Prostitutie

Wat wordt er ook in de Nederlandse bordelen geleden aan eenzaamheid en pijn. Vrouwen die ooit een keus gemaakt hebben voor dit beroep en er nu in gevangen zitten, omdat er geen uitgang is. Erger nog, meisjes – en soms zelfs jongens – die slachtoffer zijn van mensenhandel en verkocht zijn om hun lichaam hier te verhuren. Wat een doffe ellende.

Hoe komt Gods kind en knecht in een bordeel terecht? Simson is zwak, een mens van vlees en bloed. Na zijn mislukte huwelijk heeft hij Israël twintig jaar gericht. Al die tijd heeft hij in eenzaamheid en onthouding geleefd. Hij heeft zich als een levend schild tussen Gods volk en de vijand geplaatst.

Oogpoort

Simson is geroepen om leiding te geven aan het volk van Gods verbond. Hij doet dat op zijn eigen wijze. Andere richters verslaan de vijand met een leger, Simson heeft de strijd alleen gestreden en de pers alleen getreden. Hij werd door eigen volk gebonden en veracht en aan de vijand uitgeleverd. In zijn volstrekte eenzaamheid vertoont hij het beeld van de Messias. Toch blijkt na twintig jaar zijn jeugdzonde nog niet dood. “Simson nu ging heen naar Gaza; en hij zag aldaar een vrouw, die een hoer was; en hij ging tot haar in.” De oogpoort is Simsons zwakke plek. In de geschiedenissen van de richters klinkt steeds de roep: “Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een ander?” Simson is de Messias niet. Israël heeft een koning nodig. God heeft aan Simsons moeder beloofd dat haar kind zal beginnen Israël te verlossen uit de macht van de Filistijnen (Richt. 13:5). Simson maakt wel een begin met de verlossing, maar hij maakt het niet af. Hij faalt. De falende richter roept om een koning. Maar ook Israëls koningen bleken te falen. David is even zwak als Simson en ook hij valt van het platte dak van zijn paleis. Als je zonden kunt wegen, is Davids overspel zwaarder dan het bordeelbezoek van Simson. Toch kan David op meer sympathie rekenen dan Simson. De zonden van Israëls oudtestamentische verlossers maken duidelijk dat er een andere Verlosser nodig is.

Pornografie

Prostitutie hoort bij de nacht. Vier keer klinkt het woord nacht in Richteren 16 vers 1 tot 3. Dat is veelzeggend. Hoererij is iets om je voor te schamen. Als er geen taboe meer rust op de werken der duisternis, is een cultuur begonnen te sterven. Simson is uit zwakheid in de zonde gevallen. Terwijl juist hij aan de dienst van God was toegewijd. De duivel slaat een grote slag als Gods dienaren openlijk in de zonde vallen. Het belemmert hen – ook als zij door Gods genade tot inkeer komen – in hun taak in Gods Koninkrijk. Het vertrouwen is weg. Gelukkig zien we bij Simson wel een ommekeer. Hij is onrustig. Hij voelt misschien wel aan dat hij door eigen schuld als een kat in het nauw zit, gevangen en verstrikt in het web van de satan. Mannen die een bordeel bezoeken zullen wel een minderheid vormen, maar hoeveel mannen en zelfs vrouwen worstelen niet met de verstikkende en verslavende macht van pornografie. Door de moderne communicatiemiddelen is de drempel om daaraan te komen ongelooflijk en gevaarlijk laag. Op elke telefoon met internetverbinding is alle rottigheid ongefilterd te downloaden. Ook christenen kunnen in de zonden vallen, ook op het terrein van de seksualiteit. Dan wordt het donker, middernacht! Het mooie van Simson is echter dat hij midden in de nacht opstaat. Door de kracht die God hem geeft, verbreekt hij de banden waarin hij door eigen schuld gevangen zit.

Vrijstad

Hij grijpt de deuren van Gaza. Aan het eind van het hoofdstuk keert het werkwoord terug. Dan grijpen de Filistijnen Simson en graven zijn ogen uit. Als wij de zonde niet aanpakken, zal de zonde ons aanpakken. Als wij het kwaad niet doden, zal het ons doden. “Als wij somtijds uit zwakheid in zonden vallen, zo moeten wij aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonde blijven liggen”, zegt het doopformulier. Met de houten stadspoort – inclusief deurposten en dwarsbalk – op zijn rug loopt Simson naar Hebron, naar de vrijstad. De richter heeft een priester nodig. Op een heuveltop legt hij de zware last neer. Israëls God is machtiger dan de banden des doods. Onderweg kan hij best Psalm 107 gezongen hebben : “Hij was ’t, voor Wien gereed / De koop’ren deuren weken, / Die ijz’ren grend’len deed / In duizend stukken breken.” Zelfs voor prostituees en prostituanten is er hoop. Simson droeg een loodzware last naar een heuveltop. Christus droeg het vloekhout naar Golgotha.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen