Zondagsrust: een basisrecht
De vrije zondag is een sociale innovatie die haar weerga niet kent. Veel Nederlanders offeren die gedachteloos op aan commercie en consumptieverslaving. Is dat redelijk? Rust en stilte zijn uiterst kwetsbaar in onze cultuur en samenleving. Zij verdienen daarom publieke bescherming.
Een pleidooi voor zondagsrust stuit op breed onbegrip. Wanneer christenen graag op zondag naar de kerk gaan, waarom mogen anderen dan niet naar een winkelcentrum? Waarom zouden christenen andersdenkenden hinderen met gesloten winkeldeuren op zondag? In het debat over koopzondagen botsen de meningen vierkant op elkaar.
Hoe kunnen wij onze seculiere tijdgenoten het beste dienen?
Benadrukken dat koopzondagen uit den boze zijn en dat met Bijbelteksten staven? Of helemaal niets zeggen, want ons betoog stuit op een betonnen muur van onbegrip. Men gooit toch ook geen parels voor de zwijnen?
Om met het laatste te beginnen: zwijgen is geen optie. Geloven gaat niet op in innerlijke bevinding, maar heeft ook een uitstraling naar het openbare leven, naar alle aspecten van ons leven. Hoe kun je een Bijbels gemotiveerd standpunt over zondagsrust zo verwoorden, dat het onbegrip wat minder wordt?
Dat kan door onszelf en anderen kritisch te bevragen. Is het bijvoorbeeld wel redelijk om de collectieve wekelijkse rustdag op te offeren aan commercie? Zijn we niet verslaafd geraakt aan shoppen en consumeren, zozeer dat zelfs de belangen van winkelpersoneel en middenstanders daarvoor moeten wijken? Wat is de winst aan vrijheidsbeleving voor iedereen – dus niet alleen voor de shoppers, maar ook voor winkelpersoneel en detaillist?
De hoofdstroom van onze cultuur vindt werk belangrijker dan rust.
Productie en consumptie moeten stijgen, anders dreigt werkloosheid.
Bezorgdheid over de toekomst maakt dat we geen ruimte (durven) geven aan meditatie, stilte en rust.
Dit heeft stress en burn-outs tot gevolg. Maakt die gejaagdheid ons gelukkiger? Vanwaar die collectieve blikvernauwing, door alleen te denken in termen van productiviteit, efficiëntie, snelheid, nuttigheid?
Als christenen én seculieren overschrijden we de grenzen die de Tien Geboden aangeven. Deze behoeden voor overschatting van menselijk kunnen en scheppen ruimte voor vrijheid. Het vierde gebod is ook te duiden als een recht op rust en stilte, een fundamenteel mensenrecht.
Want de zondag is bedoeld als een dag van ontspanning, in plaats van inspanning. Het is een dag voor het verdiepen van de gemeenschap, allereerst met God, maar ook tussen mensen – het gezin voorop. Een dag van ont-moeten, om met elkaar de rijkdom van Gods genade te proeven; om samen vrij te zijn van prestatiedwang. Een dag van recreatie tot eer van God en heling van de mens.
De zondagsrust toont dat genieten van het leven een gave is. De toekomst komt niet tot stand door continu te presteren. Dat vraagt vertrouwen op God. Hebben christenen hier niet evenzeer moeite mee als hun seculiere tijdgenoten? Want de tijd is niet van onszelf, het is Gods heden, uit genade gegeven. Als de zondag van óns is, doen we God en anderen tekort. Het is Gods dag die aan ons werk vooraf gaat. We laten ons niet door onze agenda’s en horloges regeren, omdat God de tijden omspant: van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2015
De Banier | 32 Pagina's