdat kerkelijke mensen dan in alle rust naar de kerk kunnen gaan en omdat het voor alle burgers goed is om een dag te rusten van hun arbeid (dat zijn de belangen, die ook voor andere partijen een rol kunnen spelen).Waarschijnlijk brengen veel SGP-bestuurders onbewust al op deze manier hun bijdrage aan het debat, maar bewustwording van deze werkwijze kan helpen om het ook bij minder principiële onderwerpen op deze manier te doen.

Evaluatie

Ook dit jaar blijken de cursussen weer in een behoefte te voorzien. De reacties van de deelnemers op de cursussen waren positief. Er was veel ontmoeting en uitwisseling van ervaringen, wat een positieve sfeer gaf.Voorlichting & Vorming hoopt zeker een vervolg te geven aan het organiseren van deze cursussen. De cursussen blijken een goede manier om de vorming van bestuurders gestalte te geven.

Marco van Eckeveld

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 2003

De Banier | 32 Pagina's

Doelwit · SGP'ers op cursus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 2003

De Banier | 32 Pagina's