Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET HEILIG AVONDMAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET HEILIG AVONDMAAL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Cor. 11:23-26.

“Want ik heb van den Heere ontvangen hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht in welken Hij verraden werd, het brood nam, en als Hij gedankt had, brak Hij het en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam dat voor u gebroken wordt: doet dat tot Mijne gedachtenis. Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker na het eten des Avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het nieuwe Testament in Mijn bloed: doet dat, zoo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijne gedachtenis. Want zoo dikwijls als gij dit brood zult eten en dezen drinkbeker zult drinken, zoo verkondigt den dood des Heeren totdat Hij komt.”

Met de hulp des Heeren zullen wij trachten, iets te schrijven over het Heilig Avondmaal des Heeren.

Wat heeft de Heere toch in alles voorzien in betrekking Zijn volk, zooals ze hier in dit strijdperk nog wandelen door geloof en niet door aanschouwen. Ze zijn nog uitwonende van den Heere, inwonend in het vleesch, en hier nog weer zoo gedurig geneigd het vleesch, de wereld en satan toe te vallen. (Lees Rom. 7.) O! dan zinkt het geloof weer in, de hoop vermindert en de liefde verkoudt. En was het dan niet, dat de groote Hoogepriester Christus leefde aan ’s Vaders rechterhand als Voorbidder ten goede voor Zijn volk, ons geloof hield op. De Heere sprak tot Petrus: “Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude.”

Alleen door Zijn kracht en voorbidding, gegrond in Zijn volmaakte zoenofferande, kunnen wij bewaard blijven tot de zaligheid; en dat door het geloof, gewerkt en versterkt door de werking des H. Geestes.

De middelen die God gebruiken wil ter versterking des geloofs, zijn: Zijn Woord en in het bijzonder de Sacramenten als een zichtbaar Evangelie.

De Heilige Doop geschiedt maar eens, daar zij aan al de uitverkorenen, door de werking des H. Geestes, beteekent en verzegelt, het bad der wedergeboorte in Christus Jezus naar het welbehagen des Vaders; en is ook een sacrament der inlijving in het geopenbaarde lichaam des Heeren of der Kerke Gods hier op aarde, dat maar eens geschieden kan. Het Avondmaal is een sacrament van voeding en moet naar het bevel en de instelling des Heeren, gedurig bediend worden.

In de natuur wordt immers een kind maar eens geboren, doch het moet telkens gevoed en steeds onderhouden worden, daar God het alzoo gesteld heeft, n.l. om stof met stof middelijk te onderhouden. God houdt dezelfde weg in het geestelijke.

Het is te begrijpen, dat een natuurlijk doodgeboren kind geen voedsel noodig heeft. Er is geen honger noch dorst, want het is dood. Ook dit beeld kunnen wij nemen in het geestelijke. Wij zijn allen in Adam ons verbondshoofd geestelijk doodgeboren kinderen, voorwerpen van Gods toorn reeds van het uur onzer ontvangenis af. De mensch heeft van nature geen belang in eenig geestelijk voedsel, want hij is dood door de misdaden en de zonden. Er is niemand die van nature God of Christus gevoelig mist noch naar de gemeenschap Gods verlangt. Zal dit er zijn, zoo is eerst noodig der goddelijke natuur deelachtig te worden, door de werking des H. Geestes. Daarom zullen wij de beteekende zaak des H. Doops deelachtig moeten worden, n.l. een nieuw leven, zullen wij geestelijk voedsel noodig hebben, en ook geestelijk eten en drinken het verbroken lichaam en vergoten bloed des Heeren. Missen wij dit, dan onderscheiden wij het lichaam des Heeren niet en eten en drinken wij onszelven een oordeel. Wij vreezen, dat voor een groot deel een oordeel der verharding en een geest des diepen slaaps is gekomen over hen die het H. Avondmaal schrikkelijk misbruiken. Het Avondmaal is heilig, dewijl het door een heilig God is ingesteld en alzoo ook alleen door de geheiligden heiliglijk gebruikt moet worden, tot de verheerlijking Gods en de zaligheid onzer ziel.

Wij zullen dan verder iets schrijven, over den Insteller van het H. Avondmaal, deszelfs beteekenis, waartoe ingesteld en voor wien.

De insteller van het H. Avondmaal is den Heere Jezus Christus. De Borg en Middelaar voor alle de uitverkorenen. Hij Die van eeuwigheid met Zijn hart Borg geworden is bij den Vader en met eene offerande in eeuwigheid volmaakt heeft degenen die geheiligd worden. Hij leeft, en is dood geweest, en leeft nu tot in alle eeuwigheid. Hij is gegeven tot een Hoofd boven Zijn Gemeente, opdat zij zal leven door en uit Hem naar het welbehagen des Vaders, door den Heiligen Geest Die haar wordt gegeven. Niemand kan zeggen Jezus den Heere te zijn, dan door den H. Geest!

De tijd der instelling was de laatste nacht van Jezus leven in welke Hij verraden werd. Toen is het Pascha des Ouden Verbonds in het H. Avondmaal overgegaan. Het Pascha, in den laatsten nacht van Israëls verblijf in Egypte door den Heere ingesteld voor Mozes en het gansche Israël, had dezelfde beteekenis, maar was ceremonieel en schaduwachtig. Toen het ware Paaschlam Christus geslacht werd, moesten alle schaduwen, typen en voorbeelden verdwijnen. Zoo gaat het ook in de bedeeling der genade in de zielen van Gods volk. Als Christus een gestalte in de ziel verkrijgt en door het geloof gekend en omhelsd wordt, dan verliezen wij den grond uit al onze gestalten, ja, uit onze geheele bekeering; en Christus wordt alleen de verdienende en verwervende oorzaak onzer eeuwige zaligheid. Alle beloften Gods zijn in Hem ja en amen.

O Geliefden! dan wordt onze wedergeboorte en bekeering vrucht en verdienste van Hem en uit Hem, en is er geen verdienstelijkheid voor Hem. Hij is alles voor al de Zijnen, het wordt door de H. Geest in hen geopenbaard, en door het geloof aanvaard. Deze zaak wordt ons ook helder voorgesteld in het H. Avondmaal des Heeren. “Tenzij dat gij het vleesch van den Zoon des menschen eet en Zijn bloed drinkt, gij hebt geen leven in uzelven.” Joh. 6:53.

Het heeft de Vader behaagt, dat in Hem al de volheid wonen zou. God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hunne zonden hun niet toerekenende. Het werk des H. Geestes in de harten der uitverkorenen en geroepene heiligen, is geheel overeenkomstig den wil des Vaders en des Zoons. Het zal daarom niet anders kunnen zijn dan een nederwerping van alle hoogten in onze harten, die zich daarin verheffen tegen de kennis van God en van Christus, opdat ze alleen in Hem zullen roemen, zooals Hij geschonken is van den Vader tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing. Buiten Christus is er geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Wie Hem vindt, vindt het leven en trekt een welgevallen van den Heere.

Het Avondmaal predikt ons de noodzakelijkheid der vereeniging met Christus. Die den Heere aanhangt is één geest met Hem. Die den Geest van Christus niet heeft die komt Hem niet toe, en staat nog buiten Zijne gemeenschap en de gemeenschap met den Vader. Dan zijn we nog in het vleesch en kunnen Gode niet behagen.

BANIER DER WAARHEID

REDACTIE, HOLLANDSCH:

Ds. J. Van Zweden

131 Park Place

Passaic, N. J.

REDACTIE, ENGELSCH:

Mr. A. Breeman

245 Brown Avenue

Paterson, N. J.

ADMINISTRATIE:

Mr. H. Drost

208 East 7th Street

Clifton, N. J.

De teekenen in het Avondmaal zijn brood en wijn, om door den H. Geest te beteekenen en te verzegelen de volmaakte offerande van Jezus Christus, Die door Zijne voldoening een eeuwige verzoening heeft teweeggebracht voor al de uitverkorenen, alsmede de daaruit vloeiende vergeving der zonde en het eeuwige leven.

Het eten van het brood en drinken van den wijn wijst ons op het geloovige afzien van alle andere dingen of personen, en van alle eigen werken en waardigheid; om als een hongerende en dorstende naar Christus en Zijn gerechtigheid in Hem gevonden te mogen worden, en Zijn eigendom te zijn voor tijd en eeuwigheid. Dan belijdt men midden in den dood te liggen, doch roept men uit: “Heere, tot Wien zullen wij anders henengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.” Dan gevoelt men de noodzakelijkheid om niet alleen Zijne weldaden deelachtig te worden, maar ook om met den Persoon van Christus vereenigd te worden in een geestelijk huwelijks-verbond, om alzoo door Hem te leven en in Hem te wandelen. Dit is eene plant met Hem te worden in de gelijkmaking Zijns doods en opstanding, en in hope met Hem verheerlijkt. Ook komt men dan in een verbond en geeft men den Heere de hand, om dat Lam te volgen waar het ook henen gaat.

Hier wordt wel eens iets van het heilgeheim ontsloten, dat al de verdrukkingen in dit leven enkel genade zijn. Ja, ook den dood, die door Christus (Die den vloek heeft gedragen) geen betaling meer is van de schuld, maar een afsterven van de zonde en een doorgang tot het eeuwige leven. Vleesch en bloed onderwerpt zich dezen weg nooit. De strijd tusschen vleesch en geest blijft hier ten einde toe; doch deze strijd is niet de onze maar des Heeren. Wij zijn meer dan overwinnaars, o volk! maar alleen door Hem Die ons heeft liefgehad en Zichzelven voor ons heeft overgegeven.

Het Avondmaal is ingesteld tot versterking des geloofs. Hij roept alle vermoeiden en belasten toe: Verkondigt Mijnen dood totdat Ik kom. Als Hij komt zal Hij hen voor eeuwig vrijmaken, doch hier blijft het door het geloof te leven. Alhier is het weer gedurig noodzakelijk, om als een amechtige die zich nog midden in den dood bevindt, in Zijnen dood het leven en den vrede te vinden, en in hope zalig te zijn. O, mochten wij dit raadsel nog eens verstaan, dat nooit geen Filistijn zal kunnen verklaren en uitvinden: “Spijze ging uit van den eter, en zoetigheid ging uit van den sterke.” Er is hulp besteld bij een Held.

Voor wie is nu het Avondmaal ingesteld en wie zijn de rechthebbenden?

Een kerkelijk recht hebben alle belijdende leden der kerk, die overeenkomstig hun belijdenis wandelen. Er zijn twee sleutelen van het Hemelrijk, waardoor geopend en gesloten moet worden. De eene sleutel is de verkondiging van het H. Evangelie, en de tweede is de Christelijke ban. Deze laatste gaat over de uitwendige belijdenis en den wandel. Is daar niets op te zeggen, dan kan men niet van het Avondmaal weren. Zoo ja, dan moet het Avondmaal vóór deszelfs bediening, ontzegd worden.

De andere sleutel is de prediking van leven en dood, naar den eisch en de zin en meening van Gods Woord. Dit laatste gaat over het inwendige ziele-leven voor God. Het Avondmaal te gebruiken of niet, is een persoonlijke zaak tusschen onze ziel en den Heere.

Veel misleiding is er ook in deze gewichtvolle zaak, in deze donkere dagen. Men doopt op veronderstelde wedergeboorte. Men gaat belijdenis doen op veronderstelling en in de meening dat men een kind Gods is. Men is zonder de minste geestelijke kennis van God, Christus en zich zelf, omdat men den Geest van Christus mist. Zoo gaat men Avondmaal houden in een weg van plicht en gehoorzaamheid. Men slaapt doodelijk gerust in om strak vreeselijk te ontwaken wanneer het te laat is, en met de dwaze maagden voor eeuwig buitengesloten te worden.

O, geliefde lezer! laten we toch op zulke zandgronden onze kostelijke zielen niet bedriegen voor die groote en ontzaglijke eeuwigheid. De Heere maakt Zelf een seperatie in Zijn Woord: In Jes. 55:1 worden alle hongerigen en dorstigen genoodigd; in Matth. 11:28 de vermoeiden en belasten; en in Jes. 29:19 de behoeftigen onder de menschenkinderen. Dus is het niet voor hen die zoo tevreden zijn met zich zelf en zich zoo gehoorzaam rekenen. Het is voor hen die zich zelf midden in den dood bevinden, doch daaronder zuchten, omdat zij het eens geworden zijn met God tegen zichzelven.

Wordt vervolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1939

The Banner of Truth | 16 Pagina's

HET HEILIG AVONDMAAL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1939

The Banner of Truth | 16 Pagina's