Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Politiek · Het koningschap à la Juliana

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Politiek · Het koningschap à la Juliana

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omdat veel Haagse archieven en monden nog op slot zitten, is het te vroeg om nu reeds een afgerijpt oordeel te geven over 'de regering' van koningin Juliana. Daarvoor is het wachten op de Cees Fasseur van 2040.' Toch is er in de afgelopen jaren we/ wat informatie doorgesijpeld. Koningin Juliana rijst daaruit op als een warme en spontane vrouw die aan het koningschap op democratische en menselijke wijze inhoud gaf.

Nerveus

Juliana maakte als koningin een uitzonderlijke entree.Toen zij op 6 september 1948 werd ingehuldigd, had zij er als regentes namens haar moegestreden moeder al enkele maanden regeer-ervaring opzitten. Haar eerste kabinetsformatie leidde Juliana dan ook niet als koningin, maar als regentes. Hoe gespannen ze toen was blijkt uit het dagboek van een van de toenmalige hoofdrolspelers, PvdA-fractievoorzitter jhr.Van der Goes van Naters. Over z'n eerste gesprek met de regentes noteerde de rode jonker: "Juliana vond het allemaal maar griezelig; ze was zich ervan bewust dat ze het niet in haar had als haar moeder. Ze was nerveus. Of ik rookte? 'Neen'. Of ik er bezwaar tegen had dat zij rookte? 'Nee, helemaal niet... maar dan rook ik voor de gezelligheid een sigaret mee. Dat hielp."

Bij haar aantreden hoefde koningin Juliana zich overigens niet veel zorgen te maken over het voortbestaan van de monarchie. Zij stond er beter voor dan welke aankomende Oranjevorst(in) ook vóór haar. Het krediet dat koningin Wilhelmina voor, en vooral ook in de oorlog had opgebouwd, kon door haar dochter worden verzilverd. Diegenen die in de jaren '20 en '30 nog duidelijke reserves hadden gekoesterd jegens het monarchale stelsel en/of de persoon van de koningin, waren in 1948'om'. Zelfs de communisten beschouwden het koningschap niet eens meer als een 'kwestie'. Een ideale startpositie voor de 39-jarige vorstin.

Wie ben ik

Levend vanuit het voor haar zo wezenlijke besef dat zij verwoordde bij haar inhuldiging: 'Wie ben ik, dat ik dit doen mag', toog koningin Juliana aan het werk. De eerste premier met wie zij optrok (maar liefst tien jaren achtereen) was Willem Drees.Toen de eerste door haar geleide en buitengewoon gecompliceerde kabinetsformatie weer eens was vastgelopen, was deze PvdAer, mede op haar voorspraak, boven komen drijven. Juliana was bijzonder op Drees gesteld. Sproot die sympathie enkei voort uit waardering voor zijn persoon, of speelde ook Drees' politieke kleur mee en de wens van de nieuwe vorstin dat de op een na grootste politieke groepering van ons land in het regeerkasteel moest worden opgenomen? Feit is dat de relatie tussen Drees en Juliana een bijzondere was. Die erkentelijkheid was geheel wederzijds. Nog jarenlang stond op Juliana's secretaire een ingelijste foto van de oranje-socialist.

Een andere staatsman in wie koningin Juliana veel vertrouwen stelde, was de katholiek L.J.M. Beel. Deze zwijgzame, sfinx-achtige figuur op het Binnenhof gold als de architect van de na-oorlogse Rooms-rode samenwerking die van 1948 tot 1958 de politieke verhoudingen bepaalde.Twee keer was Beel minister-president, in twee kabinetten minister van Binnenlandse Zaken. Later volgde zijn benoeming tot vice-voorzitter van de Raad van State. Mevrouw Klompé betitelde 'onderkoning' Beel als "het vertrouwde plechtanker voor het staatshoofd." Het verhaal gaat dat het telefoonnummer van Beel altijd op het nachtkastje van Juliana lag, naast dat van de brandweer. Hoe groot het vertrouwen van de vorstin in Beel was, blijkt ook uit het feit dat zij hem welgeteld elf keer tijdens een kabinetsformatie inzette.

Traineren

Na Drees en Beel dienden nog acht premiers onder Juliana. Met hen had zij evenzeer goed en vruchtbaar contact, zij het dat zij zich als mens tot de een uiteraard wat meer aangetrokken voelde dan tot de ander. De bevlogen en hardwerkende idealist Den Uyl was meer een man van haar hart dan de wat afstandelijke en relativerende Van Agt.Voor Juliana telde niet alleen privé, maar ook

in haar koninklijke hoedanigheid in de allereerste plaats de persoon, de mens die zij ontmoette. Op dit punt was zij erg gevoelig. Dat bleek o.a. bij benoemingen.Als ze kon, maakte ze royaal (echter altijd binnen staatsrechtelijke betamelijke grenzen) gebruik van haar koninklijke prerogatieven, niet alleen om personen die in haar lijn lagen te pousseren, maar ook om de aanstelling van haar onwelgevallige personen te traineren of zelfs te blokkeren.

Bij de formatie van kabinetten bleek dat het sterkst. In de papieren van oudpolitici valt dikwijls te lezen dat Hare Majesteit haar wensen ten aanzien van te benoemen personen uitdrukkelijk kenbaar maakte. Een paar voorbeelden. In 1951 kwam de vorstin aanzetten met een verlanglijstje van volgens haar aanbevelenswaardige ministers. De toenmalige informateur kreeg bij die gelegenheid op het hart gebonden om toch vooral geen bindende afspraken te maken over personen, omdat dit haar vrijheid van handelen te zeer zou beperken.Tijdens de kabinetscrisis van 1958 liet Juliana weten onder geen beding de KVP'er Struycken als premier te zullen accepteren. Over de benoeming van premier Marijnen in 1963 Is ooit geschreven dat zijn naam "vanuit Soestdijk met ongewone nadrul< op tafel v/erd gelegd." En in '59 oefende formateur De Quay drul< uit op mevr. Klompé om aan te blijven als minister van Maatschappelijk Werk met het argument dat het hem "bekend was dat de koningin zich verzette tegen haar weggaan."

Buiten de sfeer van kabinetscrises en -formaties valt nog te wijzen op Juliana's (aanvankelijke) weigering om de bij haar in ongenade gevallen oud-minister van Buitenlandse zaken mnJ.W. Beyen te benoemen tot Nederlands ambassadeur in Londen. Al voert het te ver om met ex-excellentie Luns te zeggen dat "als de koningin iemand niet wil, betrokkene 't ook niet wordt, " de geschiedenis van Juliana's koningschap toont aan dat als zij haar invloed aanwendde, hetzij ten gunste, hetzij ten ongunste van iemand, vaak in haar geest werd gehandeld.

Subtiel machtsspel

Moeilijker te traceren is de invloed van koningin Juliana op de totstandkoming van het algemene regeringsbeleid. Niet alleen zit bij de naspeuring daarvan het geheim van Soestdijk in de weg, bovendien is het ook nog een hele kunst om het subtiele machtsspel tussen het staatshoofd en de vele ministers te doorgronden. De fameuze rechten waar het in een moderne constitutionele monarchie dan om gaat, het recht om geconsulteerd te worden, het recht om aan te sporen en het recht om te waarschuwen, laten zich nou eenmaal niet makkelijk 'vatten'.

Iemand die ondanks dat toch voorzichtig heeft gepoogd om de invloed van koningin Juliana op het regeringsbeleid te meten, althans een eerste verantwoorde balans op te maken van haar koningschap, is de publicist en constitutionele-monarchiekenner Harry van Wijnen. Op basis van de kennis die hij vergaarde door te rade te gaan bij een groot aantal 'ingewijden', concludeerde Van Wijnen enkele jaren geleden dat zij gaandeweg haar regeerperiode steeds minder strak aan de touwtjes trok. Hij schrijft dat "in de tweede helft van de regeringsperiode van koningin Juliana het koninklijk tegenwicht tegen de ministers door de partijprogramma's is afgenomen." En even verder: "In de jaren '70 werd de werkverhouding tussen de koningin en de premiers in de praktijk gekenmerkt door een zekere plichtmatigheid en routine.Van enige rivaliteit in haar verhouding tot de ministers was toen nauwelijks nog sprake."Wat hiervan zij, het is een publiek geheim dat er zaken waren die koningin Juliana tot't allerlaatst beroerden en waar ze zich ook als vorstin, binnen de grenzen van haar staatkundige mogelijkheden, sterk voor maakte.Te noemen is haar aandacht voor de zwakken en misdeelden in de samenleving, die als een rode draad door heel haar leven loopt.

Gewraakte rede

Voor constitutionele wrijvingen zorgde in de jaren '50 de wijze waarop Juliana als staatshoofd uiting wilde geven aan haar verlangen naar vrede en verbroedering tussen de volkeren. De schermutselingen tussen Soestdijk en Den Haag waren, voorzover nu bekend, het hevigst toen ze de tekst van een voor het Amerikaanse Congres te houden toespraak weigerde aan te passen aan de wensen van minister Stikker van Buitenlandse Zaken. Het conflict liep zo hoog op, dat Stikker ten langen leste de door hem gewraakte rede in de ministerraad voorlas om op die manier een oplossing te forceren. Omdat toen puntje bij paaltje kwam de meeste ministers verklaarden als 't moest met Juliana's speech te kunnen leven, kon een ernstiger conflict worden voorkomen. Of er later rondom dit thema nog eens op zo'n hoog niveau geruzied is, is niet bekend.Vast staat echter wel dat Juliana's ijveren voor vrede en internationale samenwerking nooit verflauwde.

Waar Juliana van geen wijken wist, waren zaken waarbij een gewetensbeslissing van haar verlangd werd. Het bekendst werden de botsingen die ze had met meerdere ministers van Justitie over de gratiëring van ter dood veroordeelde oorlogsmisdadigers. Hoe zwaar die beslissingen haar vielen en hoe hoog ze bereid was dit te spelen, werd het duidelijkst toen het kabinet afwijzend wilde beschikken op het gratieverzoek van Willy Lages. Juliana wilde wel gratie verlenen, omdat ze het niet over haar geweten kon verkrijgen dat door haar toedoen iemand ter dood zou worden gebracht.Toen talrijke overredingspogingen op niets waren uitgelopen en er een patstelling was ontstaan, stelde ze het kabinet voor de keuze: óf ik krijg mijn zin, óf ik treed af. Het kabinet boog; Lages werd niet geëxecuteerd.

Erfdeel

Het meest vasthoudend, om niet te zeggen hardnekkig, was koningin Juliana als er besluiten moesten worden genomen die haar eigen positie of die van haar Huis betroffen. Als ze dacht dat daardoor inbreuk werd gemaakt op haar'erfdeel', verzette ze zich fel en emotioneel. Inmenging in wat zij beschouwde als haar privé-domein, duldde ze niet. Een deel van de perikelen rondom de huwelijken van de prinsessen Beatrix en Irene kan hiertoe herleid worden, evenals de Greet Hofmans-affaire. En naar het schijnt heeft koningin Juliana ook tijdens de Lockheed-kwestie met haar kroon gezwaaid om op die manier een strafrechtelijke vervolging van prins Bernhard te voorkomen. Geconfronteerd met deze koninklijke tegenkanting telde toenmalig minister-president Den Uyl zijn knopen: hij had geen constitutionele crisis over voor een strafrechtelijk onderzoek naar de handel en wandel van de prins-gemaal.

Het laatst dat Juliana over zo'n soort kwestie "vuur spuwde" betrof de Wet lidmaatschap Koninklijk Huis. Die sleepte door haar'traineertaktiek' zo lang, dat deze pas onder koningin Beatrix in het Staatsblad kon komen. In Juliana's ogen was de grootste boosdoener de minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Blesheuvel, Geertsema. Ze voelde zich diep gekrenkt door diens wetsvoorstel, waarin het aantal leden van het Koninklijk Huis vrij drastisch was gereduceerd. Haar bezwaren zaten naar het schijnt in het onderscheid dat er dreigde te ontstaan tussen A-prinsen en B-prinsen.

Hoe hoog dat wetsvoorstel Juliana zat, daarover deed een collega van Geertsema, Boersma, jaren geleden een boekje open. Hij verhaalt van een voorval op een mooie, zonnige zomermiddag in de paleistuin: '"Hebt u dat gelezen? ', vroeg ze, en meteen begon ze uit te pakken. 'Een schandaal!' Ze nam het niet. Het Oranjehuis werd tot in zijn voegen aangetast. (...) Van Geertsema deugde geen snars, dat was een verkapte republikein. Ze zou persoonlijk dit voorstel tegenhouden." En dat lukte haar nog ook. Zoals gezegd, pas onder Beatrix en premier Lubbers kon deze slepende kwestie worden afgedaan.

Juliane Regina

Juliana Regina. In het begin wat onzeker, later vastbesloten, en nog later meer ontspannen; soms ambitieus, een enkele keer koppig; met duidelijke favorieten en eigen interesses, sterker nog, 'hobby's'.Allemaal trekken van het koningschap a la Juliana die in het bijzonder haar verhouding met haar ministers tekenden.Over één ding zijn al die bewindslieden en raadgevers die haar van nabij meemaakten het echter eens: altijd bleef koningin Juliana op het rechte constitutionele pad. Politici van links tot rechts roemden haar bij haar afscheid in 1980. Senator en staatsrechtkenner mr.W.F. De Gaay Fortman, lange tijd één van haar naaste adviseurs, vatte nagenoeg ieders oordeel samen toen hij bij haar afscheid zei dat onder koningin Juliana "het grondwettelijk en democratisch koningschap tot volle ontplooiing is gekomen."

' Cees Fasseur is de auteur van de tweedelige biografie over kon/ngm Wilhelmina.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2004

De Banier | 24 Pagina's

Politiek · Het koningschap à la Juliana

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2004

De Banier | 24 Pagina's