SGP en Leven

In artikel 21 van het Program van Beginselen van de SGP staat onder meer: “Hoezeer het menselijk leven ook lichamelijk en psychisch is geschonden, het behoort vanaf de conceptie geëerbiedigd en beschermd te worden totdat de dood onmiskenbaar is ingetreden. Het levenseinde mag door medisch handelen niet opzettelijk worden vervroegd.” Het leven is beschermwaardig, vanaf het allereerste begin tot het einde. God is de Schepper van alle leven. Hij geeft de mens het leven zolang Hij dat wil. De Heere beslist over leven en dood, niet de mens.

Het door God gegeven leven in de moederschoot mag door de mens niet gedood worden. Toch gebeurt dit in ons land. Per jaar vinden er ongeveer 30.000 abortussen plaats. Elk mens dient eerbied te hebben voor eigen leven en het leven van anderen. Euthanasie vindt niet alleen plaats bij ondraaglijk lichamelijk lijden. Ook als er dementie optreedt wordt het soms al gedaan. Het komt ook voor dat heel oude mensen, die eenzaam zijn, vragen om euthanasie. Het wordt soms zo gezegd: “De dood heeft mij vergeten.”

Het gebod: “Gij zult niet doodslaan”, moet gehoorzaamd worden. De wetgeving moet mensen tegen zichzelf en tegen anderen beschermen. De geboden van God zijn heilzaam en goed voor een samenleving en voor ieder persoonlijk.
Tijdens de zwangerschap wordt de zogenaamde twintigwekenecho aangeboden. Soms kan deze gebruikt worden om een operatie aan het nog ongeboren kind te verrichten, vaak wordt er misbruik van gemaakt door kinderen met een meer of minder grote afwijking te aborteren. We denken bijvoorbeeld aan kinderen met het syndroom van Down. Het komt voor dat iemand zich over een kinderwagen met een kindje met dit syndroom buigt en zegt: “Dit hoeft in onze tijd toch eigenlijk niet meer voor te komen.” In sommige landen moeten ouders de kosten die aan de verzorging of verpleging van kinderen met het syndroom van Down verbonden zijn, zelf betalen.
Indien de dood nadert, mag het leven ook niet eindeloos ‘gerekt’ worden door middel van ingrijpende, maar medisch zinloze behandelingen. Er dient ook plaats te zijn voor het sterven. Het echte leven is het leven in de vreze Gods, het dienen van God met het hart. Dan betekent sterven afsterven van de zonde en ingaan in eeuwige heerlijkheid.

Ds. A. van Heteren, Urk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen