Verklaring van het Hoofdbestuur
Publiciteit rondom europarlementariërs
In een artikel in NRC van dinsdag 11 mei is twijfel uitgesproken over de wijze waarop Nederlandse europarlementariërs, waaronder de drie leden van de ChristenUnie-SGP fractie omgaan met hun onkostenvergoedingen. Op maandag 10 mei (de inhoud van het krantenartikel was ons in grote lijnen bekend) hebben delegaties van het bestuur van de CU en van de SGP uitvoerig gesproken met de heren Blokland, Belder en Van Dam (de laatste kon door andere verplichtingen dit gesprek slechts gedeeltelijk bijwonen). De conclusie van dit overleg was dat de feiten voor ons helder waren. Er wordt door de parlementariërs verantwoording afgelegd bij bevoegde instanties.Voorzover dit volgens de geldende regels nodig is, wordt de verantwoording openbaar gemaakt. In het gesprek zijn alle onderdelen van de vergoedingen besproken, ook de betwiste vaste onkostenvergoeding waar NRC bepaalde kwalificaties aan verbond. De conclusie van beide besturen was, mede op basis van de verklaring van de ac
countant van de betrokkenen en de vereiste goedkeuring van de EDD-fractie, dat er geen enkele reden was om te twijfelen aan de integriteit van onze parlementariërs. In de daarop volgende dagen bleef de publiciteit aanhouden. Deze publiciteit, enkele interne reacties die bij het CU-bestuur binnenkwamen en vragen op de CU-vriendendag op zaterdag 16 mei, hebben geleid tot een eis van de heer Rouvoet (CU- Tweede Kamerlid) om een diepgaand onderzoek in te stellen. Dit besluit is door het CU-bestuur overgenomen en op zaterdagavond aan het SGP-bestuur meegedeeld met de toevoeging dat dit onderzoek ook zonder onze medewerking gewoon door zou gaan.Voor het SGP-bestuur ontbrak de noodzaak om tot dit onderzoek over te gaan omdat er sinds maandag IO mei geen nieuwe feiten boven tafel gekomen waren. Gezien deze feiten heeft het dagelijks bestuur overleg gevoerd met de heer Belder waarbij ook geluisterd is naar adviezen vanuit de partij. Het Hoofdbestuur acht een ongeschonden vertrouwen in een kandidaat een absoluut vereiste, maar in een weg om die integriteit te bevestigen mag de zorg
vuldigheid ten opzichte van onze eigen kandidaat niet uit het oog verloren worden. Het feit dat de CU wel een breed opgezet onderzoek uitvoert, houdt in dat de SGP een antwoord moet kunnen geven op de vraag waarom wij daaraan niet meedoen. Dat antwoord luidt dat nieuwe feiten ontbreken die verbreking van het gezamenlijke besluit van 10 mei rechtvaardigden. Om echter alle schijn des kwaads te vermijden is besloten, met volledige instemming, zelfs op aandringen, van de heer Belder, om onze gezamenlijke visie, dat door hem geheel volgens de voorschriften is gehandeld, te laten toetsen door een externe deskundige die geen enkele band met de SGP heeft. Deze advisering zou medio week 22 (dus voor het verschijnen van deze Banier) afgerond moeten zijn. Het Hoofdbestuur betreurt het zeer dat de heer Belder door al deze publiciteit getroffen is. In de gevoerde gesprekken zijn wij versterkt in ons vertrouwen in onze eerste kandidaat voor de komende verkiezingen voor het Europees Parlement.Wij vragen u hem te gedenken in uw gebed.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2004
De Banier | 32 Pagina's