Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HIJ KOMT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HIJ KOMT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 49:10b: “Silo komt.”

DEZE woorden zijn door Jacob (Israël), gesproken, toen hij op het punt stona deze aarde te verlaten en opgenomen te worden in heerlijkheid. Door zijn Getrouwe Verbonds-God was vervuld en zal vervuld worden: “Die Hij te voren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd, en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt,” Rom. 8:30. Steeds had Jacob de waarheid van de toezegging Gods ervaren: “Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.” Was Jacobs geloof menigwerf zwak op zijn pelgrims-reis, op zijn sterfbed is het zeer sterk. Geen wankeling of vrees, is daardoor in zijn ziel. O, hemelschen zegen! Onuitsprekelijke weldaad, dat, wanneer de pelgrim de doods-jordaan door moet, hij door het geloof den Koning mag zien in Zijn schoonheid, hij door den verrekijker des geloofs mag inblikken in het vergelegen land nu zoo nabij; het hemelsche Kanaan, zijn eeuwige woonplaats, de plaats der ongestoorde rust.

Jacob is los van het aardsche, van dit leven. Met vrij—en blijmoedigheid zegent en neemt hij afscheid van zijn kinderen. Hij geeft ze over in de hand van Zijnen Genadigen en Getrouwen Verbonds-God, Die een onwaardige Jacob steeds zegende en hem redde uit allen nood. In een profetisch vergezicht, een gezicht dat voor Jacob licht werpt op de gebeurtenissen van vele eeuwen, ontdekt hij den beloofden Immanuël, Zijn Verlosser, Zijn allesbevattende schat; in wiens zalig bezit, hij vroeger al had uitgeroepen: “Dewijl ik alles heb.” Jacob begeert al die gebeurtenissen met zijn nakomelingen niet te doorleven. Hij verlangt naar rust, de hemelsche en eeuwige rust; naar de volmaakte zaligheid in den Hemel. Gedurende het zegenen van zijn zonen, riep hij in sterk verlangen uit: “Op Uwe zaligheid wacht ik, HEERE!” In beginsel op aarde uit en van ellende verlost en de eerstelingen der hemelsche zaligheid genoten, zoo verlangt hij naar de volkomen verlossing en den vollen oogst der zaligheid. Jacob is bereid voor den Hemel; niet in- en door zichzelf, maar in- en door Hem, Wiens komst in het vleesch hij voorspelde. Uit den stam van Juda zal de Slangvertreder voortkomen. De juiste tijd wordt bepaald, gezegd Wie Hij is en wat Zijn werk zal zijn, ja, dat de volkeren der aarde Hem zullen eeren en onderdanig zijn. “De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tusschen zijne voeten, totdat Silo komt, en denzelve zullen de volkeren gehoorzaam zijn.”

Dat Jacob hier op een heerlijk persoon, die meer dan een mensch zal zijn doelt, blijkt uit de voornoemde woorden. Jacob had een heerlijk gezicht van Christus in Zijn Middelaarsvolheid en heerlijkheid. Die Hem zoo leert kennen, kan niet rusten, voor dat hij zulk een hemelschen Schat tot zijn eigendom heeft. Zal getuigen:

“Kon ik u in ’t harte sluiten,
Liefste Jezus, naar mijn zin:
O, Gij kwaamt daar nimmer buiten,
Maar Gij bleeft daar eeuwig in!
Kom dan Heere, woon bij mij,
Dat mijn ziel tevreden zij!”

Jacob noemt Hem, Die te komen staat, en Die de uitziende en op Hem wachtende ziel in Zijn komen ter zaligheid onuitsprekelijk verblijdt: “Silo.” “Silo,” is een van de heerlijke namen van Christus. Een naam, Die ook een uitgestorte olie is, voor de ziel die buiten Christus nergens ware zielerust kan vinden.

Let men op de oorspronkelijke beteekenis van het woord “Silo,” dan worden wij bepaald bij zulk een persoon, die de gerustheid, vrede en overvloed zelf is. Dit kan niemand anders zijn, dan den gegevene des Vaders, vol van genade en waarheid. Welk een gerustheid, vrede en overvloed zou Hij ontvangen en genieten, wanneer Hij na diepe vernedering verhoogd zou worden aan ’s Vaders rechterhand, om vandaar gerustheid, vrede en overvloed mede te deelen aan Zijne menigwerf beroerde en in zichzelf arme volgelingen. Hij zegt Joh. 10:10: “Ik ben gekomen opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben.” O, hoe mild worden zij hier op aarde reeds bij tijden bediend door hun dienenden Jezus, wanneer zij uit de volheid van het gemoed moeten aanheffen:

“’k Ben met rijkdom overladen,
Wereldling ik heb een Schat;
’k Kan mij in de weelde baden,
Die geen wereldling bevat.”

Zeker godgeleerde zegt van het woord: “Silo”: “Vooreerst is de opvatting van het woord ‘Silo’ als eigennaam, in den zin van rustaanbrenger, taalkundig geoorloofd.” Volgens zijn gedachte, kan het ook eenvoudig door “rust” vertaald worden.

Het woord “Silo” in den zin van rustaanbrenger beschouwt, is zeer aantrekkelijk. Zoo had ook Jacob zijn Silo leeren kennen. Reeds te Bethel ontving Jacob een heerlijk gezicht van Christus als de Rustaanbrenger. Hij die op den hemelladder stond, bracht in Zijn groote liefde en ontferming rust, troost en blijdschap in het bekommerde en bedroefde hart van Jacob.

Meer bijzonder leerde Jacob Hem kennen als Zijn Rustaanbrenger te Pniël, alwaar hij worstelend en overwinnend mocht getuigen, daar—“heb ik God gezien aangezicht tot aangezicht, en mijne ziel is gered geweest.” O, die krachtige en overvloedige rust, die de “Silo” een benauwde Jacob daar aanbracht, verdreef alle onrust en benauwdheid, en deed hem onbevreesd zijn broeder Ezau, ja dood en eeuwigheid, tegemoet gaan.

Gedurig mocht Jacob de “Silo” op zijn pelgrimsreis ontmoeten, en—was het niet noodig? De schapen van den goeden Herder, zijn gewoonlijk zoo spoedig verschrikt (Ps. 30), maar dan verschijnt Hij als de “Rustaanbrenger.” Hrj doet den storm bedaren en brengt rust in het beroerde hart (Ps. 107). Gerust gesteld in het midden van de beroerde wateren dezes levens, mogen ze dan wel aanheffen:

“In de grootste smarten,
Blijven onze harten
In den Heer gerust.”

Nu ligt Jacob op zijn sterfbed, maar zijn “Silo” is bij hem; wat zou hem verontrusten? Heerlijk wordt Jacob door Hem bediend, met een voorsmaak van de hemelsche rust. Zalig mag hij door het geloof rusten in Hem, Die de “Kust” Zelf is. Hij ziet zijn “Silo” naar het vleesch voortspruiten uit Juda. Hij ziet Hem komen in de volheid des tijds als de “Rustverwerver” en de “Rustaanbrenger.” Hij roept van zijn sterfbed de gansche bekommerde en uitziende Kerk des Ouden Verbonds bemoedigend toe: “Silo komt!” Na lang wachten, kwam de “Silo.” Hij kwam en werd gevonden in Bethlehems beestenstal, en de herders uit Bethlehems velden, een grijze Simeon die met hemelsch heimwee is vervuld, een oude Anna die nog gaarne wat langer een boodschapster wil zijn van goede tijding, en daarna vele anderen, jubelden in blijdschap des harten: Hij is gekomen; Jacobs Silo is gekomen!

Jacob mocht spoedig, na het uitspreken van voornoemde woorden, den hemelladder beklimmen, en zijn “Silo” gaf hem de eeuwige rust in den Hemel. O, heerlijke en ongestoorde rust, zoo aantrekkelijk menigwerf voor het strijdend, worstelend en zuchtend kind des Heeren, in het midden der ellende hier beneden. Meer dan eens stonden wij aan de groeve der vertering, alwaar de zoete rust des lichaams in het graf en de troostrijke rust der ziel in den Hemel, de ziel verlangend deed werkzaam zijn.

“Silo komt!”

Hij komt bij den dood tot elk onbekeerd zondaar, maar niet als de “Rustaanbrenger.” Alle natuurlijke, valsche en ingebeelde rust, zal Hij dan wegnemen. Allen die niet als vermoeiden en belasten tot Hem kwamen, gaan dan in de plaats der eeuwige onrust en benauwdheid. De rijke man had rust op aarde, maar hoe kort duurde ze. Spoedig was hij in de eeuwige pijn. O, wie zal daarin kunnen rusten? Dan is vervuld: “In smart zult gij nederliggen.” O, dat wereldsche geruste zondaren, dat de gerusten te Sion en de verzekerden op den berg van Samaria, nog eens verontrust werden door Woord en Geest, opdat ze bereid mochten worden voor de rust, die er overblijft voor het volk van God!

“Silo komt!” Heerlijk troostwoord, voor overtuigde, ontdekte en ontbloote zielen, die nergens buiten Christus ware zielerust kunnen vinden en moeten getuigen:

“Want mijn hoofd is als bedolven,
In de golven
Van mijn ongerechtigheen;
Zulk een last van zond’ en plagen,
Niet te dragen,
Drukt mijn schouders naar beneen.
Maar wat klaag ik, Heer der heeren?
Mijn begeeren
Is voor U, in al mijn leed;
Met mijn zuchten en mijn zorgen,
Niet verborgen;
Daar Gij alles ziet en weet.”

Hij roept u, dat bemoedigend Evangeliewoord toe: “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.” O, zalige zielerust in en door Christus, na zooveel onrust, worsteling en strijd! Zalig rusten door Christus met God verzoend, in het Vaderharte Gods, zoo vol van liefde, gunst en leven, voor het naar God hijgende hart.

“Silo komt!” Hij kwam tot u bevestigd volk des Heeren, en in Zijn komen bracht Hij voor u mede, al hetgeen uw tranen droogde en u met blijdschap vervulde. Als de Gertrouwe vervulde Hij Zijn belofte: “Zoo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, en niet achterblijven.” Hij kwam ter bestemder tijd, ter goeder tijd! Dat ge nu voorts, door het geloof in Hem de “Silo” moogt rusten; want de ware zielerust is een geloofsrust. Hebr. 3 en 4.

“Silo komt!” Dat ge, oprecht Sion, in al uw onrust en benauwdheid, in al uw strijd en worsteling, in alle pijn en smart, door het geloof moogt zien op Jacobs Silo. Hij zal na “kortstondig ongeneugt,” het scheepje uwer ziel, zoo menigwerf in gevaar op de beroerde zondewateren dezer wereld, eens veilig doen rusten in de Haven der behoudenis. Heerlijke en eeuwige rust, in het hemelsch Kanaan! “Zalig zijn de dooden die in den Heere (hun Silo) sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeid; en hunne werken volgen met hen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1935

The Banner of Truth | 6 Pagina's

HIJ KOMT

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1935

The Banner of Truth | 6 Pagina's