Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE HEERE REGEERT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HEERE REGEERT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door

PETRUS BROES

GOD regeert.

Laat mij, geschraagd door een waarheid die zooveel troost bevat, alles wachten, gemoedigd wachten, wat er komen kan.

De wereldheerscher is mijn Vriend, mijn Bondgenoot, mijn Vader. Buiten de uitdrukkelijke toelating van Hem, Die den geest formeert in het binnenste des menschen, zal niemand de hand aan mij leggen om mij kwaad te doen. De duivelen ook gevoelen de knellende banden, waaraan zij liggen. God regeert in de hel zoowel als in den hemel en op de aarde. Gods engel legert zich rondom mij, en door den kring dien hij om mij slaat, dringt niemand heen op eigen goeddunken; zonder de uitdrukkelijke vergunning van Hem, Die mij omringt. Mijn God, de Wereldheerscher weet, door een wenk, Labans toorn te stillen en Ezaus wraaklust. In den hoogsten nood weet Hij redding te beschikken. De Allerhoogste geeft maar een wenk, en millioenen middelen, millioenen schepselen, bieden zich eenstemmig aan.

Onschatbare veiligheid waarin ik leef! De Wereldheerscher is mijn Vriend. Als David, door Saul omsingeld aan allen kant, uit dien hoogsten nood gered moet worden, dan schikt God aan Saul een bode toe: Op Saul; naar elders! geen oogenblik uitstel! de Filistijnen over uw land!

De God van David leeft, en geloofd is Die Rotssteen! Aan Hem Die alles regeert, laat ik met betrouwen al mijn toekomstig lot over. In welke handen? Bemoedigend uitzicht! in Gods hand. Niet in eigen hand, niet in de hand van mijnen grootsten begunstiger onder de geschapene wezens. Neen! in de hand van Hem, Die èn Wereldheerscher èn mijn Vader is.

Majesteit! Wereldheerscher! zoo ooit de trek van mijn hart, al was het maar een graad hooger rijzen wil, om, of iets te ondernemen zonder U, of U een perk te stellen, een regel voor te schrijven omtrent toekomende bestellingen of U te bedillen over de uitkomsten, die Gij besteldet:—Majesteit! druk, bidde ik, die neiging neder, zoodra zij opkomt. Houd mij op mijn plaats, aan de voetbank. Laat mij vooruit genoegen nemen in alles wat God, de Wereldheerscher, over mij, voor het overschot mijner dagen, mocht bescheiden hebben.

Vraagt God mij: Zal het wel zijn, wanneer uwe beproevingen merkelijk zullen toenemen, of zulke wegen die u nog vreemd zijn, u ontmoeten zullen? Zal het wel zijn, wanneer ik een of meer van uw liefste panden u ontnemen, en u toeroepen zal: Offer mij het allerdierbaarste! zal dat wel zijn? Laat mij antwoorden: Heere, het zal wel zijn. Met tranen in mijne oogen zeg ik nu reeds: Zulk een weg ook zal met Uwe Verbondsliefde niet strijden. Kan het zijn, laat zulk een beker voorbij gaan; Uw wil echter geschiede. En schoon ik thans die ondersteuning niet gevoel, die ik, in beproevingen van zulk een aard zou noodig hebben, verwacht ik echter de hulp van U ter bekwamer tijd, en, over het geheel, Wereldheerscher! doe met mij, wat in Uwe oogen goed is. Mijn geloof roept, terwijl mijn vleesch en bloed bitter schreien: Heere! het zal wel zijn, volledig wel.

Vraagt God mij: Zal het wel zijn, als ik u spoedig aflos van uw post en strijd op aarde? Laat mij antwoorden: Ja Heere! het zal wel zijn. De aarde is mij niet zoo begeerlijk dat ik uitstel van rust verzoeken zou. Ik draag U, ja, de betrekkingen voor, die ik op aarde heb, en het aandenken aan hen maakt mijn hart wel week; ik gevoel die banden; maar tevens weet ik, dat Gij mij niet noodig hebt om hen die mij zoo dierbaar zijn, te verzorgen.

Vraagt God: Zal het wel zijn als Ik u nog een reeks van jaren in den stand der uitwoning laat blijven? Laat mij antwoorden: Ja Heere! ook dat zal wel zijn. Uw wil geschiede. Op Uw bevel omhelze ik blijmoedig uitgebreider gelegenheid ter vergoeding van het treurig eertijds. Mijn einde kome geen oogenblik vroeger, dan Uwe wijsheid de bepaling maakte. Maar een beding voeg ik er bij: Uw oog vergezelle mij. Dan zal alles wel zijn, uitnemend wel. God regeert, Hij zal regeeren.

God regeert. Die bedenking moet mij op den duur gemeenzaam zijn; bij mijn zitten, bij mijn opstaan, bij mijn nederliggen, in alle mijne ontmoetingen. Bij elke smartelijke behandeling door de menschen aangedaan, kome bij mij die gedachte op: God regeert. Ik moet met David denken: De Heere heeft het hem gezegd. Ik moet dat denken in een zin, die, schoon die de schuld des beledigers niet wegneemt, noch de heiligheid des heiligen Wereldheerschers te na komt, evenwel geschikt is, om mijn hart te dekken tegen verkeerde bewegingen.

De Heere regeert. Duizendmaal moet ik die waarheid aan mijzelven, die helaas! zoo vergeetachtig ben, opnieuw herinneren. Duizendmaal moet ik aan mijzelven vragen: Ziel, gelooft gij, dat God regeert? Vaak is uw aandacht, door verbijstering, afgetrokken van die waarheid: God regeert.

God regeert. Zoo verwacht ik uit die hand de stipte vervulling van alle de beloften, die er liggen ten behoeve van Jezus’ Kerk. Er zal, ja, tot zuivering van het ontglansde Sion, een ure van verzoeking, van zware verzoeking, komen; maar alles zal aan Sions belangen dienstbaar zijn. God zal matigen, dragen en redden. De Wereldheerscher, Die, negentien eeuwen geleden, de vervolging der Christenen in het Joodsche land (een vervolging aangericht, om het pasgeboren Christendom in de wieg te smoren), juist aan de uitbreiding van het Kruisevangelie dienstbaar maakte, en Die nu door een reeks van eeuwen de Kerk geschraagd heeft, zal ook dan licht scheppen uit de duisternis. Heidenen en Joden zullen toevloeien, uitgelokt door den glans van een gereinigde Christenschaar. O, wie, wie zal leven, als God dat doen zal! Wat al omwendingen, vreemde gebeurtenissen, ongedachte uitkomsten, zullen er verschijnen, eer men aan het slot der eeuwen, bij de wederoprichting aller dingen, zeggen zal: Nu is er geen tijd meer. Zoodra ik denk: God is belover en God regeert, dan verwacht ik alles, en op dien grond zal ik bij mijn vertrek uit deze wereld, mijn bezwijkend hoofd en hart gerust nederleggen. Dit is mijn waarborg: God regeert.

Wat de koningen der aarde, door de drijfveeren van staatszucht aangezet ook beramen mogen, ze zijn wetens of onwetens, willens of onwillens, dienstbaar om het Goddelijk plan over de Kerk besteld, te helpen uitvoeren, uitvoeren soms geheel tegen hun oogmerk. Toen Cyrus Babel bemachtigde, dacht hij weinig, dat hij de bestemde was om Juda uit Babel te doen wederkeeren naar het heilig land; ja, hierdoor de verschijning van het heil der wereld in het bestemde Kanaan te bevorderen, en hierdoor dienstbaar te zijn aan een uitkomst waarover ieder, die behouden wordt, de eere aan God zal geven tot in aller eeuwen eeuwigheid.

God regeert. Bezie ik al de verwarringen die er thans in de wereld zijn, hoor ik van de oorlogen, van geruchten van oorlogen, alles in beweging, de diepe raadslagen der gekroonde hoofden, de mogelijke gevolgen daarvan, dan wordt mijn hart beroerd, dan vraag ik met verlegenheid: Wat zal dit zijn? Maar, wanneer ik bedenk: God regeert; dan wordt mijn hart bedaard, dan verdwijnt de grootste vorst bijna tot niet in mijn oog. Dan denk ik: Een wenk van den troon des Wereldheerschers nedergedaald, neigt alle besluiten ten goede, of maakt ze tot zotheid. Jehova vernietigt den raad der Heidenen, Hij breekt de gedachten der volken; maar Zijn raad bestaat in eeuwigheid; de gedachte van Zijn hart van geslacht tot geslacht. Zoo roep ik, terwijl de geruchten van rondom ontzetting baren; zoo roep ik: God regeert; Hij zal Zijn almacht toonen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1940

The Banner of Truth | 16 Pagina's

DE HEERE REGEERT

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1940

The Banner of Truth | 16 Pagina's