Aan de goden overgeleverd
DEGESCHIEDENIS VAN NEDERLAND IS GESTEMPELD DOOR DE HEILIGE GEESTMAAR WAAR HET KRUIS EENMAAL HEEFT GESTAAN, BLIJFT, ALS HET WORDT WEGGENOMEN, ALLEEN DE OMGEWOELDE AARDE OVER. DAAROM IS ER IN ONS LANCGEEN KEUS MEER TUSSEN CHRISTENDOM EN HEIDENDOM. BuiTEN HET CHRISTELIJK GELOOF IS ER ALLEEN NOG DE MOGELIJKHEID VAN HET NIHILISME.
Nederland is een postchristelijk land. Christelijk geloof is niet langer de norm, maar wordt hooguit gedoogd. Christenen leven steeds meer bij uitzonderingsbepalingen. De ontkerstening is daarmee een ingrijpender verandering dan de kerstening. Mensen uit de voorchristelijke periode (heidenen) en uit de christelijke periode (christenen) hebben meer met elkaar gemeen dan met postchristelijke mensen (mensen die hun christelijke wortels hebben doorgesneden).
Nederland zal geen heidens land meer worden. Zoals CS. Lewis het verwoordde: "Een postchristen is geen heiden; je zou even goed kunnen denken dat een vrouw weer maagd wordt door te scheiden. De postchristen is van het verleden afgesneden, en daarmee dubbel afgesneden van het heidense verleden. Geloof vervolmaakt de natuur, maar een verloren geloof corrumpeert de natuur." In dit licht moeten we klaagzangen vanaf de kansel of bevlogen missionaire verhalen over het'heidense' Nederland afdoen als oppervlakkig.
Duimen
De christelijke traditie wordt vandaag als weinig relevant beschouwd. Christenen zijn een minderheid. Het christendom is inmiddels slechts één van de religies in ons land. Dat heeft haar positie gemarginaliseerd. De kerken hebben hieraan door hun beschamende verdeeldheid stevig bijgedragen.
Er is wel veel wat herinnert aan het christelijk verleden. Onze samenleving (parasi)teert op de godsdienstige en burgerlijke moraal die in het christelijk verleden is gevormd. Dit loopt echter ten einde. De verloedering in het publieke domein illustreert dit. Niet voor niets is onze neutrale overheid krampachtig bezig een nieuwe basis voor waarden en normen te creëren. Zonder religieus georiënteerdfundament blijft resultaat echteruit.
Het onvermogen van een neutrale overheid uit zich ook in haar hulpeloosheid ten opzichte van een zelfbewuste Islam. Haar houding tegenover de islam doet denken aan de zeventig koningen uit Richteren 1: 7, die met afgesneden duimen kruimels van de vloer moesten rapen. Zó probeert ook onze neutrale overheid vruchteloos de groeiende islamitische ambities te bezweren.
Intolerant
De teloorgang van de christelijke traditie uit zich in wetgeving, rechtspraak en politiek. Denk aan wetgeving op het terrein van het huwelijk, de medische ethiek, de zondag, prostitutie, etc. Het seculiere denken slaat echter zijn klauwen nog verder uit. Het blijft niet alléén bij het ruimte geven aan allerlei seculiere inzichten. Er waait een geest die alles wat her innert aan het christelijk verleden wil elimineren. Wie in de Tweede Kamer wil debatteren aan de hand van religieuze argumenten hoeft niet te rekenen op debat. Het beginsel van de scheiding van kerk en staat slaat elke verbinding tussen godsdienst en politiek dood. In deze denktrant wordt godsdienst naar het pri védomein verwezen en beroofd van zijn betekenis voor het publieke leven. Scheiding van kerk en staat betekent hier een strikte scheiding tussen politiek en godsdienst.
Groen van Prinsterer wees er al op hoe de gedachten over de scheiding van kerk en staat zich zouden ontwikkelen: "De zogenaamde scheiding van kerk en staat, zoals zij vaak wordt aangeprezen, is de vereniging met onverschilligheid en onge loof en leidt tot onverdraagzaamheid en vervolging van al wat zich naar de eisen van het ongeloof niet voegt."
Degenen die staande willen blijven bij de christelijke traditie komen in het verdachtenbankje. Zij behoeven geen bescherming. Hun politieke inbreng is buiten de orde, omdat zij politiek en religie vermengen. Een indringende ontwikkeling. Een overheid die haar christelijke wortels doorsnijdt, wordt geen onpartijdige overheid, maar blijkt intolerant te worden ten opzichte van de oorspronke lijke christelijke identiteit.
Stampij
Deze ontwikkeling zien wij terug In politiek, wetgeving en rechtspraak. Enkele voorbeelden. Godsdienstige gevoelens behoeven geen bescherming. Het kabine komt slechts in actie, indien moslims stampij maken. Uit de jurisprudentie blijkt dat het vrijwel onmogelijk is, dat ie mand strafrechtelijk wordt vervolgd we gens godslastering. In de Tweede Kamer is een meerderheid gemobiliseerd om het wetsartikel inzake strafbare godslas tering te schrappen. Het fanatisme waar mee wordt getracht een dode letter in de wet af te schaffen, beangstigt.
In het kader van de rechtspraak valt tevens te wijzen op de gerechtelijke uitspraken ten aanzien van de SGP. Het gerechtshof presteerde het eind 2007 om een inhoudelijke beoordeling te geven van hetgeen wei en hetgeen niet behoort tot de christelijke geloofsovertuiging. De invulling die de SGP gaf aan het principe dat het regeerambt niet toekomt aan vrouwen, werd niet beschouwd als direct voortvloeiend uit de christelijke geloofsovertuiging. Daarom valt dit standpunt volgens het Hof niet onder bescherming /an het grondrecht van de vrijheid van godsdienst. Een gevaarlijke uitspraak.Als de rechter inhoudelijk gaat bepalen wat wel en wat niet onder de christelijke ge- •oofsovertuiging valt, zijn we aan de goden overgeleverd.
3e homoseksuele praktijk is een ander leet hangijzer. Er moet niet alleen ruimte jestaan om 'gewoon homo' te zijn en daarnaar te leven, maar iedereen moet dit verschijnsel ook daadwerkelijk acceperen. Columnisten mogen iedere'chrisenhond' een 'misdadiger' noemen, maar lis iemand zich afkeurend uitspreekt 5ver de homoseksuele praktijk veert de )olitiek woedend op. Groeperingen die de homoseksuele praktijk niet aanvaarien, moeten met overheidssteun worden angezet om van gedachten te verandean. Een stevig deel van de Tweede Kaier wil bovendien de beleidsruimte van hristelijke scholen om praktiserende omoseksuele leerkrachten te weren, 2rder inperken.
ortheidshalve noem ik nog de wankele jsitie van gewetensbezwaarde trouwïibtenaren. De Commissie Gelijke Be- -indeling ontzegt hen een beroep op gewetensbezwaren. Dat betekent een beroepsverbod voor trouwambtenaren die f'iet vinden wat het COC vindt. Het kalet spreekt vervolgens enige bezwe- 'igsformules uit, maar doet niets.
Getuigenis
s gevolg van de aangestipte ontwlkkegen raken rechtspraak en wet- en re- Igeving meer en meer geïnfecteerd ' or een seculiere religiositeit. Dat • aakt de marges voor christenpolitici ' n te komen tot principiële beleidswijzi- ; igen steeds kleiner. Dit geldt zelfs als '- en is toegetreden tot het regeringskasf el. Zo blijft in de politiek steeds vaker ailéén de mogelijkheid van het christelijk getuigenis over. Dat is niet alleen verlies, nnaar biedt ook perspectief Er is niets daaraan ons land en onze overheden n eer behoefte hebben dan aan een heldsr bijbels geluid.
Christenpolitici zijn steeds vaker spelbreker Zij kunnen niet meezingen of meedansen als er wordt gespeeld op de fluit van de secularisten of de multiculti's.Ten diepste draait het ook in de politieke strijd van onze dagen om de erkenning van Gods soevereiniteit.We buigen daarvoor of we struikelen erover. Als dit zo is, zal een christelijke politieke partij ook voluit getuigenispartij moeten zijn. De oorzaak van de malaise op politiek en maatschappelijk terrein ligt in het ongeloof Hiertegen bestaat maar één remedie: de belijdenis van het Evangelie.
Met Groen van Prinsterer: "Ook bij ongunst der omstandigheden kan er getuigenis afgelegd worden. Ik mag het antwoord niet ontwijken op de vraag wat ik omtrent de geschiktheid van het ogenblik denk. Ik houd het niet voor gunstig. Niemand houde zich bezig met antirevolutionaire politiek, indien hij het heil des vaderlands begeert enkel op een weg waarlangs de wandelaar voor eigen wensen en belangen bevrediging vindt. Maar hebt u van dergelijke kleingeestigheid afkeer, laat ons dan opmerken, dat het aan gelegenheid ter plichtvervulling niet ontbreekt.
Er ligt ook thans in vrijmoedige belijdenis uwer overtuiging een vermogen, waarvan de werking alleen aan Hem, Die de wasdom geeft, bekend is. Laat ons getrouw zijn. Laat ons bedenken dat, zo het ons niet gegeven wordt grote dingen te ver
richten, de ergste ontrouw in de kleinste zaken kan worden gepleegd; dat, zo de prediking daad mag heten, ook de daad predikt. Laat ons, bij de zeer geringe opofferingen waartoe wij vooralsnog geroepen worden, ter plichtbetrachting en zelfverloochening in het oog houden dat de heerschappij der waarheid veld gewonnen heeft door getuigen die de kracht hadden om, waar het nodig was, getuigen tot in de dood, in de meest praktische zin, martelaars te zijn."
Gebed
Het mag ons gebed zijn dat in de huidige verscheurde werkelijkheid, waarin het irrationele de boventoon voert, dit getuigenis van een vaste grond en een vaste hoop nieuwe zeggingskracht krijgt. Het geloof overwint de wereld, ook in de 21"'' eeuw. Deze notie behoedt bovendien voor een neerzien op de wereld. De toestand in onze samenleving toont dat dit geloof er niet is geweest.
mr. D.j.H. van Dijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 2008
De Banier | 32 Pagina's