Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De reus van weleer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De reus van weleer

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuws over Griekenland en de eurocrisis beheerst al maandenlang de voorpaginas. Ir. Van Rossum stelde in 1980 in De Banier een groot aantal vragen rond de toetreding van Griekenland tot de toenmalige EEG . Opmerkelijk is dat de Griekse staatsfinanciën niet aan de orde komen. Maar de gezond-kritische houding van de SGP tegenover Europa komt in dit artikel duidelijk naar voren.

Toetreding Griekenland tot de EEG

In het heden ligt het verleden, in het nu wat worden gaat. Reeds voor het begin van onze jaartelling weten we van een Grieks wereldrijk onder Alexander de Grote. Aan de Griekse mythologie is de overlevering ontleend dat Atlas, een titanenzoon, de gehele wereld op zijn hoofd en handen torste. Aan de naam Atlas zijn een aantal geografische namen ontleend, o.a. de Atlantische Oceaan en het Atlasgebergte in Marokko. Velen menen daaruit te mogen afleiden dat het Griekse Rijk de wereld aan zijn macht had onderworpen van de Atlantische Oceaan in het Westen (West Europa) tot India in het Oosten. Thans vraagt de reus van weleer als één van de kleinere mogendheden eerbiedig toegang tot een inmiddels gegroeid samenwerkingsverband tussen een aantal kleinere en grotere Europese mogendheden. Deze toetreding vraagt vandaag onze aandacht.

Nu is van de SGP-fractie bekend dat ze op zichzelf tegen open grenzen en samenwerking op economisch gebied geen overwegende bezwaren heeft. Naar de opvattingen van onze fractie gaat de ontwikkeling zodanig, dat reeds jaren de politieke component een veel sterker accent krijgt dan de economische component. Dat is niet het gevolg van de algemeen in de gehele wereld heersende economische recessie, maar veeleer van het geloof in de macht die uit de mens opkomt, waarbij de mens in staat zou zijn door onderlinge regelingen tussen landen en volken, de moeilijkheden ontstaan door de zonden van de mens, zelf tot een oplossing te brengen, los van Hem, Die alle macht gegeven is in de hemel en op de aarde.

Politieke hypotheek

De aansluiting van Griekenland aan de EEG moge door velen juist om politieke redenen toegejuicht worden, niet ontkend kan worden dat dit toch ook een politieke hypotheek op de gemeenschap legt. Alle geruststellende zinnen op blz. 28 en 29 van de nota naar aanleiding van het verslag ten spijt, is het een politieke realiteit dat de verhoudingen tussen Griekenland en Turkije verre van optimaal zijn. De kwestie Cyprus heeft helaas nog nooit tot volledige overeenstemming mogen leiden. Over het luchtruim is blijkens de mededelingen van de bewindslieden de vrede thans weer getekend, doch dat geldt nog geenszins voor de zeebodem, als we alleen maar mogen wijzen op de “uitstulpingen”. Eerlijk wordt toegegeven dat de eventuele terugkeer van Griekenland in de geïntegreerde militaire structuur van de NAVO wordt bemoeilijkt door verschillen van inzicht tussen Griekenland en Turkije over een aantal militair-technische kwesties op het gebied van marine en luchtmacht. Een zeer belangrijk, politiek gegeven als het gaat om een uiterst belangrijke flank in het NAVO-verdedigingssysteem in het Middellandse zeegebied. De EEG en de NAVO mogen organisatorisch heel duidelijk gescheiden zijn, als het over de europese dimensie gaat zal toch het één niet geheel los van het ander gezien kunnen worden. Is reeds uit de geschiedenis niet duidelijk dat buitenlandse politiek en defensie vaak moeilijk te scheiden zijn? Zijn de bewindsheden in staat om onze zorgen inzake de politieke hypotheek van de verhouding tussen Griekenland en Turkije weg te nemen?

Hoever is het in Griekenland gevorderd met de erkenning als zelfstandige natie van Israël? Het moet volgens de nota naar aanleiding van het verslag wel, maar gebeurt het ook? Naast de voorzichtigheid die onze fractie uit buitenlandse politieke overwegingen voorstaat, zijn er ook overwegingen in Griekenland zelf die bij ons vragen dezen oproepen.

Verhouding kerk en staat In een ons toegezonden boek “Greece a portrait”, waarin zeer waardevolle informatie wordt verstrekt lezen we over een bepaalde in de Griekse grondwet inzake de godsdienst wel een paar zeer merkwaardige zinnen. Ik lees op de blzz. 157 en 158 het volgende over de wettelijke situatie. Ik citeer: “Een huwelijk gesloten door een lid van de Orthodoxe Kerk, dat niet ingezegend wordt door een Orthodox geestelijke is nietig.” Einde citaat. Gemengde huwelijken zullen dus veelal nietig zijn. Is dit geen vorm, die de bewindslieden elders ten sterkste veroordelen?

Vervolgens lees ik dat “Proselytism is forbidden”, d.w.z. dat iedere vorm van evangelisatie bij de wet verboden is, wat blijft er dan van de hooggeroemde godsdienstvrijheid over? Hoe is de scheiding tussen kerk en staat formeel geregeld en wat zijn de werkelijke effecten op het maatschappelijk bestel? Als ik naast het meer religieuze aspect let op de wijze waarop de democratie in Griekenland gestalte heeft gekregen, dan schijnt dit op nationaal niveau in redelijk goede banen geleid te zijn. Bij het lokaal en regionaal bestuur schijnt dit, als ik althans het artikel in het blad de “Europese Gemeente” van 1979 mag geloven nog zeer veel te wensen over te laten. Hoe is het oordeel van de bewindslieden en zijn er ontwikkelingen in de goede richting?

De Griekse handel

Is het Griekse systeem met zijn vele duizenden zeer kleine gemeenten niet tekenend voor het gehele Griekse maatschappelijke bestel? Als ik het wel begrepen heb zijn ook in de handel, vooral wat de agrarische producten betreft, de lijnen tussen producent en consument vrij kort, zodat de handelsmarges gering zijn. Intern ongetwijfeld een voordeel voor de Griekse consument. Als afzetmarkt uit de andere europese landen zal dit echter wel fricties oproepen. (…) Zal juist dit, gelet op de structuur van de landbouw waarin nog 30% van de beroepsbevolking op vaak kleine bedrijven werkt, niet zeer kostbaar worden? Dat de onderhandelingen voor onze komkommerteelt zo nadelig zijn uitgekomen wordt onzerzijds ernstig betreurd.

Het nadeel van de grote afstand van Griekenland tot de belangrijke consumptiegebieden in Europa zal, blijkens het verslag, Griekenland op eigen kracht moeten overwinnen. Hoe moet dit, als Griekenland op den duur geen toestemming van de Raad zal krijgen, voor het verlenen van transportsubsidies? Wordt juist het transport niet het grote knelpunt voor het egaliseren van de gemeenschappelijke markt? Moet de recente behandeling in het Europese Parlement van steun bij havenaanleg in Triëst en Monfalcone ook niet in dat licht worden bezien? Is watertransport over het algemeen niet gunstiger in verband met de energiebesparing dan wegtransport? Wel zal voor bederfelijke waren wegtransport sneller gaan en zijn daarvoor onderhandelingen met Joego-Slavië noodzakelijk. Welk prijskaartje verwachten de bewindslieden hetwelk aan deze doortocht zal hangen en wat voor invloed zal dit hebben op de wederzijdse afzet binnen de gemeenschap?

Zal het geheel vroeg of laat niet leiden tot een achterstandsprobleem van Griekenland bij de gehele gemeenschap en mitsdien tot grote steunbedragen uit het regionaal fonds en/of tot achterblijven bij de besluitvorming en dan dus, uiteraard onbedoeld, tot een europa met verschillende snelheden? In de nota naar aanleiding van het verslag komt duidelijk tot uitdrukking dat op het gebied van de Zeescheepvaart, de Griekse toetreding door de Griekse vloot, het gehele europese beeld aanzienlijk zal kunnen veranderen. (…)

Wat betreft de verhoudingen tussen de landen onderling blijken de verschillende fiscale systemen vaak aanleiding te geven tot onderlinge fricties. Betreurd moet dan ook worden dat Griekenland die toch de aansluiting aan de gemeenschap al enige jaren aan ziet komen nog niet is overgegaan tot een BTW-belastingstelsel. Hoeveel jaren kan zo iets duren, dit mede gelet op vroegere ervaringen met Italië.

Vertraging

Europese gedachte Tenslotte nog iets over de kosten van het gemeenschapsapparaat zelf. Op vragen over de extra gemeenschapstaal werd vaag, zo niet ontwijkend geantwoord. Nu is het een eenvoudig rekensommetje dat men voor een fulldress debat met 6 talen 21 verschillende tolken nodig heeft en bij 7 talen 28 tolken. Dat wil zeggen dat alleen de kosten van de vertalingen met 25% toenemen. Daarbij komen de extra kosten voor de toevoeging van een extra alfabet, de uitbreiding van personeel, huisvesting, reiskosten (grotere afstanden). Moet niet aangenomen worden dat het geheel van de apparaatskosten zeker met 25% zal toenemen? Griekenland zal hiervan slechts een gering deel vergoeden, zodat het geheel op de andere lidstaten zal drukken. Kan op dit punt nog wat meer klaarheid geboden worden?

Het geheel overziende lijkt het alles wat mooier dan het hoogstwaarschijnlijk in de toekomst zal blijken. Economisch zal deze toetreding waarschijnlijk in de 9 lidstaten veel moeilijkheden veroorzaken en veel geld kosten, waarbij ook dan weer de landbouwsector extra aandacht zal vragen. Politiek zal het remmend werken en mogelijk leiden tot een Europa met verschillende snelheden. Voor degenen die vurig op een supra nationaal Europa hopen een weinig aanlokkelijke gedachte. Voor degenen die daar minder op vertrouwen, reden om het geheel wat afstandelijk te benaderen. De sterkte van de ketting is die van de zwakste schakel. Enige ervaring in Europa heeft toch wel iets geleerd? Vertraging in de Europese gedachte spreekt onze fractie wel aan, doch dit zal ongetwijfeld opgevat worden als een weinig constructieve bijdrage. Onze hoop is op Hem van Wie alle machten, afzonderlijk of in combinatie afhankelijk zijn. (…)


Uit: De Banier, 29 mei 1980 Bron: www.sgp.nl; klik op de banner ‘De Banier digitaal’ (links) en zoek op ‘Toetreding Griekenland’

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2011

De Banier | 24 Pagina's

De reus van weleer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2011

De Banier | 24 Pagina's