Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs aan huis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs aan huis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Nederland zijn ouders verplicht hun kinderen naar school te sturen. Wie dat bewust niet doet, wordt doorgaans vreemd aangekeken. Toch is dat in veel met Nederland vergelijkbare landen niet even vanzelfsprekend. Daar wordt juist vreemd opgekeken wanneer men hoort dat de Nederlandse overheid thuisonderwijs eigenlijk verbiedt.

Joke Sperling deed onderzoek naar dit onderwerp. Zij verdedigde in oktober haar proefschrift over thuisonderwijs in Nederland, met de herkenbare titel: Moet jij niet naar school? Thuisonderwijs roept belangrijke vragen op over de inrichting van de samenleving. Het laat goed zien welke spanning er bestaat tussen de belangen en rechten van ouders en van de staat. Welke rechten hebben ouders om zelf een belangrijk deel van de opvoeding, het onderwijs, ter hand te nemen? Hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van de overheid voor onderwijs? Waarom gaat de vrijheid van onderwijs niet zo ver, dat de keuze van ouders om hun kinderen zelf te onderwijzen vrij is?

Oude papieren
De totstandkoming van artikel 23 van de Grondwet, dat de vrijheid van onderwijs garandeert, werpt licht op deze vragen. In 1848 is vastgelegd dat het geven van onderwijs vrij is. Daaruit kan echter niet direct worden geconcludeerd dat de wetgever hiermee ook het zogenaamde huisonderwijs bedoelde. De strijd ging namelijk om de vrijheid om aan anderen dan de eigen kinderen te mogen onderwijzen. Toch geeft het tegelijk aan dat het recht op thuisonderwijs buiten kijf stond. Dit recht was voor iedereen zo vanzelfsprekend, dat het niet eens in de wet geregeld hoefde te worden. Thuisonderwijs werd vereenzelvigd met opvoeding. Liberalen beschouwden het als een natuurlijk recht van ouders, confessionelen als een goddelijk recht. Staatkundig gereformeerden erkennen dat goddelijk recht nog steeds, maar liberalen bezien het natuurlijk recht inmiddels anders.

De verantwoordelijkheid van de staat voor het onderwijs is in 1900 flink uitgebreid door de invoering van de leerplicht. De regering wilde ouders de vrijheid ontnemen om naar goedvinden de opvoeding te verwaarlozen. Bij de invoering van de leerplicht werd het recht op huisonderwijs wel expliciet erkend. De Leerplichtwet bepaalde dat ouders hun kinderen op een school moesten plaatsen, dan wel hun kinderen huisonderwijs moesten (laten) geven. Op de achtergrond speelden ook praktische bezwaren. Veel (christelijke) ouders waren niet in staat eigen scholen te bekostigen. Men wilde deze ouders niet dwingen hun kinderen naar scholen te sturen die niet aansloten bij hun overtuiging. Het garanderen van gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs in 1917 is dan ook een belangrijke reden waarom het verzet tegen de leerplicht in staatkundig gereformeerde kringen na die tijd snel doofde.

Gewijzigde koers
In 1970 is het thuisonderwijs als volwaardige vorm van onderwijs verdwenen. Bij wijziging van de Leerplichtwet is besloten dat vrijstelling van de leerplicht alleen mogelijk is wanneer ouders godsdienstige of levenbeschouwelijke bedenkingen hebben tegen de richting van scholen in de buurt. Aan het schrappen van thuisonderwijs als volwaardig onderwijs ligt duidelijk een nieuwe visie op onderwijs, maatschappij en opvoeding ten grondslag. De sociale ontwikkeling van kinderen zou binnen thuisonderwijs onder druk komen te staan. In plaats van het onderwijs als verlengstuk van de opvoeding werd het onderwijs vanaf de jaren zestig steeds meer gezien als mogelijke correctie van de opvoeding. Het onderwijs is dan een middel van de staat om de maatschappij in de door haar gewenste richting te vormen.

Nog recent heeft de regering aangegeven dat het onwenselijk is thuisonderwijs als een volwaardige vorm van onderwijs te zien. De vrees bestaat dat een wettelijke regeling een aanzuigende werking kan krijgen. In Duitsland wordt de vrees voor ‘parallelle samenlevingen’ zelfs aangevoerd om een verbod op thuisonderwijs te verdedigen. Sperling geeft in haar proefschrift echter aan dat voor deze vrees geen grond bestaat. Uit diverse onderzoeken blijkt dat leerlingen die thuisonderwijs hebben gekregen zeker niet slechter functioneren en presteren. Universiteiten als Harvard nemen zelfs speciale maatregelen om homeschoolers aan te trekken.

Hernieuwd inzicht
Het is opvallend dat reformatorische ouders zich vaak sterk herkennen in de bezwaren tegen thuisonderwijs. Zij onderschrijven nog steeds het voorzien in onderwijs als goddelijk recht van ouders, maar hechten ook veel waarde aan de sociale en maatschappelijke argumenten die inmiddels gemeengoed zijn geworden. een belangrijke reden daarvoor is natuurlijk het bestaan van reformatorische scholen, die juist vanaf de jaren zeventig zijn opgericht. Dat is een uniek recht in onze samenleving. toch kan daarmee bij ouders ook gemakzucht zijn binnengeslopen.

Het regelen van thuisonderwijs als volwaardige vorm van onderwijs verdient serieuze overweging. Hoewel de meningen over thuisonderwijs uiteen zullen blijven lopen, krijgen ouders daardoor wel een eerlijke keuze. Juist de kwaliteit van thuisonderwijs en het toezicht kunnen dan fatsoenlijk geregeld worden. De overheid dient ook zorg te dragen voor dit onderwijs. De gegarandeerde mogelijkheid van thuisonderwijs zou in elk geval beter geregeld moeten worden als de wetgever in de toekomst zou besluiten de vrijheid van bijzondere scholen uit te kleden. Die voornemens zijn immers regelmatig te horen. De oude vraag wordt dan weer actueel of de overheid ouders mag verplichten hun kinderen naar scholen te sturen die niet bij hun overtuiging passen. tot die tijd is het in elk geval zaak het goddelijk voorrecht van eigen scholen maximaal uit te buiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 2010

De Banier | 24 Pagina's

Onderwijs aan huis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 2010

De Banier | 24 Pagina's