Een passie voor ruimte en wonen

De commissie Ruimte en Wonen houdt zich bezig met de onderwerpen ruimtelijke ordening, water, wonen, bouwen, monumenten en archeologie, lokaal economisch beleid, aanbestedingsbeleid en grondbeleid. Naar welk terrein gaat uw voorkeur uit?

“Eigenlijk spreken al deze beleidsterreinen me erg aan. Dat is op zich niet verwonderlijk, omdat ruimtelijke ordening het integrale kader vormt waarin al deze terreinen samenkomen. En ruimtelijke ordening is al sinds mijn activiteiten bij en voor de overheid mijn passie.”

De kredietcrisis en de Nationale Hypotheek Garantie waren in de achterliggende jaren belangrijke onderwerpen op de agenda. Spannend?

“Deze onderwerpen, vooral het eerste, hebben een grote impact op de gemeentelijke huishouding. Door de bezuinigingen op de rijksbegroting nemen de gemeentelijke inkomsten (uitkeringen vanuit het gemeentefonds) stevig af. Om het voorzieningenniveau te kunnen handhaven en een stijging van gemeentelijke belastingen te voorkomen, moet een zwaarder beroep worden gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners. Op zich passend binnen het SGPgedachtegoed, mits de overheid het schild voor de zwakkere kan blijven. Door de omvang van de bezuinigingen ontstaan hier en daar dilemma’s. De crisis legt echter ook de grenzen van de overheidsbemoeienis bloot, wat hier en daar ontnuchterende discussies oplevert. Dat is positief.”

Het regeerakkoord en de gevolgen daarvan voor gemeenten kregen de laatste maanden veel aandacht. Wat vindt u van het feit dat het Rijk zich op verschillende beleidsterreinen (zoals wijkaanpak en monumenten) terugtrekt, zonder dat het budget overgeheveld wordt?

“Een veel toegepaste bezuinigingstruc is het decentraliseren van taken en daaraan gekoppeld het doorvoeren van een korting op het budget. Dit alles vaak onder het mom van een efficiëntere uitvoering op een lager schaalniveau. Toch heeft decentralisatie ook heel veel goede kanten. Uitgangspunt moet zijn dat zaken die de burger rechtstreeks raken, ook moeten worden gedaan door de overheid die het dichtst bij de burger staat. En in heel veel gevallen is dat dus de gemeente. Dat geldt ook voor onder andere de wijkaanpak en het behoud van de monumenten.”

Een onderwerp dat de komende tijd aan de orde komt, is de wateropgave. Wat houdt dat precies in? Komt de commissie daarmee niet in het vaarwater van de waterschappen terecht?

“Met de wateropgave worden alle maatregelen bedoeld die wateroverlast ook in de toekomst moeten voorkomen. Hierbij staan de gemeenten en de waterschappen voor een gezamenlijke opgave. Het veelvuldiger vóórkomen van plensbuien, gecombineerd met een toename van het verhard oppervlak, maken een gecoördineerde aanpak meer dan nodig. Denk ook aan de win-winsituaties die te bereiken zijn bij rioolonderhoud en weg- en wijkverbeteringen. De hamvraag die de komende tijd beantwoord moet worden is: wie betaalt wat en wie is waar verantwoordelijk voor?”

Ook de beweging op de woningmarkt zal aan de orde komen. Wat speelt hier precies?

“Op de woningmarkt wordt het de komende tijd nog spannender dan het al was. De economische crisis heeft het consumentenvertrouwen aangetast. Investeringen worden uitgesteld en kopers willen het risico beperken. Tegelijkertijd schroeven de banken hun financieringsvoorwaarden op, waardoor de leencapaciteit steeds verder afneemt. Als klap op de vuurpijl mogen woningcorporaties, als gevolg van Europese regelgeving, maar slechts tien procent van hun voorraad sociale huurwoningen toewijzen aan mensen met een gezamenlijk inkomen van 33.614 euro of meer. Ziedaar een geweldig spanningsveld. Grotere groepen mensen raken door financieringsvraagstukken aangewezen op de huurmarkt, terwijl ze bij de woningcorporaties niet terecht kunnen.”

Er komen voorstellen om de ruimtelijke ordening meer over te laten aan provincies en gemeenten. Hoe staat u tegenover meer decentralisatie op dit terrein?

“Deze beweging is een logisch vervolg op de introductie van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening. Het is een goede zaak dat de bevoegdheid van de gemeenteraad wordt versterkt. Ook de gedachtelijn in het regeerakkoord om in een beleidsproces maximaal twee overheidslagen betrokken te laten zijn, verdient waardering. Dit dringt de bestuurlijke drukte echt terug.”

Waarom is het belangrijk dat er een SGP’er in de commissie zit?

“Bij de samenstelling van de commissies van de VNG wordt geselecteerd op: affiniteit tot het beleidsveld, deelname vanuit alle provincies, representatie van grote en kleine gemeenten en ten slotte landelijke politieke gewichtsverdeling. Alleen al vanwege de afspiegelingsgedachte is het zaak als SGP’er je mannetje te staan in de commissie. Het vormgeven van het principiële profiel bestaat in dit soort commissies vooral uit het leveren van een gedegen inhoudelijke inbreng. Het biedt ook kansen om onderwerpen die onze achterban aangaan, landelijk te agenderen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen