Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SAMENSPRAAK TUSSCHEN WAARHEID EN GERECHTIGHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMENSPRAAK TUSSCHEN WAARHEID EN GERECHTIGHEID

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(vervolg)

Ger.: Hoe bijzonder is de Zoenborg en Zijn werk onder het Israël des Ouden Verbonds afgebeeld door de priesters en hun werk in tabernakel en tempel. Zoo kreeg dat Israël kennis van Hem, Die in de volheid des tijds door de Vader in de wereld is gezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen die onder de wet waren verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden, Gal. 4:4, 5.

Toen de Zoenborg op aarde was, zien we Hem steeds leven verwerven en boeten voor de zonden van zondaren, en dat bijzonder op het einde van Zijn leven. Daarop ziende getuigt Paulus: “Want God was in Christus de world met Zichzelf verzoenende, hare zonden haar niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.” 2 Cor. 5:19.

Waarh.: Onze Dordtsche vaderen hebben daar het volgende van gezegd: “Deze dood des Zoons Gods is de eenige en volmaakte offerande en genoegdoening voor de zonden; van oneindige kracht en waardigheid, overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden der gansche wereld. En deze dood is daarom van zoo groote kracht en waardigheid, omdat de persoon, die denzelven geleden heeft, niet alleen een waarachtig en volkomen heilig mensch is, maar ook de eeniggeboren Zone Gods, van eenzelfde eeuwig en oneindig wezen met den Vader en den Heiligen Geest, zoodanig als onze Zaligmaker wezen moest.” enz.

Ger.: Allen die de waarheid Gods liefhebben zijn van harte met deze leer vereenigd, maar helaas! velen hebben die verworpen en bestreden.

Waarh.: Juist! Ik denk om die duzienden Remonstranten ten tijde van de Dordtsche Synode. De aanhangers van Arminius geloofden de leugen liever dan de waarheid. Zoo was het ook in Jezus dagen. De menschen hadden de duisternis liever dan het licht.

Dat geslacht is nog niet uitgestorven. Het is zelfs welig voortgeteeld. Dat verbasterd christendom is veel vruchtbaarder dan de zuivere Kerke Gods. Het telt thans zijn millioenen. Let men op zoovele groote christelijke partijen in dit land, in welke leerstellingen hunner godsdienst ze ook verschillen, daarin zijn ze een: een algemeene verzoeningsleer, Jezus heeft voor alle menschen geleden en voor allen den dood gesmaakt, en heeft de mensch een vrijen wil om de zaligheid aan te nemen of te verwerpen.

Vele christelijke boeken worden thans uitgegeven, maar hoe droevig dat men in de meeste den fijngesponnen draad van het Remonstrantisme duidelijk kan ontdekken.

Ger.: Ja, en gelijk het vroeger was zoo is het nog, men meent dat zulk een dwaalleer grond vindt in de H. Schrift. Men beroept zich op 1 Joh. 2:2: “En Hij is eene verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der geheele wereld”; op Hebr. 2:9: “Opdat Hij door de genade Gods voor allen den dood smaken zoude”; en op diergelijke plaatsen.

Waarh.: Indien deze menschen biddend nauwkeurig acht gaven op de meening des Geestes in de H. Schrift en Schrift met Schrift vergeleken, zoo zouden ze niet in dwaalleer vervallen.

Johannes heeft nooit een algemeene verzoening geleerd, hetwelk duidelijk is uit den geheelen Brief in vergelijking met het Evangelie dat hij schreef. Duidelijk leert hij wie kinderen Gods zijn en dat die de zonde doen uit den duivel zijn, en in hoofds. 10 van zijn Evangelie haalt hij de woorden van Jezus aan, waarin hij doet zien dat er een onafscheidelijk verband is tusschen de verwerving—en de toepassing der zaligheid: “Ik stel Mijn leven voor de schapen,—en ik geef hun het eeuwige leven, en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijne hand rukken.”

Het was Johannes tot blijdschap, dat Christus niet alleen een verzoening was door Zijns Zelfs offerande voor het volk van God aan hetwelk hij schreef, maar ook voor al het volk des Heeren dat ooit in de wereld zou zijn, of voor hen die de Heere uit alle volken, talen, geslachten en natiën, zou roepen tot Zijne zalige gemeenschap.

Wat de woorden van Paulus aangaat, is het duidelijk uit het verband, dat Christus voor al ’s Heeren kinderen den dood smaken zou, en voor die alleen.

Christus heeft waarlijk alleen voor Zijne Gemeente, voor Zijne schapen, voor de gegevenen des Vaders, Zijn bloed ter verzoening gestort. Die liggen ook alleen in Zijne Hoogepriesterlijke bede begrepen (Joh. 17).

Terecht hebben onze Dordtsche vaderen geleerd: “Deze leer (der algemeene verzoening) strekt tot versmading van de wijsheid des Vaders en van de verdienste van Jezus. Christus, en strijdt tegen de Schrift; want zoo zegt de Zaligmaker: Ik stel Mijn leven voor Mijn schapen; en: Ik ken dezelve, Joh. 10:15, 27. En de profeet Jesaja zegt van den Zaligmaker: Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zoo zal Hij zaad zien; Hij zal de dagen verlengen en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan, Jes. 53:10. Eindelijk stoot zij om het artikel des geloofs, waramede wij gelooven de algemeene Christelijke Kerk.”

Ger.: Ik kan het begrijpen, dat u als Waarheid, tegen zulk een leugenleer te velde trekt. Allen die uit de waarheid zijn, zullen ze helpen veroordeelen.

Ik moet als Gerechtigheid, ze ook als onrechtvaardig veroordeelen. Als de aanhangers van een algemeene verzoeningsleer gelijk hebben, dan ontdek ik veel dat in strijd is met de gerechtigheid.

1. Het is dan niet rechtvaardig, wanneer er een ontelbare schare van menschen verloren gaat, waarvoor Jezus in liefde heeft geleden en den bitteren kruisdood is gestorven.

2. Het is dan niet rechtvaardig dat het evangelie aan zoovele volken is onthouden, waardoor alleen zondaren kunnen komen tot de kennis van Christus en de zaligheid.

3. Dan houdt de Heere Zich niet aan Zijn gesproken woord, en zou dat rechtvaardig zijn?

4. Het is dan niet rechtvaardig, dat God zoovele zondaren in hun zonden laat omkomen en hen eeuwig in Zijnen toorn zal straffen.

Zal een liefhebbend en rechtvaardig vader zijn ondeugend kind nu om het bedreven kwaad straffen en het jaren later nog eens doen? Volgens de leer van voornoemde dwalenden, heeft God al de zonden van alle menschen (dus ook de zonde van ongeloof) gestraft in den Borg Christus, en heeft Hij voor allen een eeuwige gerechtigheid ter verzoening aangebracht, en gaat God dan later dezelfde zonden nog eens straffen en dat tot in eeuwigheid. Dit alles is in strijd met de Goddelijke gerechtigheid, en zou ik daar niet voor ijveren?

Volgens de Gereformeerde leer, heeft Christus alleen voor de gegevenen des Vaders uitverkoren ten eeuwigen leven, verzoening aangebracht door zijn heerlijke zoenofferande aan het kruis volbracht, en kan ik daarin niet de minste onrechtvaardigheid ontdekken.

Goddelijke gerechtigheid zie ik schitteren, als die gegevenen aan den Zoon op grond van Zijne offerande eeuwig behouden worden; Goddelijke gerechtigheid zie ik schitteren wanneer de anderen vanwege hun moed- en vrijwillige zonden de eeuwige straf deelachtig worden.

Waarh.: Ik ben blij, geliefde Vriend, dat we als Waarheid en Gerechtigheid, steeds hetzelfde gevoelen en bedoelen en dat zoowel in het voor- als het onderwerpelijke.

U zult het ook met mij hierin eens zijn, dat allen waarvoor Christus verzoening en zaligheid heeft verworven, in der tijd onderwerpen worden die door den H. Geest zullen hongeren en dorsten naar de verzoenende gerechtigheid van Christus, opdat ze die dadelijk geschonken en toegepast, vrede met God zullen genieten.

Het gaat allen als den verloren zoon uit de gelijkenis. Ze worden er door Gods overtuigenden Geest aan ontdekt, dat ze zich uit God hebben gezondigd, dat er een vreeselijke kloof tusschen God en hunne ziel is, dat ze met hun tranen en gebeden, met hun plichten en deugden, met al hun beweeg- en zoenoffers, God niet kunnen voldoen en zich in een verzoende betrekking met God kunnen brengen.

Ontdekken ze, door de hemelsche onderwijzingen, in het Evangelie Christus als de Zoenborg en Middelaar, zoo ontstaat hongeren en dorsten naar Hem en Zijne gerechtigheid. Daardoor alleen kunnen ze aan de Goddelijke eischende gerechtigheid voldoen en in vrede met God komen. In zulk een weg wordt de zaligheid ook toegepast volgens de wonderlijke huishouding der genade. Dat daar vele blinde oogen voor geopend werden!

Hoe zou nu dat hongeren en dorsten kunnen ophouden, hoe zou zulk een ziel mogen rusten, totdat ze dadelijk en ondervindelijk door het geloof Christus en Zijne gerechtigheid omhelsd, daardoor in verzoening en vrede met God is gebracht? Zoo ging het Saul van Tarsen in de straat De Rechte, en kon hij getuigen: “Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus.”

Door de verzoenende gerechtigheid van Christus wordt een schuldig en heiwaardig zondaar in God hersteld, ontvangt vergeving van alle zonden en mag dan met blijdschap aanheffen, zooals nog kort geleden een pelgrim op haar ziekbed daartoe verwaardigd werd:

’k Bekend’, o HEER, aan U oprecht mijn zonden;

’k Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden:

Maar ik beleed, na ernstig overleg,
Mijn booze daan; Gij naamt die gunstig weg.
Dies zal tot U een ieder van de vromen,
In vindenstijd, met ootmoed smeekend, komen;
Een zee van ramp moog’ met haar golven slaan,
Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan.

Wordt vervolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

The Banner of Truth | 6 Pagina's

SAMENSPRAAK TUSSCHEN WAARHEID EN GERECHTIGHEID

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

The Banner of Truth | 6 Pagina's