Meditatie · De rechte gestalte

Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet ondertiouden.

Psalm 119: 136

Als Staatkundig Gereformeerde Partij is het onze opdracht om temidden van het grote verval in onze dagen land en volk op te roepen tot de gehoorzaamheid aan de geboden des Heeren. Dit is een zeer moeilijke opdracht, die weinig gehoor lijkt te krijgen in de brede verbanden van onze samenleving. Integendeel, laster, spot en onbegrip is het deel van al diegenen, die in de vergaderzalen van de gemeente, provincie en Eerste en Tweede Kamer zoeken op te komen voor de Naam en de Zaak des Heeren. Dit is geen eenvoudige zaak voor hen, die in de voorste gelederen gesteld zijn. Het is ook niet te doen in eigen kracht. Een gedurige gebondenheid aan het Woord en afhankelijkheid aan de troon der genade zij hun deel. Hier worden immers de grondlijnen uitgezet van het beleid voor gemeenten, provincies en land en volk. Dit zijn de plaatsen waar gesproken moet worden van het Woord Gods en hier moet de oproep weerklinken tot terugkeer naar de norm en het gebod van het Woord Gods!

Gods wet

Toch ligt er voor elk, die het partijbeginsel voorstaat, een opdracht. Het gaat niet alleen hen aan, die op de vooruitgeschoven posities staan, maar ten diepste ons allen.

De tekstwoorden geven de zielsgestalte van de dichter weer. Het smart hem dat de v/et des Heeren niet onderhouden v^ordt. Wanneer Gods genade ons hart inneemt, leren wij enerzijds dat wij nimmer kunnen beantwoorden aan de eis van Zijn wet, maar schuldig staan aan al Zijn geboden. Deze ontdekkende werking is nodig, opdat Christus als de Verzoener van onze

schuld als onmisbaar ervaren wordt en tot Hem de toevlucht des geloofs genomen wordt. Hoewel die wet nimmer door ons ge­

houden kan worden, ook niet na ontvangen genade, kent de oprechte zondaar de liefde tot al de geboden des Heeren en begeert hij daarnaar te handelen en te wande­

len. Deze oprechte begeerte doet hem gedurig verstaan de noodzaak van Christus tot Heiligmaking. Hij is namelijk niet alleen de Verzoener van de schuld der Kerk, maar ook deWetsvervuller. Hij is niet alleen de Grond der rechtvaardigmaking, maar ook de Bron der heiligmaking. Deze oprechte begeerte om te leven naar al Gods geboden werkt daarom een gedurige toevluchtneming tot Hem en een voortdurende verootmoediging.

Liefde tot God en de naaste

Nu geeft genade niet alleen herstel in de liefde tot God en Zijn wet, maar ook tot de naaste. De Kerk Gods wordt gesteld als schapen temidden van de wolven. Zij behoort te zijn een stad op een berg en een licht op de kandelaar. Zij gevoelt haar roeping om de geboden Gods uit te dragen in het midden van de samenleving tot de eer van God en tot zegen en welzijn van deze samenleving. De ware godsdienst is ook een belijdende godsdienst. Ze komt te voorschijn, ze

blijft niet verborgen. Dit is de reden van het gebed uitgesproken in de woorden van onze tekst. Ziende op het maatschappelijke leven in zijn dagen, klaagt de dichter over de overtreding en verachting van de geboden des Heeren. Het smart hem, dat de inzettingen van de Allerhoogste tot grootmaking van Hem, tot heil van 't volk niet onderhouden worden.

Een opdracht voor allen

Zien wij in onze dagen om ons heen, dan is er geen nieuws onder de zon. De overtredingen zijn menigvuldig, de rechte normen en waarden van Gods Woord worden met voeten getreden. De vraag is: "Waar is onze liefde tot de geboden Gods? " Kent u de smeking van de psalmdichter? Vertolkt hij de nood en smart in uw leven? Kent u deze zielsbegeerte vanwege de eer van Zijn Naam, de zucht naar behoud voor de naaste en het zoeken van het ware welzijn voor onze samenleving? Hoe ligt er een taak voor ons allen gezien de woorden van de tekst. Hoe stelt dit ons in de schuld voor God! Wellicht staan we nog niet schuldig aan de zonde van bedrijf, daar wij niet meedoen aan de brute, openbare zonden, maar de zonden van nalatigheid bedrijven wij in ieder geval, wanneer deze zielsuiting van de tekst ons vreemd is en blijft. Ziet u dat er voor ons allen een taak ligt wanneer het beginsel van onze partij ons lief is?

De Staatkundig Gereformeerde Partij is een beginselpartij, een getuigende partij. Wanneer wij rechte leden zijn gevoelen wij de noodzaak van de handhaving en onderhouding van Zijn geboden voor onszelf en voor onze samenleving. Het is immers de opdracht aanieder mens om Hem eer en

aanbidding te geven. God geve ons in de binnenkamer deze droefheid naar Hem. Hij schenke ons in de praktijk van het leven van alle dag te leven naar Zijn geboden, te

ijveren voor Zijn eer. Wanneer de eis van Gods wet recht door ons verstaan wordt, in onze dagelijkse handel en wandel het Woord Gods de norm mag zijn, dan kan het

niet anders of wij gevoelen meer en meer de noodzaak van Hem, Christus Jezus, de volkomen Borg en Middelaar. Dan zal ons geestelijk leven bestaan uit een voortdurende verootmoediging en gedurige toevluchtneming tot Hem, de Grond der rechtvaardiging, de Bron der heiligmaking, de Oorzaak van de volkomen verlossing.

ds. D. Heemskerk, Opheusden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen