Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Flitsend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Flitsend

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Tweede Kamer experimenteert sinds begin dit jaar met het vragenuurtje. Ooit werd het ingevoerd om de Kamer een extra mogelijkheid te geven inlichtingen te vragen van het kabinet en op die manier bij te dragen aan de flitsendheid van de volksvertegenwoordiging. Maar tot op heden zijn die verwachtingen niet waargemaakt.

Het vragenuurtje mag dan het meest bekende programma-onderdeel van de optredens in ‘het theater van de politiek’ zijn, echt aantrekkelijk is het nog niet. Daarom experimenteert men nog even verder.

Vragenuurtje

Het experiment dat op verzoek van Kamervoorzitter Verbeet wordt uitgevoerd, voorziet in een verandering in de ‘structuur’ van het vragenuur. Dat helpt dus niks, is de mening van Roderik van Grieken, verbonden aan het Nederlands debatinstituut. In de Volkskrant van afgelopen maandag (28 maart) schrijft hij:

“Wat gaat er in de praktijk nu mis? In de eerste plaats hebben de meeste Kamerleden de niet te onderdrukken neiging om in niet één, maar meestal drie tot vijf vragen tegelijkertijd te stellen; ‘Is de minister op de hoogte van de uitzending van Zembla gisteravond? Wat is zijn mening hier over? Heeft hij al overleg gevoerd met de betrokkenen? Wat denkt hij verder te gaan doen?’ Deze strategie gaat direct ten koste van de duidelijkheid en de scherpte. Om te beginnen is de gemiddelde luisteraar de lijn van het gesprek direct kwijt. Vijf vragen zijn simpelweg niet te onthouden. Daarnaast moet de minister in een hele korte tijd vijf vragen beantwoorden wat ten koste gaat van de inhoud. Tot slot biedt het hem een mooie gelegenheid om een lang en breed antwoord te geven, en daar zit de vragensteller naar alle waarschijnlijkheid niet op te wachten. (…)

Ischa Meijer1 heeft ooit gezegd dat ‘een goede vraag ieder antwoord in zijn schaduw stelt’. En zo is het. De vraag ‘is de minister op de hoogte van...’ is een loze vraag. Natuurlijk is de minister op de hoogte! Al is het maar omdat is aangekondigd dat hij er een vraag over krijgt. Veel scherper en sturender is de vraag: ‘Hoe komt het dat ik de minister sinds de uitzending van Zembla zondagavond nog niet op de inhoud heb horen reageren?’ In deze vraag liggen alle voorgaande vragen besloten inclusief een impliciet waardeoordeel.

Maar los van de inhoud is ook de huidige presentatie en de interactie ergerniswekkend. Zo worden vragen vrijwel altijd voorgelezen. In het Britse parlement is dit ondenkbaar. Zodra iemand voorleest, roepen alle opponenten ‘reading!’ net zo lang tot het papier wordt weggelegd. Dit in de terechte overtuiging dat als iemand een vraag voorleest hij hem net zo goed schriftelijk kan stellen. Tijdens ons vragenuur komt het regelmatig voor dat een Kamerlid zijn volledige bijdrage voorleest, de bewindspersoon (die de vraag vooraf niet kent, wel het onderwerp) zijn best doet om zo natuurlijk en persoonlijk mogelijk te reageren, waarna het Kamerlid zijn vervolgvraag voorleest. Ik steun de Britse gedachte dat de vragen dan beter per post gestuurd kunnen worden en de minister zijn tijd nuttiger kan besteden. Verder geeft deze praktijk aan dat de gemiddelde vragensteller alleen geïnteresseerd is in zijn eigen vraag en niet zo zeer in het antwoord. Vervolgvragen horen uiteraard in te gaan op de reactie van degene die je de vraag stelt!

Het is het uitwisselen en scherp toetsen van standpunten tussen twee of meer personen die beiden proberen de toehoorder te overtuigen van hun gelijk. Dat dit vooralsnog niet lukt, heeft niets te maken met de structuur van het vragenuur maar met de invulling die Kamerleden er aan geven.”

Hoge Raad

Het gebeurt maar zelden dat de benoeming van een rechter in de Hoge raad zó veel reuring veroorzaakt als de benoeming van PvdA-lid Ybo Buruma twee weken geleden. De PVV bond de kat de bel aan, niet onbegrijpelijk, omdat de nieuwe rechter Geert Wilders nog betrekkelijk kort geleden had vergeleken met de Italiaanse dictator Mussolini, kompaan van Adolf Hitler en andere misdadigers.

In NRC-Handelsblad van 12 maart ging de vroegere hoofdredacteur van die krant, Folkert Jensma, in op de wijze van benoeming van de rechters van dit hoogste rechtscollege, waarvoor iedere Nederlander geacht wordt achting te hebben. De NRC’er signaleert dat de Hoge Raad der Nederlanden steeds meer aan rechtspolitiek gaat doen, en dat alleen al om die reden de benoeming van deze hoogste rechters wel wat anders kan.

“Het komt er dus op neer dat de Hoge Raad zichzelf samenstelt, met het parlement als procesbewaker. Het enige publieke, democratische moment is wanneer de Kamer de voordracht van de Commissie goedkeurt. Als de PVV volgende week dus om een hoofdelijke stemming vraagt, valt er een steen in deze vijver van ‘ons kent ons’ en ‘hebben we nog iemand vergeten’. Dat werd eigenlijk wel tijd. De benoeming van Buruma is er ook een mooie aanleiding voor. Hij is de bekendste strafrechtcommentator van dit moment. Hij kan zich kernachtig en genuanceerd uitdrukken in de krant en op tv en doet dat vaak. (…) En precies zoals Bontes2 veronderstelt is Buruma ook ‘politiek’. Strafrecht gaat over veiligheid, politiek een belangrijk thema. Buruma heeft PvdA-sympathieën. Hij schreef mee aan het verkiezingsprogramma en adviseert de Kamer fractie van die partij. Vorig jaar publiceerde hij nog een advies over de ‘softdrugsketen’ op zijn weblog. Nederland heeft volgens hem in Europa onbetwist de ruimte om daar niet tegen te hoeven optreden.

De Hoge Raad kiest dus niet voor een studeerkamer geleerde, maar voor iemand met een publiek profiel. Dat is vooral interessant omdat de Hoge Raad de komende jaren meer rechtspolitiek zal bedrijven. De hoogste rechter krijgt immers selectiemacht over de aangemelde zaken. De ‘normstellende rol’ van de Hoge Raad wordt zo versterkt. Er komt een eigen rechtspolitieke agenda. Alle reden dus om kandidaten beter te bekijken. En daar ook meer in het openbaar over te spreken. Een hoorzitting in de Kamer met Buruma, dat had ik nou graag mee willen maken.”

1. Ooit een van de bekendste interviewers van Nederland.

2. Kamerlid van de PVV

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Banier | 32 Pagina's

Flitsend

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Banier | 32 Pagina's