KERKORDE

Der Dienaren ambt is, in de gebeden en bediening des Woords aan te houden, de Sacramenten uit te reiken, op hunne medebroeders, Ouderlingen en Diakenen, mitsgaders de Gemeenten goed acht te nemen, en ten laatste met de Ouderlingen de Kerkelijke discipline te oefenen, en te bezorgen dat alles eerlijk en met orde geschiede.

Van den ambtelijken arbeid der Dienaren, wordt in dit artikel gehandeld. Deze is van geestelijken aard en zeer uitgebreid. Slechts in beknopten zin daarop gewezen:

1. De dienst der gebeden en des Woords. In verborgen en openbaar gebed, zal de dienaar des Woords gedurig, met de onderscheidne behoeften, tot Gods genadetroon gaan. Gods knechten zullen veel in het gebed zijn. Alle zegeningen en zegen moet van Boven komen. Elk der Dienaren zal als een Samuel zijn, van wien wij lezen:

Ook was Samuel,
Op Gods hoog bevel,
Biddend voor Zijn volk,
Als eer hemeltolk;
Hij en meer
Riepen tot den HEER,
Die met gunstig ooren,
Hun geroep wou hooren.

Een biddend predikant zal ook zeker een goed leeraar zijn. Hij zal volharden in den Dienst des Woords, overeenkomstig zijn roeping. Een godzalig leeraar schreef eens: “Een Dienaar des Woords, moet gedurig bezig zijn in gebed, studie en prediking.”

2. De dienst der Sacramenten. We denken hier om de twee sacramenten van Doop en Avondmaal. Die zullen ze volgens de instelling van Christus bedienen en de gemeente des Heeren de rechte beteekenis daarvan doen verstaan.

Geen Dienaar des Woords bediene het H. Avondmaal des Heeren, zooals thans in vele kerken geschiedt—zonder tafel en beker. De insteller Jezus, zal daar Zijn goedkeuring nooit op doen rusten. Het ware Sion heeft ook een afkeer van dat herbergachtige in den dienst Gods. Zeker z.g.n. gereformeerd predikant sprak eens, nadat de bekertjes met wijn onder de leden waren uitgedeeld: “Laten wij allen drinken.” Hoe kon hij ook zeggen, volgens de heilige instelling: “Drinkt allen daaruit.”

3. Opzicht hebben over ambtsdragers en gemeenten. Gelijk een vader in een gezin, zoo zal de Dienaar des Woords steeds zijn wakend en zorgend oog laten gaan over zijn medebroeders, Ouderlingen en Diakenen, en bemoedigen, vermanen, opwekken en bestraffen, zooals noodig zal zijn. Zijn wakend en zorgend oog zal gaan over de gansche kudde aan zijn zorg toebetrouwd, ja, over al de gemeenten, als openbaringen van het lichaam van Christus, om het goede daarvoor te zoeken.

4. Uitoefening der kerkelijke tucht. In het artikel staat: Met de Ouderlingen de Kerkelijke discipline te oefenen.

De Dienaar des Woords ontving den sleutel des Koninkrijks uit de hand des Konings, om in de prediking des Woords, het Koninkrijk Gods te ontsluiten voor de geloovigen die in de waarheid wandelen, en het toe te sluiten voor onbekeerden en ongeloovigen; maar met de Ouderlingen der gemeente ontving hij ook den tweeden sleutel om de kerkelijke tucht uit te oefenen over hen die in een weg van afwijking wandelen en in hardnekkigheid weigeren zich van hun zonden te bekeeren. Wel mag, ook ziende op dat werk, gezegd worden: “Wie is tot deze dingen bekwaam?” Evenwel zal hij, onder biddend opzien tot den Heere, ook dezen dienst getrouwelijk uitoefenen.

(Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen