ONZE KERKORDE

Gelijk er in een huisgezin een goede orde behoort te zijn, alzoo ook in de Kerk des Heeren. Is God een God van orde., Zijne schepselen zullen zich ook aan een goede orde gewennen. Toepasselijk is ook hier: “Gewent u aan Hem, en hebt vrede.” Waar alles ordeloos toegaat, zooals in sommige gezinnen en gemeenten, kan en wil God niet wonen en werken, want het is in strijd met Zijn Woord. Paulus zegt: “Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.” 1 Cor. 14:40.

God heeft der natuur wetten gesteld, opdat ook daarin orde zou zijn: “Hij heeft ze eene orde gegeven die geen van hen zal overtreden.” Ps. 148:6.

De Heere, als de Opperste Wetgever, gaf Zijn wetten aan Israël, opdat er een goede orde zou zijn in de maatschappij en in de kerk. Hield Israël zich aan de door God gestelde orde, Hij zegende land en volk; week men van de gestelde orde af en handelde een ieder naar eigen willekeur, het ging niet goed met Israël, want God week van hen. (Het boek der Richteren.)

Naarmate dat de Christelijke kerk na de uitstorting des H. Geestes uitbreidde, waren de Apostelen werkzaam, door den H. Geest voorgelicht, om een goede orde in de Kerk des Heeren te hebben. Tot dat einde, kwam reeds spoedig de eerste Synode (kerkvergadering) samen, om over een gewichtige zaak te beslissen en eenige regelen van orde vast te stellen. Hand. 15.

Toen de gezegende Reformatie der 16de eeuw, steeds meer en krachtiger doorbrak, hadden onze vaderen, ’s Heeren knechten, ook behoefte om in dienzelfden geest en met hetzelfde doel voor oogen, werkzaam te zijn.

Reeds lang voor 1618-19, van welken datum onze Dordtsche Kerkorde dateert, waren er al onderscheidene groote kerk-vergaderingen of Synodes gehouden, zooals te zien is uit de Geschiedenis der Kerk. In de jaren 1618-19 kwam de groote Dordtsche Synode samen. Zeker is het ons niet onbekend, wat daartoe de aanleidende oorzaak was. Het was een tijd van beroering op kerkelijk gebied. Op deze, door den Heere rijk gezegende Vergadering, werden regelen der kerk herzien, veranderd, verminderd of vermeerderd, naar dat men het voor de kerk oordeelde nuttig te zijn. Onze vaderen hebben hun werk dus niet als onverbeterlijk beschouwd. Tijden en omstandigheden noodzaken soms veranderingen in een Kerkorde aan te brengen.

De Dordtsche Kerkorde werd door de Hervormde Kerk, als regel van het kerkelijk leven aanvaard.

Onder de regeering van Koning Willem I, werd ze op zij gezet en er een Reglement voor in de plaats gesteld, dat voor al de kerken in het rijk als wet zou gelden. Waar de regeering in en over de kerk wilde heerschen, is het niet te verwonderen, dat de goede Dordtsche Kerkorde moest wijken.

Bij de uitwerping en afscheiding die in het jaar 1834 een aanvang nam, werd de Dordtsche Kerkordening weer spoedig in eere hersteld. Ook de Gereformeerde Gemeenten en in Nederland en in Amerika, mogen nog altijd deze Dordtsche Kerkorde als regel van het kerkelijk leven bezitten, hoewel niet elk artikel derzelve meer kan gehandhaafd worden.

Daar de voorgangers in Gods Kerk niet alleen een dienende- maar ook een gezaghebbende macht van Christus ontvingen, zijn zij uit kracht daarvan gerechtigd om regelen van orde voor de kerk vast te stellen. Deze mogen evenwel niet in strijd zijn met de H. Schrift. Deze gezaghebbende macht, blijkt duidelijk uit de Handelingen der Apostelen en hun onderscheidene brieven. Ook uit plaatsen als deze: “Wie u hoort, die hoort Mij, en wie u verwerpt, die verwerpt Mij”; “Wat gij op aarde binden zult, zal in de hemelen gebonden wezen”; “Zoo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade.”

Hoe noodig en nuttig dat leden en ambtsdragers zich gewillig onderwerpen aan de goede orde in de Kerk des Heeren. Zeker schrijver zegt daarvan: “Gelijk de kinderen gehoorzaamheid verschuldigd zijn aan de ouders, Ef. 6:1-3; Col. 3:20; en de onderdanen aan de overheid, Rom. 13:1-7, zoo vordert de Heere ook gehoorzaamheid aan de kerkelijke machten, gelijk blijkt uit Matth. 16:19; 18:18; Joh. 20:21, 23; Hand. 15:27-29; en vooral uit Hebr. 13:7 en 17: “Zijt uwen voorgangeren gehoorzaam en zijt hun onderdanig, want zij waken voor uwe zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig. “Haar gezag draagt echter geen conscientie-bindend, maar wel een kerkelijk karakter. De kerkelijke bepalingen dragen een regelend karakter en binden de consciëntie alleen, in zoover zij aan de Schrift ontleend zijn. Zij is van bindend karakter op kerkelijk terrein en verplicht de leden en ambtsdragers der kerken tot onderhouding.”

Daartoe verzocht en het nut daarvan inziende, willen wij in elk nummer van de “B. der W.”, een of meer artikelen van onze Dordtsche Kerkorde plaatsen. Dat de Heere het zegene!

ARTIKEL 1.

Om goede orde in de gemeente van Christus te onderhouden, zijn daarin noodig: de diensten; samenkomsten; opzicht der leer, Sacramenten en ceremonien; en de Christelijke straf; waarvan hierna zal gehandeld worden.

De Kerkenorde wordt dus in vier deelen verdeeld, welke niet mogen gescheiden worden.

1. De diensten. In de Kerk des Heeren zijn onderscheiden diensten, door de ambtdragers verricht. Paulus spreekt van zijnen “dienst”, die hij van den Heere Jezus ontvangen had. Hand. 20:24.

2. De samenkomsten. Hier worden niet bedoeld de gewone bijeenkomsten onder het Woord, maar de samenkomsten van kerkeraad, particuliere en nationale of generale synode.

3. Het opzicht der leer, sacramenten en andere ceremonien. Het opzicht omtrent de leer is zeer noodzakelijk. De zuivere leer is de grondslag der kerk. De Oudtest. ceremonien worden hier niet bedoeld, maar de kerkelijke ceremonien of plechtigheden in den eeredienst.

Wordt vervolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen