Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kansarmen in een achterstandswijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kansarmen in een achterstandswijk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Midden in de Tarwewijk in Rotterdam staat House of Hope, een inloophuis waar iedereen welkom is met zijn of haar hulpvraag. We zijn een christelijke instelling, maar willen het geloof niet opdringen.

House of Hope is een begrip in Rotterdam- Zuid. Antillianen, Afrikanen, migranten uit het Midden-Oosten, allemaal weten ze de instelling te vinden. De één vraagt hulp bij het invullen van een formulier, een ander komt voor een gesprek, een derde komt even internetten of bezoekt de wijkmaaltijd. Eén van de drijvende krachten achter House of Hope is Cor Hubach. Hij verhuisde acht jaar geleden met zijn gezin vanuit Groningen naar Rotterdam om dit diaconale initiatief, geboren in de ICF (International Christian Fellowship: Internationaal Christelijke Gemeenschap), samen met zijn vrouw op poten te zetten. Zeven betaalde krachten en ongeveer 150 vrijwilligers staan hen nu terzijde. Daarnaast is Cor voor 50 procent van zijn tijd nog projectmanager in de weg- en waterbouw.

Met welk doel is House of Hope opgestart?

“In 1999 begon op Rotterdam-Zuid de ICF, een multiculturele zendingsgemeente. Die kreeg te maken met veel diaconale hulpvragen, vanwege het relatief grote aantal allochtone kerkgangers. Velen hadden vragen over hun werk, inkomen, verblijf of huisvesting. Dat werd steeds meer schering en inslag. De gemeente besloot om een diaconaal project op te zetten in de wijk, dat resulteerde in House of Hope. Met behulp van financiële toezeggingen vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerken (waar de ICF een onderdeel van is) en de deelgemeente Charlois waren voldoende middelen aanwezig om te kunnen starten. Dan praat ik over 2004. In 2010 zijn we naar ons huidige pand in de Tarwewijk verhuisd. Een wonder, want het gebouw stond op de nominatie voor de sloop.”

Wat doen jullie zoal?

“We doen veel activiteiten met een laagdrempelig karakter, dat kenmerkt onze manier van werken. Veel hulp verzakelijkt, dat zie je om je heen. Wij steken vooral in op ontmoeten, meeleven en relatie. We hebben bijvoorbeeld vrouwengroepen waarin vrouwen met elkaar praten.

Zij praten dan over hun verleden, hun land van herkomst, problemen waar ze in Nederland tegenaan lopen. Ook is er een mannengroep. De mannen die hier binnenkomen hebben vaak geen werk en daarom geen doel in hun leven. Verder is er een inloop voor kinderen op woensdagmiddag en zaterdags komt de kinderbijbelclub samen. We willen naar de mensen die bij ons komen uitstralen dat ze van waarde zijn en dat we van ze houden. Veel bezoekers zijn de Nederlandse taal nauwelijks machtig of worstelen met een traumatische ervaring uit hun verleden. Hun willen we een luisterend oor bieden en eenvoudig hun naaste zijn.”

House of Hope is een christelijke instelling, maar u wilt het geloof niet opdringen. Is dat een lastig spanningsveld?

“Het dilemma wat u schetst, herken ik. Als iemand bij ons aanklopt, willen we in de eerste plaats onvoorwaardelijk luisteren, liefde geven en hulp bieden. Kort door de bocht gezegd, je kunt wel een mooi gesprek hebben, iemand troosten uit Psalm 23 en dan naar huis sturen, maar dan doe je toch iets verkeerd als die persoon geen eten heeft of de volgende dag uit zijn huis wordt gezet. Vergeet niet, mensen die hier komen zijn ontzettend afhankelijk en geven ons vertrouwen. Het is dan ethisch onjuist om niet aan te sluiten bij de hulpvraag en je eigen doelen na te streven. Luisteren en hulp bieden staat dan voorop... Maar het komt ook voor dat mensen vragen om met hen te bidden. Dan doen we dat uiteraard graag. Ik geloof dat mensen hier niet zomaar binnenlopen. God brengt deze mensen op ons pad en wil ons gebruiken om Zijn liefde te verspreiden.”

Uw organisatie heeft ook een uitdeelpunt. Is er veel armoede?

“Voor Voedselbank Nederland mogen wij intakes (eerste oriënterende gesprekken) doen voor mensen in onze buurt op basis van hun financiële situatie. Per week komen op ons uitdeelpunt ruim honderd gezinnen een voedselpakket halen. De situatie onder kansarmen is bepaald niet rooskleurig. Door de crisis verliezen velen hun baan, waardoor zij hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen. Ook de voedselbank heeft inmiddels te maken met schaarste, omdat er minder overproductie is. Daardoor zit er minder eten in de voedselpakketten. Wat ook nadelig uitpakt voor veel wijkbewoners is dat nieuwe aanmeldingen niet gelijk een voedselpakket kunnen krijgen. Daar gaat soms weken overheen. Wij proberen zoveel als het kan om deze mensen te helpen met ‘eigen’ voedselpakketten, steeds vaker doen we dat in samenwerking met kerken en scholen.”

Merkt u de gevolgen van de economische crisis?

“Je ziet de afgelopen jaren meer de acute schrijnendheid openbaar komen. Mensen die hun baan kwijtraken, hun huis moeten verkopen en opeens aan de bedelstaf geraken. Regelmatig zie je een patroon: baan kwijt, woning kwijt, echtscheiding. Door strenger beleid van overheidswege en onwetendheid bij onze doelgroep leven mensen soms maanden zonder inkomsten. Ik heb verschillende mensen vanuit een normaal bestaansniveau in korte tijd afhankelijk zien worden van de voedselbank.”

Hebben de mensen vertrouwen in de politiek?

“Er is veel negatief sentiment, met name over de PVV. De afgelopen jaren is de regelgeving harder geworden, met name rond werk, inkomen en verblijf. Dat pakt voor veel allochtonen slecht uit. Aan de andere kant, velen zijn helemaal niet bezig met politiek. Die richten zich puur op het overleven en het halen van de volgende dag.”


Annemaries verhaal

Een van de zeven betaalde krachten van House of Hope is Annemarie. Ze werkt drie dagen in de Tarwewijk en één dag op een andere locatie van House of Hope elders in Rotterdam. Ze houdt zich vooral bezig met kinderen en tieners. “Ik begeleid een aantal projecten, waaronder de kinderclub en de tienerclub. Kinderen zijn heel loyaal, ze vertellen van alles, maar bijvoorbeeld niet dat het thuis niet goed gaat. Dat moet je maar af zien te leiden uit het gedrag van een kind. Soms zie je het ook aan hun kleding en mate van verzorging. Tieners zijn opener. Zo spreek ik vaak met meiden van de straat over hun gedrag, hun schoolgang en hun omgang met seksualiteit.” Annemarie: ”Ik ben niet alleen begeleidster, maar ook de juf van de kinderen. Af en toe bezoek ik ze thuis. Dan krijg ik een indruk van de sfeer. Zie je opeens een vader die zonder werk thuis zit met een fles alcohol. Op zo’n moment snap je opeens waarom het kind zich anders dan andere kinderen gedraagt.” In de groepen zitten allerlei nationaliteiten bij elkaar. Gewoonlijk gaat dat prima samen, is de ervaring van Annemarie. “Als je de dingen maar bij naam noemt, dan is er niets aan de hand.” House of Hope is een christelijke organisatie. Soms leidt dat tot reactie. “Als ik moslimkinderen vertel over de Heere Jezus, gebeurt het wel eens dat een aantal de vingers in de oren stopt. Dat moeten ze van hun vader en moeder. Laatst vertelde ik het verhaal van Lydia de purperverkoopster. Ze bekeerde zich door de prediking van Paulus en liet zich dopen. Veel moslimkinderen kennen de doop niet, wat een aanleiding is voor een gesprek over religieuze rituelen.”


Achmeds verhaal

Achmed is sinds september 2010 voor drie dagen per week betrokken bij House of Hope. Hij leidt een mannengroep, is vaak aanwezig op het uitdeelpunt en houdt spreekuur met de mannen afzonderlijk. “Ja, eigenlijk ben ik van alle markten thuis”, zegt hij lachend. Op het spreekuur komen allerlei zaken aan bod. Bijvoorbeeld over de thuissituatie, over de kinderen op school of over de relatie met hun echtgenote. Mannen zijn niet zulke praters, is Achmeds ervaring. “Vooral Afrikaanse mannen praten niet zo makkelijk over hun privésituatie. Er zijn er die eenzaam zijn, omdat ze zich moeilijk kunnen uiten. Met hen kun je beter een potje voetballen. Op die manier werk je aan een vertrouwensrelatie. En, zolang ze House of Hope hebben en wat afleiding, dan zijn ze minder vatbaar voor alcohol en drugs.” De meeste mannen die Achmed spreekt zitten zonder werk en missen op die manier een doel op de dag. “Vaak ga ik met ze op stap. We ontbijten bij de Hema, gaan een dagje uit naar Euromast of bezoeken een museum. Dat helpt echt. Je ziet de mannen ook onderling vriendschappen sluiten: ze bellen elkaar op of doen eens gezamenlijk een klusje.” Het maken van afspraken is niet altijd even gemakkelijk. “Afrikaanse mannen komen vaak te vroeg of te laat, maar zelden op tijd. Ze zijn gewend aan een los leventje.” In twee jaar tijd heeft Achmed het alleen maar drukker gekregen. Door de bezuinigingen bij de Sociale Dienst heeft hij een nog groter cliëntenbestand. “Ik ben bang dat het er alleen nog maar meer worden. Veel mannen verliezen momenteel hun werk waardoor hun positie kwetsbaar wordt.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juli 2012

De Banier | 24 Pagina's

Kansarmen in een achterstandswijk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juli 2012

De Banier | 24 Pagina's