Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN MEMORIAM, DS. G. H. KERSTEN, 1882–1948

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN MEMORIAM, DS. G. H. KERSTEN, 1882–1948

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Kersten is gestorven, toen dit bericht tot ons kwam ontroerde het ons allen. Het is niet om te gelooven, telkens nog ziet ge hem voor u, hoort ge hem, en toch, onze geliefde Ds. Kersten is niet meer, God haalde hem thuis.
Wat een slag en een gemis, o wat is de beproeving zwaar, een dag der rouwe voor familie, Neerland’s Kerk, en ook voor Amerika.
Onze gedachten gaan uit naar de weduwe en de kinderen, wij denken aan de jongste dochter met haar man hier in Amerika, het mocht hun gegeven worden Gode te zwijgen, de Heere mocht hen troosten, onze Ds. Kersten is de strijd te boven.
Maar wat is het genade te zwijgen in zulk een weg, ook voor gansch Gods Kerk in de bewogen dagen die wij beleven. “Een groote in Israel is gevallen” een predikant die bij de gratie Gods gearbeid heeft, door goed gerucht en kwaad gerucht. Een Leeraar die vele vrienden had, maak ook bittere vijanden.
Wij doen niet mee met menschen-vergoding, God beware ons daar voor, ook Ds. Kersten was een mensch met fouten en gebreken, het is vrije genade dat hij bij de Heere is, waar geen zonden meer wezen zal, en geen strijd en ook geen verdeeldheid. Daarom bij aanvang als wij op verzoek iets schrijven over onze zoogeliefde Leermeester, Gode alleen de eer. En dit mogen wij gelooven, dat zijn rijk verstand en groote gaven met organizatie talent geheiligd is geworden door de genade Gods.
Reeds op jeudigen leeftijd heeft de Heere hem getrokken uit de duisternis tot het licht, 10 jaar oud overtuigde de Heere hem krachtdadig, wij hooren hem dat vertellen als wij als student by hem kwamen des Zondags avonds met gevoel en ernst mocht hij over dat vrije Gods werk spreken. Op elfjarige leeftijd mocht hij de Heere Jezus als de weg der zaligheid leeren kennen, en enkele jaren daarna kwam de Heere hem te plaatsen naar Zijn vrijmacht in de volle zekerheid des geloofs, ja als hij van die zekerheid mocht spreken als docent op de School wat luisterden wij dan als studenten, dat was praktijk. Ook kwam de Heere hem reeds in de dagen zijner jeugd, te roepen voor het Leeraars ambt, veel inwendige strijd heeft hij meegemaakt, wat heeft hij ons altijd willen bemoedigen met voorbeelden uit zijn eigen leven. Zijn ouders wilde dat hij onderwijzer zou worden, maar bij hem kwam meer en meer de bewustheid om het evangelie uit te dragen, slechts een half jaar is hij onderwijzer geweest op een Geref. school.
Ds. Pieneman, zijn geestelijke vader, ontdekte hem reeds in de dagen der jeugd, maar hij was met vreeze vervuld, zal het wel wezen in de gunste Gods als Ds. Pieneman hem zei, jongen, jij bent geroepen om het Woord Gods te prediken. Als hij dan las in Comrie kreeg hij wel eens een bemoediging, maar ziende op zijn onwaardigheid was het voor hem onmogelijk. Maar de Heere werkte door, en op 18-jarige leeftijd sprak hij voor het eerst te Lisse. Door de classes Rotterdam werd hem acte verleend om in het privè te proponeeren, en in datzelfde jaar 1901 kreeg hij een verzoek uit Meliskerke tot haar over te komen, en 23 Maart, 1902 werd hij ingeleid als oefenaar door zijn geestelijke vader Ds. Pieneman, met een predikatie over deze woorden: “Niemand verachtte uwe jonkheid”, en de jeugdige spreker sprak toen over Jesaja 40:1. Drie jaar later bevestigde Ds. Pieneman hem in het Leeraarsambt 1 Juni, 1905, uit Efeze 4:10. Daarna heeft hij slechts een jaar mogen arbeiden, daar de Heere hem riep naar elders.
Er kwam een opleving in het Zeeuwsche gewest toen hij daar mocht arbeiden, wat heeft hij ons veel verteld over de wonderen der Allerhoogsten, als een roover van de hel heeft hij daar mogen staan als een wachter op Zions muren, wat een liefde onder Gods volk, en zegen onder het Woord. Des avonds als de kerk moest uitgaan, bleven de menschen zitten. En aangezien hij niet sterk was moest hij weer bijtijds naar huis, maar de menschen gingen mee, en de gesprekken waren zoo, dat tijd werd vergeten, Gods volk was levendig gesteld en bleven tot den morgen, totdat de boeren gehaald werden, de koeien moesten gemolken worden. Maar de Koning der Kerk bracht hem uit Zeeland naar het groote Rotterdam, wat waren de bestrijdingen soms groot, schier niet te dragen, maar de Heere ondersteunde, en hij werd door Ds. A. Janse bevestigd, over deze woorden, Heb. 13:17–18a.
Zoo werd Ds. Kersten 22 April, 1906, met zijn intree preek Hooglied 8:11–12 aan de stadsgemeente verbonden. De Heere gaf groote zegen onder de bediening, zes jaar heeft hij mogen arbeiden, maar de Heere zond hem weder onwederstandelijk naar Zeeland. En Yrseke was in die dagen een kleine gemeente, wat moest dat worden? Maar de Heere staat in voor Zijn werk, hoe duidelijk heeft hij dat ervaren te Yrseke in de 14 jaren die hij daar doorbracht? Ds. Van Oordt, een vriend van Ds. Kersten, heeft hem bevestigd te Yrseke over 2 Cor. 14:16, en hij deed zijn intrede met de woorden van Joh. 3:19–20. God bouwde de gemeenten, en veel liefde mocht hij ook daar ervaren, en ik hoor hem nog zeggen “vriend Hegeman, met dat volk te Zeeland gevoelde ik mij een, ik begeerde daar te sterven.” Maar de Heere riep hem voor de tweede maal naar Rotterdam, en hij werd verwaardigd de Heere te volgen ook in deze weg. Te Rotterdam bevestigde Ds. Kok hem en Ds. Kersten deed zijn intrede met de woorden die wij vinden beschreven in 2 Cor. 4:5. Zoo werd hij voor de tweede maal 23 Mei, 1926, predikant te Rotterdam. Met welk een groote zegen mocht hij daar arbeiden, vele roepstemmen werden op hem uitgebracht ook uit Amerika, maar de band was groot, en de liefde rijk bewezen, de gemeente werd gebouwd en God bracht rijke vrucht op de Schriftuurlijke prediking ervaren, hij was schriftmatig, gaf een verklaring van zijn tekst, maar wat gaf hij een leerlingen geestelijk uit het Woord, en alles zoo zakelijk duidelijk, en zoo eenvoudig, dat kinderen hem begrepen.
Wat is de liefde van de gemeente Rotterdam, ja, van al de gemeenten gebleken toen hij 3 Juni, 1930, zijn 25-jarige ambtsbediening mocht herdenken. Maar niet minder toen hij Juni 1945, zijn 40-jarige ambtsbediening mocht herdenken.
Ja, 22 jaren heeft hij getrouw het Woord te Rotterdam mogen uitdragen, en nu zwijgt hij. Nogmaals, het is om niet te gelooven, vrienden, hier zwijgt hij, maar boven juicht hij, en ook spreekt hij door zijn geschriften, hij blijft getuigen.
Onvermoeid heeft hij gearbeid voor de kerk, meer dan wij allen, hoe heeft hij de leiding mogen geven tot vereeniging in 1907 van Kruisgemeente en Ledeboeriaansche gemeenten. Hij is de laatste die heengegaan is van de oude garde die teekende als Scriba, en Ds. Beversluis teekende als Praeses.
Veel heeft hij gearbeid voor de opleiding! Wat een liefde voor de studenten, laten wij als predikant nooit vergeten. Lees de stukken in de “Saambinder”, zijn Dogmatiek en Catechismus. En denk vrienden in Amerika, wat hij gedaan heeft voor het Christeljik onderwijs voor de kinderen, velen van ons laten hun kinderen liever naar de openbare school gaan, och, dat het ons tot schuld mocht worden.
Maar ook een vijandschap en haat heeft hij ervaren, veel verdriet had hij van de stroomingen die hij op zag komen, die van het beproefde Schriftuurlijke afwilde stappen, om met de vijanden te heulen.
Wat een leed toen hij de hartkrampen kreeg, dat hij zich moest terugtrekken om leiding te geven, dit alles heeft hem veel smart in het laatst van zijn leven gebracht. Ja de sterkte en markante strijder voor de Geref. waarheid, was bewust zijn einde zou komen, mogelijk onverwachts, met leed scheef hij ons, in een van de laatste brieven, “ach, ik kan niet meer”, en toch wij hadden hoop dat hij door rust weer herstellen zou. O wat was hij steeds bezorgd voor de jeugd van Nederland en Amerika.
Zijn laatste brief die wij ontvingen was geschreven 18 Augustus, 1948. Wat een liefde had hij voor de gemeenten in Amerika, duidelijk kwam naar vooren, het was zijn begeerte om ons volk weer eens te ontmoeten. Maar de Heere wilde een andere weg.
En hij eindigde dit laatste schrijven: “Nu geliefde broeder, de Heere zij u, en de uwen nabij, groet al de vrienden door mij zoo onvergetelijk, Gode bevolen.” En deze woorden komen in mijn gedachten Psalm 72:20: “De gebeden van David, den zoon van Isai hebben een einde.”
Nu is hij thuis, alle smaad en ziekte, maar ook zonde en gebrek is hij te boven. De Heere nam hem uit de strijdende Kerk, in de hemel, bij Zijn Hemelschen Vader.
Gemeenten in Amerika, hij heeft zich door Woord en geschrift vrij mogen maken van ulieder bloed. O onbekeerde, het Woord zal eenmaal, als gij zoo sterft, tegen u getuigen. O, ik roep u toe, haast u om uw levens wil.
Volk van God, Jacob wordt dun, houd moed, hij is u voorgegaan, altijd by de Heere te zijn, wat een heerlijke toekomst. De Heere mocht knechten uitstooten. Twee van Zijn knechten heeft Hij in korte tijd thuis gehaald.
Laten wij acht geven op de tekenen der tijden, en zuchten voor Gods knechten, stilstaan bij het wonder van genade, dat het Gods knechten, en ook Ds. Kersten is toegesproken “Ga in gij getrouwe dienstknecht, en dan? De leeraars nu zullen blinken als de glans des uitspansels, en dier der vele “rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk.”
Maar bij alles dat wegvalt blijft onverminderd de belofte “Zie Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleindiging der wereld.” Wat een troost. Menschen en ook Leeraars worden weggenomen, maar God blijft!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1948

The Banner of Truth | 16 Pagina's

IN MEMORIAM, DS. G. H. KERSTEN, 1882–1948

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1948

The Banner of Truth | 16 Pagina's