Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rentmeester en/of econoom?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rentmeester en/of econoom?

8 minuten leestijd

De keuze voor toepassing van duurzame energiesystemen of energiebesparende maatregelen wordt meestal sterk gedomineerd door economische perspectieven. De econoom lijkt in onze maatschappij een onoverbrugbare voorsprong te hebben op de rentmeester die invulling wil geven aan onze opdracht om de aarde te bebouwen en te bewaren. Is de econoom echter wel in staat om een optimale keuze te maken?

Op 25 januari jl. stonden de resultaten van het rapport'Meeting the climate challenge' prominent op de voorkant van verschillende kranten. Het RD kopte 'Opwarming van de aarde over tien jaar niet omkeerbaar'. In het rapport wordt geconcludeerd dat de mondiale klimaatveranderingen een hoge prioriteit moeten krijgen. Dat de tijd hierbij dringt blijkt uit berekeningen die uitwijzen dat de temperatuurstijging binnen 10 jaar dramatische gevolgen kan hebben voor het mondiale klimaat.

Schaarsteprobleem

Ondanks de discussie die daarna volgde over interpretatie van meetgegevens en de bijbehorende analyses is iedereen het er wel over eens dat het klimaat verandert als gevolg van menselijk handelen, bijvoorbeeld door de verbranding van ongekende hoeveelheden fossiele brandstoffen waarbij het broeikasgas CO^ vrijkomt. In de achterliggende decennia is de uitstoot van dit gas explosief toegenomen. Economische groei en een toename van de CO^-emissie gaan namelijk hand in hand. Een ander gegeven is dat we de natuurlijke voorraden fossiele brandstoffen langzamerhand uitputten. Illustratief is in dit kader dat Shell de bewezen olie- en gasreserves medio vorig jaar naar beneden heeft bijgesteld. Een vertegenwoordiger van de OPEC-landen stelde een half jaar geleden dat de olieprijs niet alleen meer een kwestie is van uitbreiding van de productiecapaciteit, maar dat het in toenemende mate een schaarsteprobleem is geworden. Opmerkelijk is in dit kader dat de Verenigde Arabische Emiraten, een land dat drijft op de olie, sinds kort een departement voor duurzame energie heeft, omdat dit de energiebronnen van de toekomst zijn.

Palmbomen of pinguïns?

Een klimaatverandering als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen is moeilijk voor te stellen. Als de klimaatverandering zich beperkt tot een stijging van de gemiddelde temperatuur dan lijkt dat in eerste instantie een aanlokkelijke verandering. In toekomstscenario's wordt dit effect gevisualiseerd met palmbomen op het strand bij Amersfoort. Een verhoging van de zeespiegel door een hogere watertemperatuur en het afsmeken van poolijs is een beduidend minder positief effect. Andere merkbare gevolgen van een klimaatverandering zijn een toename van het aantal stormen en orkanen en het optreden van extremen in het weer (een zeer warme zomer van 2003 en een natte zomer van 2004).

Dat een stijging van de temperatuur ook andere gevolgen kan hebben, is minder bekend. Het gematigde klimaat in West-Europa wordt veroorzaakt door de zogenaamde warme golfstroom, die langs de West-Europese kust trekt. Deze stroom wordt zeer waarschijnlijk in stand gehouden door een verschil in zoutconcentratie tussen warm en koud water. Door een stijging van de watertemperatuur en het afsmeken van poolijs kan dit verschil beïnvloed worden waardoor de'pomp' achter het fenomeen van de warme golfstroom wegvalt. Het gevolg is dat de palmbomen in Amersfoort plaats maken voor pinguïns en ijsbergen bij Zandvoort.Volgens deskundigen is het voorstelbaar dat een dergelijk effect zich binnen een periode van enkele tientallen jaren voor kan doen.

Het menselijk handelen, door de ongebreidelde verbranding van fossiele brandstoffen op het altaar van de economische groei, heeft daarmee ingrijpende gevolgen voor de schepping. Past dat in het kader van rentmeesterschap?

Winst of verlies?

Hoe is het toch mogelijk dat we in Nederland maar zo slecht vooruit komen met de toepassing van duurzame energie ten opzichte van omringende landen? De aanwezigheid van een grote gasvoorraad in Nederland lijkt zich te keren tegen de introductie van duurzame energie. De econoom moet een keuze maken tussen een goedkoper systeem dat veel fossiele energiebronnen gebruikt of een duurder systeem dat geen of minder fossiele brandstoffen verbruikt. De keuze voor een zuinig systeem gaat meestal alleen door als het economisch interessant is, bijvoorbeeld als de duurzame variant zich binnen 5 jaar terugverdient.

De econoom en de rentmeester kunnen niet door één deur, sterker nog, de econoom verdringt de rentmeester naar de achtergrond. Hierbij speelt nog een ander aspect.Vergunningverleners en milieubeweging leggen de prioriteit nog altijd bij het voorkomen van locale problemen (bijvoorbeeld bij de plaatsing van windturbines of de realisatie van bio-energiesystemen). Hoe strenger, hoe beter is het motto. Men lijkt niet te beseffen dat met het onderste uit de kan te halen het milieu zeer slecht wordt gediend. De uiterst geringe winst die kan worden behaald met nog strengere lokale eisen weegt op geen enkele manier op tegen de bijdrage die dergelijke installaties kunnen leveren aan het probleem van de ukstoot van broeikasgassen.Winst die uiteindelijk verlies oplevert. Dergelijke keuzes vragen om een evenwichtigere afweging.

Rentmeester

Tijd dus voor herbezinning.Aandacht voor het milieu is geen onderwerp dat alleen thuishoort bij GroenLinks.Als het gaat om rentmeesterschap heeft de SGP ook een boodschap!? Of regeert de econoom? In onze optiek kunnen de rentmeester en de econoom prima door één deur, alleen vraagt dit wel om een andere benadering van keuzes die gerelateerd zijn aan het onderv/erp duurzaamheid.

Op macroschaal bezien wil de econoom pas investeren in duurzame technieken als deze snel terug te verdienen zijn. De rentmeester zal in de afwegingen meenemen dat we zuinig moeten zijn op de schepping en dat we de aarde in beheer hebben om door te kunnen geven aan onze kleinkinderen.Toepassing van duurzame energie is in de optiek van de rentmeester een keuze voor een energiebron die het gebruik van fossiele brandstoffen beperkt, bijdraagt aan vermindering van het broeikaseffect en de luchtvervuiling vermindert, wat weer een positieve invloed heeft op de gezondheid. Met deze benadering kan de rentmeester een rekensommetje maken waar zelfs de econoom nog een goed gevoel bij krijgt, zo bewijst prof. dr. Leen Hordijk van het internationale onderzoeksinstituut NA­ SA uit Oostenrijk.

Energiebesparing versus binnenmilieu

Op microschaal gelden dezelfde afwegingen. Duurzaamheid en een beter binnenmilieu in woningen, scholen, kantoorpanden, ziekenhuizen, enz. zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een goed binnenmilieu heeft een positieve invloed op het welbevinden en de gezondheid, wat zich vertaalt in een gezonder en aangenamer woonklimaat,

dus meer welzijn. In een werkomgeving vertaalt een beter binnenkiimaat zich ook in een hogere mate van welbevinden en een lager ziekteverzuim.Wanneer rekening wordt gehouden met deze effecten blijken de kosten voor duurzaamheid ineens mee te vallen: welzijn en rentmeesterschap aan de ene kant en welvaart aan de andere kant hoeven dan geen tegenstellingen meer te zijn.

Een duurzaam gebouwde school

Het voorgaande vraagt wel om een andere aanpak van ontwikkelings- en bouwprocessen. Eigenlijk is het heel eenvoudig: vooraf goed nadenken voorkomt jarenlange problemen, onjuist gebruik van schaarse grondstoffen en hoge kosten achteraf. Laten we als voorbeeld de bouw van een school nemen. In een school zitten leerlingen en docenten in een beperkte ruimte geconcentreerd te werken. Het gebouw moet de mogelijkheid bieden om zowel klassikaal onderwijs te verzorgen als ook zelfstudiefaciliteiten voor de leerlingen. Flexibiliteit van het gebouw is daarmee belangrijk. Om flexibiliteit te krijgen moet rekening worden gehouden met bijvoorbeeld de verwarmingsinstallatie. De keuze voor vloerverwarming ligt dan voor de hand (in plaats van de bekende radiatoren). Het voordeel hiervan is dat vloerverwarming een positieve invloed heeft op zowel de gezondheid (minder klachten van mensen met ademhalingsproblemen, zoals astma) als het binnenmilieu (geen tocht, geen stof achter radiatoren en een aangename manier van verwarmen). Vloerverwarming is een goed uitgangspunt voor het toepassen van duurzame energie of een energiebesparende techniek, zoals warmtepompen. De keuze voor een warmtepomp biedt weer de mogelijkheid om te koelen in de zomer, hetgeen bij een standaard oplossing voor verwarming alleen mogelijk zou zijn met bijvoorbeeld een airconditioning (met diverse negatieve eigenschap­ pen voor wat betreft het binnenmilieu). Het gebruik van duurzame energiebronnen is weer positief met het oog op vermindering van de CO^-uitstoot (broeikaseffect).

Aanpak

In een notendop is hier het proces weergegeven.Vanuit de gebruikers van het gebouw worden randvoorwaarden opgesteld en vervolgens ingevuld. Duurzaamheid is daarbij totaal niet genoemd. Er wordt geredeneerd vanuit de gebruikers, wat op meer enthousiasme kan rekenen dan wanneer geredeneerd wordt vanuit duurzaamheid of energiebesparing. Los van kostenbesparing door de energiebesparing treedt er al financieel voordeel op doordat vooraf goed nagedacht wordt over wat er nodig is. Dit voorkomt dat er na oplevering van het gebouw aanpassingen gemaakt moeten worden. Bij de realisatie van verschillende typen gebouwen, de ontwikkeling van woonwijken, bedrijventerreinen, enz. kan deze benadering ook zonder moeite toegepast worden. Deze aanpak, die de gebruiker en de omgeving nu en in de toekomst centraal stelt, vermindert de milieudruk (rentmeesterschap), heeft een positieve invloed op het binnenklimaat (welzijn) en draagt daarom uiteindelijk ook bij aan een optimale exploitatie (welvaart).

ing. Machiel Karels

ir. Gert Harm ten Bolscher

Beide auteurs zijn werkzaam bij DWA installatie- en energieadvies

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2005

De Banier | 24 Pagina's

Rentmeester en/of econoom?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2005

De Banier | 24 Pagina's