OP HET KERSTFEEST
Juich vrij in Ephrata’s velden;
Engelen kooren meldt Godes lof.
Komt ge om need’rige herders te melden
De geboorte eens kinds van ‘t hemelsche Hof.
Ruischt daar in nacht’lijke stilte uw loflied
Tot eere des Vaders en van Zijnen Zoon,
Die in winds’len gewonden, slechts eere geniet
Van de Geesten, gedaald uit ‘s Heeren troon.
Kindeke! dat zoo in de kribbe verschijnt
Van wereldschen glans en luister ontbloot,
Voor Wiens glans echter eenmaal alles verdwijnt,
Ligt Gij hier hulp’loos, die den hemel ontsloot.
Die van eeuwigheid was, zijt Gij hier geboren?
Wien de hemel niet vat, ligt Gij in een stal?
Werdt Ge schepsel, Gij Schepper van ‘t gansche Heelal?
Die ‘t al gemaakt, werd Maria Uw moeder?
Moest een kribbe, de plaats van der dieren voeder,
Tot wieg U verstrekken, Gij eeuwige Zoon,
Wie zal ooit die wond’re geboorte bevatten;
Die Bethlehem-Ephrata binnen zich zag;
Wie zal ooit bevroeden wat hemelsche schatten
Het Kind medebracht, dat hier neder lag?
Schatten van vrede
Bracht Hij mede
Voor stichters van den onvree op aard’;
Die God verlieten,
En Hem verstieten,
Zijn komst in het vleesch niet waard.
Hier ligt Hij neder
Gering en teeder;
Die sterker is dan duivel en dood.
Hem hoort ge schreien,
Wien de Engelenreien
Toezongen prijs, lof en eere groot.
Komt hier knielen
Verlegene zielen.
Legt u vrij bij deez’ kribbe ter neer.
Komt met uw zonden
En uw zielewonden
Tot Hem, die hier ligt, der heeren Heer.
Zijt ge verslagen
‘t Is Gods behagen
Dit Kindje te schenken tot uwe hulp.
Bethlehems velden
Hoorden vermelden
De geboorte deez’ Konings in need’rige stulp.
Oostersche wijzen
Kwamen Hem prijzen;
Lagen hun schatten voor Hem ter neer.
Zoudt ge dan twijfelen,
Nog langer weifelen,
Breng ook uw schatten bij Dezen Heer.
Want over armen
Zal Hij Zich erbarmen,
Maar rijken ledig van Hem doen gaan
Gevoelt ge u snooden
Veroordeelde dooden;
Hier ligt het Offer met uw schuld belaan.
Hij wilt Zich geven,
En voor u sneven
Daarmede is uw schuldbrief voldaan.
Aanbidt dezen Koning.
Is een stal ook Zijn woning,
Hij ontsluit voor Zijn volk der hemelen poort.
Hij; Zoon van den Vader,
Is voor u te gader
Uw Goël, Uw Borg naar ‘t eeuwige Woord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1951
The Banner of Truth | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1951
The Banner of Truth | 16 Pagina's