Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IETS BELANGRIJKS OMTRENT HET KERKELIJKE IN NEDERLAND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IETS BELANGRIJKS OMTRENT HET KERKELIJKE IN NEDERLAND

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar vele lezers van de “Banier der Waarheid” belang stellen in Nederland, en gaarne ook wat op de hoogte blijven met het kerkelijke aldaar, zoo plaatsen we het volgende dat overgenomen werd uit “Daniel.”

Bevolking van Nederland naar kerkelijke gezindte op 31 December 1930 en 31 Mei 1947.

Kerkelijke gezindten 31 December, 1930.

Roomsch Katholieken _______________2.890.022

Ned. Hervormden ___________________2.737.930

Geref. Kerken ______________________ 638.372

Geref. Kerken (31 K.O.) ___________

Gereformeerde Gemeenten __________ 41.949

Chr. Geref. Kerk ___________________ 50.230

Oud. Geref. Gemeenten _____________ 11.638

Evang. Luthers_____________________ 78.330

Doopsgezind ________________________ 62.012

Remonstrant ____________________ 29.719

Israeliet ____________________________ 111.917

Overige ___________________________ 138.868

Geen _______________________________1.144.578

Totaal ______________________________7.935.565

Kerkelijke gezindten 31 Mei, 1947.

Roomsch Katholieken _______________3.707.150

Ned. Hervormden _________________2.988.361

Geref. Kerken ______________________ 674.449

Geref. Kerken (31 K.O.) ___________ 88.440

Gereformeerde Gemeenten __________ 88.403

Chr. Geref. Kerk ____________________ 69.027

Oud. Geref. Gemeenten _____________ 15.704

Evang. Luthers _____________________ 59.881

Doopsgezind ________________________ 67.409

Remonstrant _______________________ 40.059

Israeliet __________________________ 14.369

Overige ___________________________ 174.057

Geen ______________________________ 1.641.296

Totaal _____________________________9.629.605

Onder de Roomsch Katholieken is een gestadige groei waar te nemen. Nederland is op pad geheel Roomsch te worden.

Ontstellend is ook, dat meer dan 1½ millioen Nederlanders openlijk met de kerk hebben gebroken. Het heidendom neemt hand over hand toe in ons land. Teeken van ontzettend verval.

De scheur, die in de Geref. Kerken gekomen is, door het afscheiden van de Geref. Kerken naar art. 31, K.O., komt er ook duidelijk in uit. De Geref. Kerken hadden hieraan een groote aderlating’ te ondergaan.

Wat de Duitsche terreur ons heeft gebracht wordt ons ook in de cijfers getoond. Het aantal Joden in ons land viel terug van 111.917 tot 14.369. Dat wil dus zeggen dat er ongeveer 100.000 Joden zijn vermoord. Ontzettende gedachte, wanneer we dat in cijfers uitgedrukt, voor ons zien!

Wat onze Gereformeerde Gemeenten betreft is er een sterke toename te bespeuren. Hun aantal werd volgens deze cijfers verdubbeld.

Verschillende kerkelijke bladen hebben evenals wij die cijfers onder de loupe genomen en dan is het ook hun opgevallen, dat de Gereformeerde Gemeenten de laatste jaren zoo in groei zijn toe-genomen. Vanzelfsprekend gaat men daarbij naar de oorzaak zoeken.

In het weekblad “De Hervormde Kerk” geeft Ds. Ruitenberg daarover zijn gedachte weer, die we hieronder laten volgen. Na er eerst op gewezen te hebben, dat de Gereformeerde Kerken, onderhoudende art. 31 der Kerkorde, die zich zooals men weet, van de Geref. Kerk hebben afgescheiden, en die nu de vierde in groote van de Nederlandsche kerken zijn geworden, komt hij tot een beschouwing over onze Geref. Gemeenten en schrijft:

“Merkwaardig overigens: zij wordt op den voet gevolgd door de Gereformeerde Gemeenten, de kerk waaraan voor de buitenwereld vooral den naam van Ds. Kersten verbonden is. Deze kerk is in de laatste zeventien jaar zeer gegroeid. Zij is verdubbeld. Helaas staan ons hierover geen nauwkeurige cijfers ter beschikking. Maar wij tasten, dunkt ons, niet ver mis, als wij veronderstellen, dat deze groei vooral ten koste van de Hervormde Kerk is gegaan. De Gereformeerde Gemeenten handhaven sterk het bevindelijke element. Zij stellen de vraag naar den weg des heils centraal, zeer centraal. Dat velen deze kerk zoeken zou wel eens een teeken kunnen zijn, dat de behoefte van bepaalde groepen naar een persoonlijke ‘gevoelige’ prediking niet in onze kerk bevredigt wordt . . .

De Persschouwer in het Gereformeerde Weekblad (Hoofdred. Ds. I. Kievit te Baarn) schrijft tot dezelfde conclusie als hierboven te zijn gekomen. Hij meent ook, dat de Geref. Gemeenten in sommige plaatsen sterk gegroeid zijn ten koste van de Ned. Herv. Kerk. “De Hervormde Kerkeraden daar ter plaatse,” zoo schrijft hij, “hebben wel predikanten beroepen, die tot de Gereformeerde Bond behooren, maar tot de linkervleugel daarvan. Daar moesten de gereformeerde groepekringen in die gemeenten het dan maar mee doen. De gevolgen zijn niet uitgebleven. Een groot deel trouwe meelevende leden der Hervormde Kerk heeft die kerk de rug toegekeerd en voedsel gezocht bij de predikanten der Gereformeerde Gemeenten.

In steden als Rotterdam en Utrecht, waar toch groote groepen Hervormden zijn, die een voor-werpelijk-onderwerpelijke prediking begeeren, is deze prediking zeer schaars. En daardoor jaagt men juist de meest trouwe leden der kerk weg. Want zij zijn het, die niet alleen op Zondagmorgen de kerk vullen, maar ook op Zondagavond. En zij zijn het, die ook willen offeren voor de kerk.

De kerk heeft zich ingespannen om wat verloren was voor de kerk terug te winnen. Maar aan de andere kant werden nog veel meer trouwe kerkleden verloren, omdat men niet een prediking bracht, die aan de behoefte van “zielen en harten-in-nood” beantwoordt. Dat is duidelijk gebleken. Zou de kerk er leering uit trekken? En zou men nu inzien dat alleen wederkeer, waarachtige wederkeer tot Schrift en Belijdenis hier redding brengen kan? Zou men inzien, dat we ons met het hart tot God moeten bekeeren?”

Tot zoover de Persschouwer in het Ger. Weekblad. Wij geven deze commentaren door om te laten zien hoe er door andere kerkgroepeeringen over deze toename geoordeeld wordt. Wij mogen ons er over verblijden, dat onze Geref. Gemeenten met leden en doopleden zoo zijn toegenomen, het is een teeken dat er nog “vraag” is naar een voorwerpelijke-onderwerpelijke prediking. De welstand der kerk mogen we echter niet afmeten naar het aantal, de diepte is meer doorslaggevend dan de breedte. Wie het vat, die vatte het.

Overigens kan er van gezegd worden, dat onder zoovelen de oogst groot, maar de arbeiders weinige zijn. Er zijn zelfs groote gemeenten, die langen tijd zonder leeraar zijn. De Heere des oogstes mocht maar arbeiders uitstooten en daartoe het gebed vermenigvuldigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's

IETS BELANGRIJKS OMTRENT HET KERKELIJKE IN NEDERLAND

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's